ARCHIEF
Hieronder staan de nieuwste aanwinsten voor het Logos-archief. Als je op zoek bent naar een opname en je wilt weten of Logos die heeft, kan je op onze website terecht waar een zoekmachine (klik hier!) alle geluidsbestanden doorzoekt. De opnames kunnen niet uitgeleend worden maar je kan ze wel komen beluisteren in Logos.
DONAUESCHINGER MUSIKTAGE 1996 (3CD), werk van Louis Andriessen, Luciano Berio, György Kurtag, James Tenney, e.a.
DONAUESCHINGER MUSIKTAGE 1997 (3CD), werk van Mauricio Kagel, Frederic Rzewski, Peter Ablinger, Pierre Boulez,e.a.
DONAUESCHINGER MUSIKTAGE 1998 (4CD), werk van James Dillon, Toshio Hosokawa, Klaus Huber, Hanspeter Kyburz, e.a.
DONAUESCHINGER MUSIKTAGE 1999 (2CD), werk van Peter Eötvös, Alan Hilario, Misato Mochizuki, e.a.
DONAUESCHINGER MUSIKTAGE 2000 (4CD), werk van Mark André, Vinko Globokar, Chris Newman, Stefano Gervasoni, e.a.
Sinds 1950 zijn de jaarlijkse "Donaueschinger Musiktage" een begrip in de hedendaagse muziek. Door de samenwerking met het Südwestfunk-orkest werden hier orkestwerken van komponisten als Xenakis, Berio en Ligeti boven de doopvont gehouden. Het festival gaf en geeft jaarlijks aan een resem komponisten opdrachten om nieuwe werken te schrijven die tijdens een verlengd weekend op het publiek worden losgelaten. In het algemeen passen de gespeelde komponisten in wat je de "ernstige gekomponeerde hedendaagse Europese muziek" zou kunnen noemen. Dat betekent weinig Amerikaanse invloed (minimal music, experimenteel,...) en ook nagenoeg geen geïmproviseerde muziek, installaties of audio-art. Wel is er altijd een luik waarin de nieuwste hoorspelen worden gebracht.
Binnen dit segment van de hedendaagse muziek is het Festival toonaangevend. Veel komponisten die hier gespeeld worden duiken later op in het programma van bijvoorbeeld Ars Musica of van de gekende hedendaagse ensembles.
Sinds 1993 is er (gelukkig) langzaam verandering gekomen in dit profiel. Er wordt nu ook plaats en tijd gereserveerd voor installaties, instrumentenbouwers en meer experimentele kunstenaars. Sindsdien zijn instrumentbouwers als Jacques Rémus, Rolf Julius, Trimpin, Stephan Froleyks, Christof Schläger of Pierre Bastien te gast geweest en kwamen ook komponisten als Alvin Lucier, Tom Johnson, Bill Fontana, Hans Otte, Alvin Curran of Johan Sistermanns aan bod.
Wie een beetje de concertprogrammatie van Logos volgt, weet dat veel van deze namen reeds bij ons opgetreden hebben. Als je een blik op het programma (thema "de stem") voor oktober 2002 werpt, valt de nieuwe lijn direkt op. Er zijn slecht 2 koncerten meer met een groot orkest, daarnaast laten de stemkunstenaars Jaap Blonk en Amanda Stewart nieuw werk horen, is er een apart koncert met koor en elektronika en kunnen installaties van Paul Schwehr en Erwin Stache bezocht worden.
Vreemd genoeg is het vernieuwde en ruimere profiel van het Festival niet te horen op de CD's die uitgebracht worden. De Europese gekomponeerde muziek overheerst en wat mij betreft kun je gerust spreken van een overkill (Is dit een teken dat een tijdperk ten einde is?). De duur van de werken neemt laat-romantische proporties aan, gemiddeld bedraagt die 22 minuten. Van de 49 komposities zijn er slechts 2 korter dan 10 minuten! Bondigheid is blijkbaar een onbekend begrip in deze middens. Chris Newman, Christian Wolff, James Tenney of Helmut Oehring zijn welgekomen uitzonderingen temidden van het (vaak complekse) muzikaal geweld van komponisten als Klaus Huber, Hanspeter Kyburz, Peter Ablinger of Olga Neuwirth.
TOSHIMARU NAKAMURA & SACHIKO M "DO", Erstwhile Records, 2001
In juni 2000 traden Nakamura & Sachiko M op in de Logos zaal. Hun instrumentarium bestond uit een mixer (Nakamura) en een leeggemaakte sampler (Sachiko M) waarin enkel nog de proef-sinustonen te gebruiken waren. "No input" (in de mixer) "No memory" (in de sampler) was het radicale uitgangspunt voor hun klankeksperiment. De opname van dit koncert in Logos vormt de hoofdbrok (36:45 minuten) van een CD van het duo uitgebracht door Erstwhile Records (Jersey- VS). Daarnaast staan nog twee kortere tracks van hun optredens in Frankrijk en Japan. De luisteraars die het koncert in Logos toen gezien hebben, herinneren zich het intense en uiterst gekoncentreerde optreden. Een jaar na het verschijnen van deze CD zijn de kritieken (en vooral over de Logos-track) uiterst lovend. Ik geef je hier een bloemlezing uit een tiental besprekingen die ik aantrof op het internet:
"De sinustonen van Sachiko M. snijden zich door de beginmomenten en klinken ontembaar als een diamanten boor. De virtuoze modulaties intensiviëren zich tot een harde laserstraal die Sachiko M. onmeedogenloos naar het mengpaneel van Nakumura doorstuurt. (...)
Door gebruik te maken van zijn speciale feedback manipulatie technieken stapt Nakamura mee in het ongelooflijke duel en smeedt sinusgolven om tot geluidszwaarden. (...)
Met die wapens vechten Sachiko M. en Nakamura een van de meest buitengewone elektro-akoestische duels uit die ooit opgenomen werden." (Fakejazz- Gil Gershman)
"Een baanbrekende uitgave van twee jonge Japanse improvisatoren. (...)
Net zoals Xenakis' "Legende D'Eer", Parmegiani's "De Natura Sonorum" of Amon Duul's "Psychedelic Underground" is deze opname bij elke luisterbeurt uniek omdat zelfs de geringste beweging van je hoofd een totaal andere luistervaring schept. Eenvoudig gezegd: deze CD is essentieel. Waarom nog wachten?" (Mike Goodstein "Other Music")
"Do" onderscheidt zich door het gebruik van een zeer hoge snijdende feedback die pas na 24 minuten begint te verzwakken. Als je er naar luistert op een laag volume, zou je het geluid als een verre verwant van het constante, hoge gedreun van je komputer kunnen aanhoren. Je moet het volume harder zetten om het subtiele interaktie tussen deze twee improvisatoren te horen. (...) Er zijn niet veel CD's die klinken zoals deze." (Suddeutsche Zeitung, David Grubbs)
"De eerste track -met een duur van bijna 37 minuten- is een ongelooflijke exploratie van geluidstexturen, tonen en sinusgolven. The geluiden vloeien zeer intens in elkaar over en maken elk moment voor de luisteraar tot een belevenis. (...)
De krachtige en inspirerende samenwerking die "Do" is, is een essentiele CD voor de nieuwsgierige, ongedwongen en avontuurlijke luisteraar." (Richard di Santo)
KENNETH GABURO "Five Works for voices, instruments and electronics", New World Records, 2002
Kenneth Gaburo is een Amerikaanse komponist (1926-1993) die in Europa jammer genoeg weinig bekendheid geniet. Deze individualist die niet te vangen is in één bepaalde stijl of stroming is vooral in de VS gekend voor zijn elektronische komposities uit de periode 1960-1990. Gaburo schreef echter veel meer dan dat, hij zette veel projecten op die de toenmalige onderverdelingen in de muziek overschreden.
Antiphony IV (1967) voor stem, piccolo, bastrombone, contrabas en electronica en Antiphony III (1962) voor 16-stemmig koor en elektronica -beide op deze CD te vinden- getuigen van zijn interesse in taal en de menselijke stem. Gaburo was zijn hele leven op zoek naar manieren om taal en muziek met elkaar te verweven, getuige daarvan zijn studies linguistiek en de oprichting van het New Music Choral Ensemble. Met dit koor legde hij zich niet enkel toe op avant-garde muziekwerken (Kagel, Oliveros, Nono,...) maar voerde hij ook teaterwerk van Beckett op of bracht improvisaties waarin elektronika, dans, mime, video en diavoostellingen samengebracht werden. De twee "Antiphony"werken -uit een serie van tien stukken voor instrument(en) en tape- zijn met veel zin voor details gemaakt en klinken nooit overladen. Enkel al op basis van deze twee werken verdient Gaburo zeker en vast meer erkenning in Europa. Van een heel ander (minimalistischer) kaliber is "The Flow of (u)", een werk op slechts één toon en één klank (de "u") van 23 minuten. Alhoewel de partituur van dit werk er uiterst eenvoudig uitziet, gingen maanden van repetities vooraf aan de opname. Gaburo werkte samen met drie zangers om een zo zuiver mogelijke toon te verkrijgen die bijna elektronisch aandoet. Enkel de ademhalingen, de aanpassingen van de mond (om opnieuw de u-klank te vormen) en de trillingen door micro-intervallen zijn onderbreken de stroom.
"PIANO BREAD", "RACCOONS" , "TELECOGNAC MEMORY" , "JARBOE"/TELECOGNAC", "FOLKTALES" CROUTON, 2001
Crouton Music is een jong Amerikaans label dat een zwak heeft voor de schemerzone tussen literatuur en "kreatieve" muziek. De CD's zitten in zeer originele verpakkingen met een bijhorend boekje voor de verhalen of gedichten. Muzikanten die vaak aan bod komen zijn Jon Mueller, Chris Rosenau en Hal Rammel.
IRMIN SCHMIDT & KUMO "Masters of Confusion", Spoon Records, 2001
KRISTOFF K. ROLL & XAVIER CHARLES, La Piece, Potlach, 1999
THOMAS BUCKNER & TOM HAMILTON "Jump the circle Jump the line", Mutablemusic, 2001
PERLONEX (Ignaz Schick, Jorg Maria Zeger, Burkhard Beins) "Peripherique", Zangimusic, 2001
HANS TAMMEN "Endangered Guitar Processing", Nurnichtnur, 2001
STEPHAN FROLEYKS "Fine music with new instruments", JazzHausMusic, 1998
ANTASTEN (Hannes Loeschel, Thomas Lehn, Josef Novotny) "Excentriques", Loewenhertz, 2001
ANTASTEN "Echos an Kegelraendern", Loewenhertz, 2001
ELLEN BAND "90% Post Consumer Sound", XI Records, 2000
IF, BWANA "I, Angelica", Pogus Productions, 2001
PAOLO ANGELI "Linee di fuga", Erosha, 1998
ERNESTO DIAZ-INFANTE & CHRIS FORSYTH "Wires and woden Boxes", Evolving Ear and Pax Recordings, 2001
"CONTEMPORARY MUSIC FROM IRELAND VOL. I", Contemporary Music Centre, 1995
"CONTEMPORARY MUSIC FROM IRELAND VOL. II", Contemporary Music Centre, 1997
"CONTEMPORARY MUSIC FROM IRELAND VOL. III", Contemporary Music Centre, 2001
RITA DOVE & AMNON WOLMAN "Thomas and Beulah", Innova Recordings, 2002
ACHIM WOLLSCHEID "Moves", Selektion, 1998
ACHIM WOLLSCHEID "Acts", Selektion, 1998
Hans Roels
|