inhoud   kalender   koncertberichten   logos on the road   newfoundland   een kiekje   nieuwe medewerker   kolofon

Koncertberichten

 

 

Michael Weilacher (perc), Ann LaBerge (fl)
& Frederik Croene (pn)

donderdag 7 november 2002 om 20 uur

Het November Music festival zet dit jaar het muzikaal grensgebied in de belangstelling. De klemtoon ligt op vragen als "hoe beïnvloedt de akoestische ruimte de muziek?", "wat is het verband tussen de visuele impakt van een uitvoering en de emotionele ervaring?", "zijn de ongewilde bewegingen van de muzikant ook een choreografie?",...
Ook de mogelijke wisselwerking tussen muziek en haar zusterdisciplines wordt afgetast. Kan een beeld uitdrukken wat pure audio kan teweeg brengen? Is muziek gedoemd om beschrijvend te blijvend wanneer ze gekoppeld wordt aan een beeld? In hoeverre kan je de grens tussen het hoorbare en het zichtbare opheffen?

Tijdens dit koncert brengt het -door November Music bijeengebrachte- trio een veelzijdig programma met zowel klassiekers als nieuwe werken.
Morton Feldman's "Why Patterns?" is gebaseerd op wat deze Amerikaanse komponist als verzamelaar van Perzische tapijten opviel: alhoewel de geometrische patronen niet in alle tapijten symmetrisch zijn, wordt het resultaat toch als estetisch ervaren. Feldman bracht deze merkwaardigheid over in de struktuur van zijn betoverend mooie trio. De legendarische Eberhard Blum, die de kreatie van dit meesterwerk o.l.v. de komponist voorbereidde, wordt op vraag van November Music voor deze gelegenheid aangesteld als artistiek adviseur.
Verder staan op het programma werken van kollega's van Morton Feldman, met wie hij samen de zogenaamde "New York School" vormde: John Cage, Earl Brown en Christian Wolff. Typisch voor deze groep waren de intense kontakten met beeldende kunstenaars. In de historische zoektocht naar verbanden tussen schilderkunst en muziek, kan hun werk niet alleen als baanbrekend, maar zelfs als eerste echt valabele toenaderingspogingen worden beschouwd. Om maar één voorbeeld te noemen: de "Folio" van Earl Brown is hét werk dat de traditionele notatie in fases (o.a. via "spatiale notatie") doet evolueren naar pure beeldkunst. De uiterste konsekwentie van de toenadering tussen muziek en visuele kunst is sindsdien nauwelijks evenaard.
Om deze klassiekers een tegenwicht te geven, vroeg November Music aan Joachim Brackx om een nieuw werk te schrijven voor "deCompositeur" van de architekt Bruno Poelaert. "deCompositeur" is een kast waarin zowel de komponist als de uitvoerder zich moeten afzonderen om hun respektievelijke aktiviteiten te volbrengen. Het resultaat is ongetwijfeld avontuurlijk en bevreemdend! Ook het reeds voor dit meubel bedachte werk van Moniek Darge staat op het programma.

Frederik Croene [°1973, België] won in februari 2002 als solist de Sabam-prijs op de Orfeus-wedstrijd voor hedendaagse muziek. Hij verleende zijn medewerking aan verschillende muziektheaterprojekten en kamermuziek- ensembles. Zo werkte hij o.m. samen met Het Muziek Lod, het Nederlands Theater Gent, het Eddy Flecijn Ensemble,... Als solist trad Frederik Croene al talloze malen op in Vlaanderen, maar ook in Sint-Petersburg en op het Pärnu David Oistrakh festival in Estland. Hij speelt ook in een piano-vierhandig duo met Boyan Vodenitcharov.
Croene studeerde piano bij Claude Coppens en Boyan Vodenitcharov.

Fluitiste en komponiste Anne LaBerge groeide op in Minnesota (USA) en woont sinds 1989 in Amsterdam. La Berge bouwde een internationale reputatie op door de uitvoering van hedendaagse muziek en vooral door haar perfekte beheersing van speciale fluittechnieken.
Zij speelt niet alleen in allerlei kleine en grote ensembles (o.a. het Ensemble Modern) maar improviseert er ook lustig op los samen met musici als David Dramm, Cor Fuhler, Gert Jan Prins of Anna McMichael. In 1999 was zij één van de initiatiefneemsters van de reeks "kraakgeluiden in de binnenstad", een wekelijks koncert met elektro-akoestische improvisatie- sessies in Amsterdam.
Zij studeerde aan de Universiteiten van New Mexico en Illinois (waar zij later assistent werd). Zij ontving in 1990 de Stipendiumprijs op de "Darmstadt Ferienkursen für Neue Musik" en was gastdocent tijdens "The First European Flute Festival" in 1992.

Slagwerker en komponist Michael Weilacher studeerde aan de Eastman School of Music en aan het Konservatorium van Cincinnati (bij Al Otte en de Percussion Group Cincinnati). Tijdens zijn 'klassieke' studies was hij ook aktief in diverse plaatselijke rockgroepen. Hij zag snel in dat zijn interesse meer uitging naar hedendaagse muziek, en na zijn konservatoriumstudies trok hij naar Rotterdam om er bij Robert van Sice te studeren. Sindsdien trad hij als solist en in diverse ensembles (o.m. Zeitklang, Champ d'Action, Quadro Quartet, Carré, Ictus) op, zowel in Europa als in Noord- en Zuid-Amerika.
Hij was één mede initiatiefnemer van de muziektheaterproduktie 'Tongues/Savage Love' (naar Sam Shepard). De voorbije jaren ontwikkelde hij z'n eigen Streetbeats, waarbij hij uitsluitend beroep doet op rekuperatiemateriaal i.p.v. bestaande slagwerkinstrumenten. Een eerste CD met Streetbeats verscheen bij vzw De Krijtkring.

 

 

 

<M&M> Eensemble
dinsdag 19 november 2002 om 20 uur

Maandelijks geeft het <M&M> Ensemble in eigen huis een laboratoriumkoncert. Vaste ingrediënten zijn ondermeer: het muzikale stripverhaal "Machine Wall" Flexmet de muziekautomaten, Barbara Buchoviec, Moniek Darge en Kristof Lauwers; nieuwe try-outs uit de muziekteaterproduktie "TechnoFaustus" van Godfried-Willem Raes, player-piano komposities van Nancarrow en nieuw en oud werk voor het Onzichtbare Instrument. Met dit laatste sonarinstrument kunnen de automaten bespeeld worden door bewegingen van de muzikanten of performers.

Op het novemberkoncert van <M&M> hopen we de doop mee te maken van een nieuwe automaat <Flex>. Deze komputergestuurde robot wordt een kombinatie van een zingende zaag en een flexaton. Een plooibaar stuk metaal wordt aangeslagen met hamertjes. De toonhoogte verandert naargelang het metaal meer of minder geplooid wordt door een stappenmotor. Het metaal kan ook aangestreken worden (het zingende zaag effekt) door een nylon boog. De snelheid van de boog (in feite een riem) kan via de software veranderd worden. De <M&M> automatenfamilie wordt opnieuw uitgebreid waardoor de muzikanten verder kunnen experimenteren met nieuwe geluiden en technieken!

 

 

 

Duo XXI
donderdag 21 november 2002 om 20 uur

In februari 2002 won Duo XXI de eerste prijs op het Internationale Orpheus Concours voor hedendaagse kamermuziek. Zij werden door de internationale jury geprezen voor de geraffineerdheid en het kleurgebruik.

Het oudste werk op het programma is "Hyxos" (1954) voor altfluit en slagwerk van Giacinto Scelsi (1905-1988). Het stuk dateert uit een periode in Scelsi's oeuvre waarin hij verschillende werken voor kleine bezettingen maakte. Deze werken vormen een voorbode voor zijn latere, herkenbare stijl waarbij kwarttonen, trillers, vibrato's en unisono's één of meerdere tonen doen uitgroeien tot een hele kompositie.
Het Duo XXI heeft een voorliefde voor muziekteater. Zo wordt in "Toucher" (1973) van Vinko Globokar elke klinker van de stem verbonden aan een bepaald slagwerkgeluid. Deze Frans-Joegoslavische komponist heeft ook andere muziekteaterpareltjes op zijn naam staan, zoals "Corporel", dat recent bij Stichting Logos nog door Champ d'Action uitgevoerd werd.
De Canadees Robert Rosen gebruikt een vergelijkbare parallel tussen stem en slagwerk in "Isstoyiwa"(1992) voor fluit, talking drum en spreekstem. Bij een talking drum kan de spanning van het vel met de hand beïnvloed worden zodat wijzigingen in toonhoogte ontstaan. In West-Afrika wordt het instrument traditioneel gebruikt om het ritme en de intonatie van de spreektaal te imiteren. Dit is ook wat Rosen doet in "Isstoyiwa" waarbij een stem zich in een onbestaande taal uitdrukt die in feite een samenstelling van vier talen is. "Onverstaanbaar en toch muzikaal duidelijk" is het devies bij dit stuk. Robert Rosen is een komponist die de laatste decennia zijn stempel gedrukt heeft op het Canadese muziekleven. Hij schreef stukken voor kamerensembles, orkesten, multi-mediaperformances, films, dans en openlucht performances (in o.a. de Grand Canyon-VS). Hij is ook zeer aktief als lesgever, dirigent en direkteur van het dansgezelschap Kokoro Dance.
Naast een werk van de Spanjaard Enrique Raxach speelt Duo XXI ook een "Hommage"-tweeluik van de Gentse komponisten Frank Nuyts en Lucien Goethals. In 1977 schreef Goethals het driedelige "Hommage à Schoenberg" voor (alt)fluit en perkussie. Een kleine tien jaren later studeerde Frank Nuyts bij Goethals en schreef voor een gelijkaardige bezetting "Hommage à" als een reaktie tegen de akademische diskussies over serialisme en dodekafonie. Een tweeluik over de aantrekkingskracht en de afkeer van leermeesters en tradities.

Elke Tierens (°1974) - Na de opleiding regentaat-wiskunde startte ze de studie dwarsfluit bij Frank Hendrickx aan het Koninklijk Konservatorium te Brussel. Ze behaalde er het diploma 'Meester in de muziek' met grote onderscheiding. Ze kreeg er de kans om aan verschillende interessante masterclasses deel te nemen. Momenteel verdiept ze zich in het hedendaagse repertoire en werkte oa samen met het ensemble Q-O2.

Jan Cherlet (°1974) - Studeerde eerst Industrieel Ingenieur. Daarna vatte hij de studies slagwerk aan bij Gert François en Bart Quartier aan het Koninklijk Konservatorium te Brussel. Hij behaalde er het diploma 'Meester in de muziek' met grote onderscheiding. Hij volgde verschillende masterclasses bij Keiko Abe, Gordon Stout, Emanuel Séjourné en Jean Geoffroy. Cherlet werkt als free-lance slagwerker in Belgische orkesten (De Munt, Het Symfonie-orkest van Vlaanderen, Het Waregems Kamer-orkest,…) Met de ensembles CD-live, Triangel, Ensemble 21 en 'Percussion Group Brussels' verzorgt hij school- en avondkoncerten in België en Nederland.

 

 

 

Ralf Peters (D) & Anima Intermedia (B)
donderdag 28 november

De stemkunstenaar Ralf Peters (°1964) legt zich toe op speciale stemtechnieken. Het hele arsenaal van de stem -van giegelen, fluisteren, grinniken tot schreeuwen of krijsen- wordt gebruikt. Met deze werkwijze plaatst hij zich in een stijl naast andere performers zoals Jaap Blonk (NL), David Moss (VS), Paul Dutton (CAN), Amanda Stewart (AUS) of Valeri Scherstjanoi (RUS). Allemaal kunstenaars die in het verleden een bezoek brachten aan de Logos-koncertzaal.
Ralf Peters -die voor het eerst in België optreedt !- werkte verschillende jaren aan het Roy Hart Center in Frankrijk. Dit centrum wil niet -zoals in de gangbare stemvorming- enkel de zangstem ontwikkelen, maar het ganse arsenaal aan klanken dat een stem kan voortbrengen. Deze ontwikkeling gebeurt volgens de individuele eigenschappen van elke stem. Daarom wordt er samengewerkt met zowel dansers, akteurs als zangers om zo het oudste en tegelijkertijd meest individuele klankinstrument dat iedereen bezit te ontplooien. Ralf Peters leerde zo het grensgebied tussen gezang en geruis, intonatie en artikulatie, lied en geluid kennen en legt zich sinsdien op het podium enkel toe op deze "extended techniques".

Anima Intermedia is een gloednieuw ensemble dat voor de allereerste maal optreedt. Verschillende leden van het ensemble hebben in kleinere formaties reeds met elkaar samen gespeeld maar toch is het in Logos de eerste keer dat ze dit allemaal samen onder deze nieuwe naam doen. Het ensemble bestaat uit vijf muzikanten en twee woordkunstenaars. Het programma " textrumentl " dat ze brengen, beschrijven ze zelf als één geluidsgolf waarbij nu eens de instrumenten dan weer de stemmen de boventoon voeren.

DE DICHTERS van Anima Intermedia
De dichteres Annie Reniers (°1941) publiceerde reeds een twintigtal dichtbundels zowel in het Nederlands als het Frans. Voor haar bundel Nauwe geboorte (1975) werd ze bekroond met de eerste H.C. Pernath-prijs in 1977.
De tweede woordkunstenaar van het ensemble is Antoon Van den Braembussche (°1946). Onder het pseudoniem Tonko Brem publiceerde hij meerdere dichtbundels. Deze vier bundels werden door de Koninklijke Academie voor Taal- en Letterkunde met een Prijs bekroond. Daarnaast geeft Van den Braembusche deeltijds les aan de V.U. Brussel en schrijft hij tal van artikels en boeken. Zijn meest bekende boek is "Denken over Kunst - een inleiding in de kunstfilosofie" dat reeds aan zijn 3de druk toe is.

DE MUSICI van Anima intermedia
Mike Goyvaerts ontdekte na een beginperiode in de kommerciële muziek de hedendaagse vrije improvisatie. In 1986 wordt hij medewerker van de Antwerpse W.I.M (Werkgroep Improviserende Musici) o.l.v Fred Van Hove. Hij speelt het liefst in kleine, interaktieve ensembles o.a. met de andere muzikanten van Anima Intermedia. Hij werkte ook samen met dansers voor multi-media produkties.
Jan-Huib Nas (gitaar) studeerde aan het Antwerpse Konservatorium. Hij legt zich toe op de uitvoering van hedendaagse muziek en kreëerde werken van o.a Frank Agstribbe, Luc Brewaeys, Boudewijn Buckinx, Raoul De Smet, Fred Van Hove. Hij speelde mee in ensembles als het Nieuw Belgisch Kamerorkest, Zeitklang en Ictus. Ook in de improvisatiewereld duikt hij op, o.a. in het Brusselse kollektief voor vrije improvisatie INAUDIBLE en in Fred Van Hove's MLF 6 ensemble.
Adelheid Sieuw (fluit) specialiseert zich ook in allerlei vormen van hedendaagse muziek. Vooral de verstrengeling van beweging, woord, plastische kunstvormen en de hedendaagse gekomponeerde of geïmproviseerde muziek draagt haar voorkeur. Ze volgde stages bij de Nederlandse fluitist Wil Offermans en verdiepte zich in hedendaagse fluittechnieken.
Willy van Buggenhout (synthesizer, perkussie) studeerde elektronische muziek bij André Stordeur en Peter Beyls. Als deelnemer van de " 24 uren kommunikatie " in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel komt hij in kontakt met het Brusselse INAUDIBLE en speelt vervolgens mee in diverse ad-hoc ensembles en projekten van deze organisatie. Daaruit groeit VILLA POETICA, een improviserend ensemble met een link tussen woord en muziek. Begin jaren '80 werkte hij vooral samen met Stichting Logos & Johan Vandermaelen. Daarna verdwijnt hij van de podia om zich toe te leggen op de wijsbegeerte studie. In 1998 maakt hij zijn come-back en is hij te horen in verschillende improvisatie-ensembles.
Johan Vandermaelen (live-electronics & komputer music) beschouwt zichzelf als een autodidakt klankenmaker ondanks het feit dat hij gedurende twee jaar een seminarie elektronische muziek volgde (bij Joris De Laet) aan het Koninklijk Vlaams Muziekkonser- vatorium Antwerpen. Tot 1992 was hij aktief bij meerdere improvisatie-ensembles, nam deel aan performances, komponeerde muziek voor films en musea en was ondermeer medewerker van radioprogramma's bij de toenmalige BRT 3. Nadien legde hij zich vooral toe op de geluidstechniek. Als klankenmaker komt hij terug aan de oppervlakte in 1999 met het ensemble DISORDER ORDERLY en later met het projekt 1 km² @ … (een duo met Guy de Bièvre).