index     kalender     koncertberichten     logos on the road     kolofon

Koncertberichten

 

Trio PROmoZICA

dinsdag 4 november 2008 om 20u

Trio PROmoZICA programma:
  • Costin MIEREANU: L’Ombre Double - “Cinquième Voyage d’Hiver”
  • Maia CIOBANU: Nr. 273,16 – Intersections
  • Adina DUMITRESCU: Pénitence et Anthropologie
  • Doina ROTARU: Obsessivo
  • Irinel ANGHEL: Choix
  • Adrian BORZA: Fragile
  • Octave NEMESCU: A T


Trio PROmoZICA is een jong en avontuurlijk ensemble bestaande uit saxofonist Daniel Kientzy, altvioliste Cornelia Petroiu en (live) electronics - specialiste Reina Portuondo. Als trio fokussen zij zich voornamelijk op elektroakoestische kamermuziek. Elektroakoestisch, want de input van de saxofoon of altviool wordt (al dan niet in real time) geïmporteerd en bewerkt, waarna de output die hiervan het gevolg is, gebruikt wordt om de dialoog tussen instrument en elektronika mee voort te zetten. En het is ook een vorm van kamermuziek, omdat het gaat om drie artiesten die hun vakgebieden trachten samen te leggen, en naar samenspel en retoriek tussen het elektronische en akoestische medium streven.

Een konstante faktor in hun koncerten is hun befaamde enneaphonie. De ennea (negen) slaat op de 8 / 1 - verhouding tussen de solist(en) en de 8 - kanaals elektronica (de output wordt langs 8 verschillende hoeken de zaal ingestuurd). Met deze opstelling is uiteraard heel wat mogelijk op het vlak van spatialisatie en daar wordt uitgebreid gebruik van gemaakt. Tijdens het koncert verandert de hoedanigheid van die spatialisatie ook telkens weer, zodat de luisteraar het gevoel heeft een meerdimensioneel klankbad te ondergaan. Trio PROmoZICA heeft, door hun gedrevenheid, onderlegdheid en Vorsprung durch Technik al heel wat komponisten overtuigd om speciaal voor hen gekoncipieerde stukken te schrijven.

Daniel KientzyKenners en vakspecialisten durven stellen dat er, in de evolutie van de saxofoon, sprake is van twee afgebakende tijdperken: het tijdperk voor en het tijdperk sedert Daniel Kientzy (foto). De man werd geboren in 1951 in Perigueux en speelde in zijn jonge jaren basgitaar in tal van pop - en rockbands. Later kwam hij in kontakt met zowel de kontrabas als het daaraan verwante klassieke repertoire en ging hij zich bekwamen aan het konservatorium van Limoges en vervolgens dat van Parijs. In die tijd maakte hij furore als een onversneden multiplayer: viola da gamba, kromhoorn, cornemuse of blokfluit hadden geen geheimen meer voor hem. Hij was in die tijd een vast lid van het oude muziek - ensemble Musica Ficta, maar werd later meer en meer gebiologeerd door opnametechnieken, processing en studiowerk.

Geheel toevallig eigenlijk, raakte hij omstreeks 1978 in de ban van de saxofoon en besloot zich geheel en al aan dit instrument te wijden. En niet aan één welbepaald lid van deze instrumentenfamilie, maar direkt aan alle zeven modellen tegelijkertijd! Daar de avant - gardemuziek in illo tempore wat ondervertegenwoordigd was in het saxofoonrepertoire (wegens het gekende jazz-, pop- en rockverleden) besloot Kientzy daar iets aan te doen. Maar liefst meer dan 400 kompositieopdrachten heeft hij sedertdien weten te realizeren en het materiaal weten toe te vertrouwen aan ruim 74 studio - albums. In zijn call for works staat hij steevast op een nauwe en gekoncentreerde samenwerking met de komponist in kwestie.

Daniel KientzyKientzy ontwikkelde en verfijnde in zijn experimenteerdrang tal van nieuwe speeltechnieken (Flatterzunge, mono - en multiphonics, overblazen, slaptongues, circulaire ademhaling, klepvibrato, enz...) waarin hij een nooit eerder gehoord raffinement bereikte. Hij is dan ook meer dan zomaar een instrumentalist: met een welhaast wetenschappelijke blik taxeert en meet hij zijn instrument op inzake applikatuur, materiaal en dimensies. De vruchten van deze jarenlange research heeft hij tenslotte gebundeld in enkele boeken die ware standaardwerken voor de moderne saxofonist zijn geworden. Zo beschrijft hij in Les Sons Multiples aux Saxophones (Editions Salabert, 1982) kategorisch alle mono - en multiphonics die op verschillende saxofoonmodellen mogelijk zijn en in Saxologie (Nova Musica, 1990) benadert hij zijn instrument als een speeldoos van ongekende kleuren, effekten en timbres. Werkelijk alles wat los of vastzit aan het instrument wordt benut in de klankproduktie.

Hoewel Kientzy bewust nooit heeft lesgegeven omdat hij geen school of een andere vorm van aanhang wou stichten, is hij wel doctor honoris causa aan het konservatorium van Boekarest geworden. Ook aan de universiteit van Parijs verkreeg hij een doktorstitel voor jarenlang onderzoek in zijn vakdomein. Kientzy wordt de uitvinder van de moderne saxofoon genoemd en is op dit moment de enige virtuoos die alle zeven saxofoonmodellen evenredig goed beheerst met een zelden vertoonde brille en gevoel voor showmanship.

Reina Portuondo is van opleiding programmeur en audiotechnikus. Samen met Daniel Kientzy richtte zij de stichting Nova Musica op en vandaag de dag is zij een veelgevraagd studio - expert, opnameleidster en producer. Met de improvizatiegroep TELECTU treedt zij regelmatig op in binnen - en buitenland.

Reina PortuondoReina Portuondo
Cornelia Petroiu (L) - Reina Portuondo (R)


L’Ombre double, Die fünfte Winterreise (2007) is een zeer fantasierijk stuk, speciaal gekomponeerd op vraag van Trio PROmoZICA. De komponist heeft hiervoor geput uit tal van epische bronnen, zoals daar zijn: Alice In Wonderland, science fiction, Hoffmans Vertellingen, surrealistische schilderkunst, Plato's Allegorie van de Grot, de stripreeks Philemon's Adventures, e.v.a. Het trio en de opgenomen klanken worden als vier spelers in een imaginair teater beschouwd: de saxofonist heeft de rol van Narcissus, de altviool is diens spiegelbeeld en de elektronica suggereert een onzichtbare, subtiele aanwezigheid van de nimf Echo. De kompositie zelf is slechts het schaduwspel dat de komponist (hij die het hele tableau verlicht dan wel verduistert) tevoorschijn tovert.
Costin MIEREANU (1943) behaalde eerste prijzen muziekanalyse en - geschiedenis, estetika, orkestratie en vrije kompositie. Ook in literatuurwetenschappen en muzieksemiotiek promoveerde hij en op heden bekleedt hij een leerstoel voor filosofie en kunstwetenschap aan de Sorbonne. Daar leidt hij sedert 1991 tevens de onderzoeksgroep Estetiek van de Hedendaagse Kunst. Miereanu werd in zijn loopbaan onder meer bekroond met de Enescoprijs en de Sacemprijs voor zijn muziekpedagogische verdiensten.

Een ander werk van deze avond is het plastisch getinte Nr. 273, 16 - Intersections (2007). Het is gebazeerd op de impressies van het 'tripelpunt van water'. Dat is, exact gezien, 0.01 graden Celsius oftewel Nr. 273, 16 Kelvin, de temperatuur die een waterdruppel in drie verschillende aggregatietoestanden tegelijkertijd voor doet komen: gasvormig, vloeibaar en vast. De viskositeit en ongedetermineerdheid van dit tripelpunt wordt muzikaal uitgebeeld door uiterst grillige en veranderlijke parameters: polyritmiek, gemengde klankveldenmuziek (diatonisch - kromatisch - mikrotonaal), klankeffekten die in elkander oplossen, dat alles doorspekt met gestische interrrupties en een flink pak improvizatie.
Maia CIOBANU (1952) studeerde piano en kompositie aan de Muziekakademie van haar geboortestad alvorens ze in Darmstadt les ging volgen. Haar palmares bestrijkt tal van genres: symfonisch, vokaal, kamermuzikaal, elektroakoestisch, enz. Daarnaast publiceert ze regelmatig essays en is ze professor aan het konservatorium van Boekarest.

Pénitence et Anthropologie (2007) tapt dan weer uit het etnomuzikale vaatje: niet aleen de kristelijke vroege meerstemmigheid, ook de muziek van de Siberische inuit en de muziek van de Selknam - indianen (Patagonië) vormen de inspiratiebronnen voor dit werk. De komponist zoekt naar een soort muzikale homonymie die de gemeenschappelijke wortels van gesproken en gekomponeerde klank tracht te belichamen.
Adina DUMITRESCU (1964) promoveerde aan de staatshogeschool van Boekarest in kompositie en informatika. Sedert 2003 leeft ze in Finland, waar ze onderzoek verricht in antropologie en etnomuzikologie. Haar repertoire beslaat voornamelijk (op literatuur gebaseerde) kamermuziek en instrumentaal teater.

Obsessivo (2008) is een voorbeeld van een rizomatische, doorgekomponeerde karaktervariatie; een kernachtig melodisch motief dat in tal van gedaanten wordt uitgewerkt en bevarieerd, tot de variaties tema's op zich worden die weer aanleiding geven tot (karakter)variatie. Ook Obsessivo is aan het trio PROmoZICA opgedragen.
Doina ROTARU (1951) studeerde aan het konservatorium van Boekarest, waar zij thans professor kompositie en analyse is. Ze volgde masterclasses in Darmstadt, Parijs en Amsterdam. Haar werk staat regelmatig op het programma op internationale festivals.
Irinel ANGHEL (1969) studeerde muziekanalyse, kompositie, harmonie, muziekwetenschappen en orkestratie aan het konservatorium van Boekarest. Zij is vandaag de dag freelance komponiste en bezielster van het Ensemble ProContemporania (gesticht in 1990), waarmee ze eigen en andermans werk uitvoert, alsook van enkele nieuwe muziek - festivals, zoals het MultiSonicFest (sedert 2004). Van haar gaat Choix (2008) voor het eerst in buitenlandse première.

Fragile (2008) werd op vraag van Daniel Kientzy geschreven en in samenwerking met het trio werd hiervoor nieuwe software ontwikkeld (IAC - Interactive Algorithmic Composition Software). Het akoestische segment van dit werk is eigenlijk uitgeschreven op basis van de output van die software: zachte, vibrerende en klankwebben wevende sonore partikels. Een werk waarin de wisselwerking mens versus machine een groot uitdrukkingspotentieel heeft.
Adrian BORZA (1967) is een veelzijdig kunstenaar: naast komponist is hij tevens programmeur, producer en pedagoog. Hij studeerde aan de kunstakademie van Boekarest, behaalde een doktoraat in klanksyntese in Montréal en keerde nadien naar zijn geboorteland terug om aan het konservatorium van Boekarest initiator in komputermuziek en klanksyntese te worden. Hij is lid van ISCM en oprichter van CMP, de eerste gespecialiseerde opnamestudio in Boekarest.

A T (2008) is, zoals de komponist het zelf stelt, een polytemporeel stuk, waarin ongelieerde ritmes, maatsoorten en tempi met elkaar gekonfronteerd worden. Het is een vorm van toonsymboliek waarin elk interval een eigen karakter heeft dat de loop van het stuk bepaalt. De partij van de saxofoon is lineair en varieert maar door, de altviool speelt cyclisch - centripetale motieven en de electronics vormen de missing link tussen beide teksturen.
Octave NEMESCU (Pascani, 1940) studeerde kompositie en muzikologie in Boekarest. Naast de Aaron Copland Prize (1970), behaalde hij tweemaal Le Prix de Bourges (1980 en 1982) en de ICEM - prijs (International Confederation for Electroacoustic Music) voor elektroakoestische muziek.

De koncerttoernee van het Trio PROmoZICA gaat door met ondersteuning van het Roemeense Ministerie van Kultuur, Musica Nova (Parijs) en de Stichting Kientzy (Boekarest).
 





<M&M> Robotorkest: "Polyrhytms"

dinsdag 18 november 2008


De komplexiteit van verschillende ritmes en metrums die op elkaar worden gelegd, vormt het uitgangspunt van <M&M> Polyrhytms. Komplex? Voor de menselijke fysiek wel, voor een muziekrobot een fluitje van een cent. Welkom in de wereld van ongekende ritmische mogelijkheden, met speciale aandacht voor het werk van György Ligeti, Conlon Nancarrow en de nieuwe kompositie - opdracht die Stichting Logos dit jaar gaf aan de jonge, getalenteerde komponiste Hanne Deneire.

Poly-ritmiek: "Meerdere - ritmes". Het is een op het eerste zicht bedrieglijke term waar in muziekakademieën vaak fouten tegen gemaakt worden. Al te vaak wordt er gesproken van muziek waarin meerdere ritmes boven elkaar voorkomen. Goed, in die optiek kunnen we 95 procent van de ons gekende muziek polyritmisch noemen. Dat betekent dan wel heel veel orkestreerwerk voor ons, deze maand.

Nee, polyritmiek heeft alles te maken met de verschillende verdelingen van de teleenheid waarin de muziek is gedacht. Een voorbeeld: een stukje marsmuziek (zeer binair) waarin alles mooi op de tel valt of op onderverdelingen van die tel, krijgt opeens een middenstem in triolen en een diskant in kwintolen te verwerken. De aanvankelijk symmetrische marsritmiek wordt gekombineerd met een geheel andere verdeling van de tel: niet langer twee, vier, acht of zestien behoort tot de mogelijkheden, maar drie, zes, negen en twaalf of, in geval van die kwintool, de veelvouden van vijf en tien worden nu de deelfaktoren om rekening mee te houden. Niet alle muziek waarin dit soort kontrasten voorkomen, is per definitie polyritmische muziek; zo is een prélude van Chopin waarin een bas in achtsten onder een melodie in triolen wordt gelegd, nog niet per definitie polyritmische muziek. Maar dus wel alle muziek die struktureel met dit basisgegeven is opgebouwd, alle muziek waarin, om het met een gemeenplaats te stellen, "2 tegen 3", "5 tegen 7", "9 tegen 13", "x versus y" de norm is.

Polyritmiek is geen kind van de twintigste eeuw. De traditionele muziek uit West - Afrika maakt veelvuldig gebruik van soortgelijke formules, waarin zang en perkussie verschillende verdelingen van de tel kombineren. In afrocubaanse muziek is de dualiteit van twee kontra drie schering en inslag. Maar de meest geraffineerde en stijlvolle variant van polyritmiek is te vinden in de zuid - Indische Karnatische muziek, waarvoor een soort ritmische solfege (de zgn. Konnakol), werd ontwikkeld. In deze vorm van etnische muziek worden de subdivisies stelselmatig afgegaan door de spelers en shift de hoofdtel van cyclus naar cyclus. In jazz en populaire muziek is polyritmiek een wijdverbreid verschijnsel, dat bij onder meer Frank Zappa, Miles Davis en King Crimson veelvuldig voorkomt. Prog metal - bands Tool en Dream Theatre hebben van het spelen met de verschillende subdivisies een beetje hun idioom gemaakt.

Conlon Nancarrow - foto: Susan SchwartzenbergDat is natuurlijk interessante materie om mee aan de slag te gaan, niet alleen voor mocht er vanuit vanuit wiskundig oogpunt iets te bewijzen zijn, maar ook omwille van de ontelbare mogelijkheden die we bijvoorbeeld met polyritmische fazeverschuiving zouden kunnen uithalen. In die optiek kunnen we eigenlijk Steve Reich's vroege tapekomposities Its Gonna Rain en Come Out ook als een vorm van polyritmiek zien. Conlon Nancarrow, de grote pionier van de player piano, werkte als geen ander uiterst komplexe strukturen uit die een fluitje van een cent zijn voor een degelijke automaat. Onze eigenste player piano zal die avond dan ook een behoorlijke rol toebedeeld krijgen in enkele studies van Nancarrow, solo dan wel in een lichte orkestratie.

György Ligeti - foto: DavidxgreenGyörgy Ligeti is veruit de klinkendste naam die men met de term polyritmiek zal associëren. Ligeti's latere (piano)werk heeft daar heel wat toe bijgedragen. In zijn beroemde Études pour Piano, (Eerste Boek 1985, Tweede Boek 1988 – 1994) gaat hij de grenzen af van wat de pianist in al zijn menselijkheid aankan. Mede door hun beruchte veeleisendheid en virtuoziteit zijn deze stukken dan ook wereldberoemd geworden (Ligeti heeft er zelfs in 1986 de Grawemeyer Award voor beste kompositie mee gewonnen) en door heel wat pianisten op hun repertorium gezet.

Elk jaar nemen we, als aktief kultuurorgaan, de gelegenheid te baat om een kompositieopdracht uit te schrijven aan een jong talent in de nieuwe muziek. Dit jaar viel deze eer te beurt aan Hanne Deneire met PROMENADE (Souvenirs de Paris). Voor haar was de kennismaking met de robots en hun technische mogelijkheden een hele belevenis, waarvoor we haar zelf graag even aan het woord zouden laten:

"Na een zonnig weekendje Parijs, waar het lijkt alsof de tijd even stil staat, maar waar je ook zalig kan rondkuieren en achter elke hoek schoonheid ontdekt, startte ik met deze kompositie. Het was mijn bedoeling om vanuit de klank mijn vertelling aan te vatten. Als komponist had ik nog geen ervaring met de muziekrobots of met het elektronisch aansturen van muziek. Deze opdracht gaf me de kans als komponist eens een andere manier van denken en schrijven te introduceren. Ik kon voor deze opdracht niet gewoon een degelijk geschreven partituur afgeven. Het zou spijtig zijn geen gebruik te maken van de eigenschappen die een unieke kompositie als deze inhoudt. Een gedeelte van het denkwerk gebeurde vooraf maar het uiteindelijke rezultaat realizeerde ik pas door werkelijk praktisch aan de slag te gaan met de robots zelf in Logos. Daarbij kreeg ik de professionele technische hulp van Kristof Lauwers. Het was een groot plezier om met de komputer de klank te manipuleren en laagjes op te bouwen. Je hoort meteen wat je doet en laat je leiden door het spel van de akoestiek. Je plaatst je hiervoor vaak op de stoel van de luisteraar. In het proces van Promenade doken op vele vlakken vragen op. Kan deze score ook door “gewone”muzikanten uitgevoerd worden? Heeft het zin dat dit ook mogelijk is? Repeteren met mensen komt in dit proces niet aan bod, dus is het meteen aan de komponist om “de muziek” erin te verwerken en vooral dynamische toevoegingen zeer nauwkeurig te plaatsen. Waarom schrijven voor muziekrobots en wat is hun meerwaarde voor de muziek? Is het mogelijk een unieke klank te ontdekken met de eigenschappen van de robots en is die dan verschillend aan de menselijke muziekuitvoeringen?

Je krijgt een herdenken van de interpretatie van “emotie”: je verwacht geen intonatieproblemen maar niets is zo menselijk als een machine. Zelfs de machines hebben hun eigenschappen en karakter. Ze durven dus wel eens “vals”spelen of af en toe eens ongelijk. Je kan oneindig lange noten schrijven zonder ademhalingstruks uit te halen zoals in een klassieke kompositie. En de notatie zorgt nooit voor een praktisch probleem. In principe kan alles, dacht ik. Verder in het proces besefte ik wel dat het een mens is die het maakt dus daar komen de beperkingen en grenzen alweer om de hoek kijken. Maar ik heb, zoals in elk van mijn komposities, dit stuk aangevat met de grootste openheid. Vervolgens zocht ik naar de meest geschikte manier om om te gaan met de beperkingen en grenzen die erbij kwamen kijken. In Promenade hoor je de snelheid van de tijd maar ook het genot van tijd nemen. Muziek is het enige medium dat dit kan weergeven. Een kompositie is geen statisch gegeven, maar een konstante evolutie waar je als luisteraar niet anders kan dan volgen. De tijd vliegt, probeer hem niet nog eens in te halen. Geniet van elk moment want het is zo voorbij!"

Hanne DeneireHanne Deneire (°Hasselt, 1980) studeerde kompositie aan het Konservatorium van Antwerpen bij Wim Henderickx en Luc Van Hove. Naast kompositie volgde ze ook basklarinet en piano. In het tweede jaar al won ze, met haar eerste orkestwerk Mitä, de Aquarius kompositiewedstrijd. Mitä werd gekreëerd door de Beethoven Akademie onder leiding van Jan Caeyers. Hanne schreef in de afgelopen jaren ook veel kamermuziek voor ensembles als Oxalys, Hermes en het Filharmonisch Jeugdorkest van Vlaanderen. In 2004 kreëerden het Vlaams Radio Koor en Jan Sciffer Purgatorio. Haar stuk voor basklarinet en piano, Rana was voor het eerst te horen in Japan in een uitvoering met Jan Guns. In de zomer van 2006 werd Axon, haar eerste strijkkwartet, gekreëerd door het Quince Quartet op het Festival der Voorkempen. Ook in St. Petersburg werd haar werk Blink voor piano solo in een uitvoering met Geert Callaert goed onthaald. Als basklarinettist toerde ze in 2007 met de jeugdvoorstelling Jot en momenteel werkt ze met Dimitri Leue aan haar eerste opera, Papieren Geluk, in opdracht van De Munt.

Een ander polyritmisch werk dat geenszins op het programma mag ontbreken, is Godfried - Willem Raes' Shifts, een algoritmische kamermuzikale kompositie voor 4 tot 14 spelers in een variabele bezetting gekomponeerd in opdracht van MUZIKON. De partituur bestaat uit 8 verschillende partijen die elk in een ander metrum spelen, metra die tov. elkaar verhouden als hele breuken (integers). Alle spelers starten tezamen op de eerste tel en vallen, als het stuk korrekt gespeeld wordt, voor het eerst opnieuw tezamen bij het beëindigen ervan. Wat, omgerekend, na 2520 tellen zou moeten gebeuren. U hoort Shifts in de orkestratie van Xavier Verhelst.

Ook de gestage produktie van nieuwe expressiemiddelen ligt intussen allesbehalve stil. We kunnen inmiddels de komst van een gloednieuwe muziekrobot aankondigen en ditmaal zijn we een houtblazer rijker: de automatische hobo Ob. De bouwer zelf laat er alvast het volgende over weten:

"Voor deze robot stond ons als doel voor ogen zo getrouw mogelijk de werking van de traditionele hobo te mimeren. Het entoeziasme van mijn medewerkers bij Logos voor zo'n projekt was nogal wisselend: van uitermate negatief en afwijzend tot gematigd hoopvol. De suksesvolle automatisering van zo'n traditioneel geladen instrument leek bij voorbaat tot mislukken gedoemd. We namen de uitdaging niettemin aan en het lag, gezien het uitgangspunt, daarbij dan ook voor de hand te vertrekken van een bestaand instrument in goede staat. Daartoe konden we beschikken over een orkesthobo gebouwd door F. Debert in Brussel, vermoedelijk in de eerste helft van de 20e eeuw. Afgezien van de relatief ingewikkelde en weinig repetitieve mechanika, stelde de bediening van de kleppen op zich geen nieuwe problemen. De krachten nodig voor het bedienen van de vele klepjes zijn immers betrekkelijk klein. Niettemin zagen we af van het automatiseren van elke voorhanden klep op het instrument, omdat vele ervan slechts nodig zijn voor menselijke spelers. Zo zijn de drie hulpkleppen voor de oktaven alleen nodig bij menselijke bespeling om de gewenste toon snel te laten aanspreken. In ons ontwerp is dit evenwel gegarandeerd op grond van de wijze van aansturing zodat we aan een automatisering van deze kleppen gerust konden verzaken. Hetzelfde kan worden gezegd van de trillerkleppen. Waar mogelijk maakten we voorts gebruik van de mogelijke maar door spelers eerder vermeden vorkgrepen. Zo slaagden we erin de gehele applikatuur te automatiseren met niet meer dan 6 elektromagneten voor de open toongaten en 7 elektromagneten voor de bediening van de klepjes. Mikrotonaal spel, inklusief kwarttonen zijn mogelijk door toepassing van non - standaard grepentabellen. Alternatieve grepen kunnen trouwens ook worden toegepast om klankkleurvariaties te bewerkstelligen." (Het volledige bouwdagboek valt na te lezen onder deze link: http://logosfoundation.org/instrum_gwr/ob.html)





Natasha Anderson

dinsdag 25 november 2008

Natasha AndersonEen koncert waarin de blokfluitiste voor haar eigen (real time) - begeleiding instaat. Natasha Anderson uit Melbourne speelt als geen ander een subtiel spel met een door haar eigen input gegenereerde klankomgeving.

Natasha Anderson is zowel blokfluitiste (vaak in kombinatiespel met (live) - electronics) als installatie - artieste, geboren in Melbourne. Ze leerde de knepen van het vak in het konservatorium van haar geboortestad, specialiseerde zich later in de kontrabasblokfluit en werkt geregeld projekten uit waarin klank, beeld, beweging met elkaar versmelten. Haar uitgangspunt is: een muziek maken waarin de solist zijn eigen klankwereld, environment kreëert. De muzikant is daarin meer dan alleen een fysieke verschijning: ze exploreert volop de mogelijke interakties tussen solist en omgeving, of het nu gaat om blokfluit versus electronics of blokfluitist als onderdeel van de installatie...Belangrijk is ook dat de luisteraar ondergedompeld wordt in een bad van klanken die steeds veranderen en waarin het elektronische en het akoestische elkaars komplement zijn.

Haar performances zijn steeds zeer subtiel en ontdaan van het spektakulaire of groteske: vaak heeft de toeschouwer (mede door de lichtregie, waar zij zeer veel belang aan hecht) de indruk naar een zelfverzonnen nieuwe ritus te kijken. Anderson's werkterrein strekt zich vnl. uit van Australië over Azië en Europa. Ze werkte als sound designer en komponist voor The Sydney Theatre Company in de produktie The Year of Magical Thinking, ze gaf performances op de Franse festivals Musique Action en Festival de Musiques Innovatrices en is een veelgevraagde gast op festivals als Liquid Architecture, NowNow en Melbourne International Arts Festival. Vaak speelt ze daarop samen met artiesten uit de Australische improvizatie - scene zoals Amanda Stewart, Anthony Pateras (Mutant Theatre), Robin Fox en Jim Denley.

(Dit koncert wordt mede mogelijk gemaakt dankzij de steun van The Victorian Government, Australië)