koncertberichten
SLYBERSONIC TROMOSOME
Tom Hamilton: Off-Hour Wait State (1995)
Off-Hour Wait State maakt gebruik van het New Yorkse metroplan als ontwerpmiddel. Na wat ervaring te hebben opgedaan door te reizen, te luisteren en te wachten komponeerde Hamilton een elektronische klankomgeving m.b.v. verschillende meet- en transformatietechnieken. De geluiden in deze omgeving komen voort uit analoge synthesizers; er werd geen gebruik gemaakt van veldopnames of samples. De musici wordt gevraagd rechtstreeks met deze omgeving te interageren op vooraf bepaalde tijdstippen. Zij moeten de elektronische geluidsomgeving als een 'audio-partituur' benaderen.
Off-Hour Wait State verscheen in 1996 bij O.O. Discs, voor de CD opname werd beroep gedaan op Roscoe Mitchell, Peter Zummo, Thomas Buckner, Jonathan Haas en Ralph Samuelson.
"Off-Hour Wait State is a grand metaphor, the city transportation system translated into rhythm and texture. In preparation, Hamilton went down into the subway for two trips on the E-Train, one Queens-bound and one Manhattan-bound, from 50th Street to Jamaica Center and from 50th Street to World Trade Center. At each stop he meticulously recorded the time the train stopped and how long it took to get to the next stop; then he would get off, wait for the next train, and repeat the process. This series of timings gave him the rhythmic structure of the music, and differences between the Queens- and Manhattan-bound times provided him with other numbers that would determine the timbre and density of electronic voices. Although he didn't record any environmental sounds to use, as so many composers from Cage to Steve Reich have, he did listen for correspondence between the noises of the subway system and the sounds he could coax from his instrument.
And so, where Cage used chance procedures for sound, Hamilton uses a 'found rhythm', a naturally-occurring (or unnaturally, depending on your estimation of the transit authority's competence) timing within which events happen." (Kyle Gann)
Peter Zummo: Experimenting With Household Chemicals (1987/92)
Voor Peter Zummo, net als voor vele andere trombonisten, is het kinetische aspekt hetgeen de trombone zo attraktief maakt. Bij het komponeren van dit werk onderzocht hij zijn fascinatie voor de verhouding tussen de schuifbewegingen en de harmonieken van de klank. De benadering die hij ontwikkelde bezorgde hem een nieuwe logische 'strategie' voor de schuifbewegingen, één die verschilde van de gebruikelijke akkoordwisselingen en eerder 'multi-modaal' was. De notatie laat hem toe precieze mentale diagrammen te volgen en zo onverwacht melodisch materiaal te genereren, niet gekonditioneerd door de meer gebruikelijke gewoontes.
De partituur van Experimenting With Household Chemicals kan gelezen worden als 1 lange trombonesolo, met allerlei gegevens eigen aan het instrument, doch is het ook dit materiaal dat door de 'begeleiders' moet worden gespeeld. Zuivere synchroniciteit wordt niet nagestreefd maar eerder een kuddebeweging (een soort primitieve stochastiek), hetgeen resulteert in een nogal chaotische ensembleorkestratie.
In de periode dat hij aan het stuk werkte voerde hij het vaak uit, zowel solo als met ensemble (tot 7 musici, met o.m. Arthur Russell, Bill Ruyle, Mustafa Ahmed, Jon Gibson, Joseph Kubera, Daniel Goode en Dennis Masuzzo). In 1995 verscheen de versie voor CD, gemonteerd uit een hele verzameling live en studio opnames (XI 116)
"Like most Downtown composer-performers, Peter Zummo has played and is familiar with all the types of music that have made their way to or been developed in America - from bebop to conceptual music, from rock and concert classical to the deliberately underplayed commercial gig for a new shampoo or whatever. What is reflected in his own music from these experiences is not a collection of stylisms that add up (as some critics would have you think music composition works) but methods of going about making music. The intuitive-interactive sensibility of group playing, for example, that exists in much world music and in avant-garde American music since the Fifties, is assumed by Zummo and his group as a given, allowing momentary forms like canonic imitation to arise in a 'natural', dynamic manner, as if this event were happening for the first time, fresh.
The clean lines and direct gestures which wind player-composers favor are in the material that Zummo provides to his performers, but then their sensibilities mold the destiny of the performance, create its moods and time. In other words, the music is not the notes and rhythms; rather the music is this sense evoked in the performers and listeners.
Zummo is able to create works that encourage that evocation, works that the musicians, each with a different thing in mind at any moment, enjoy performing with their whole being, and that is priceless, and even holy." ("Blue" Gene Tyranny)
Peter Zummo-Tom Hamilton: Slybersonic Tromosome (1999)
In Slybersonic Tromosome exploreren Hamilton (synthesizer en live electronics) en Zummo (trombone, eufonium, didjeridoo en 'plastics') vrije improvisatie in het elektro-akoestisch gebied. Dit houdt o.m. een interaktieve vorm van elektronische kommunikatie in, waardoor real-time kontrole van de eindmix mogelijk wordt als een komplement van de spontane melodische kreatie en orkestratie.
"Neo-romantic electronicat swing for the bopanon set. Today's beat thing tomorrow. Interactive sub-messaging with a difference. Free echo effects, mutes and emotive physical movement."
Peter Zummo komponeert sinds 1967 en voerde wereldwijd zijn werken voor solo trombone en ensemble uit. Hij voerde ook een aantal nieuwe benaderingen van de trombonetechniek door.
Hij schreef muziek voor dansprodukties waaronder Newark (waaraan ook beeldend kunstenaar Donald Judd meewerkte) en Lateral Pass (dat een Bessie Award behaalde) van Trisha Brown. Hij schrijft o.m. voor het Downtown Ensemble en werkte met komponisten als David Behrman, Rhys Chatham, Anthony Coleman, Dan Foot, Jon Gibson, Daniel Goode, Peter Gordon, Tom Hamilton, William Hellermann, Guy Klucevsek, Joan LaBarbara, Steve Lacy, Annea Lockwood, Alvin Lucier, Jon Lurie, Phill Niblock en Arthur Russell.
Hij is te horen op zijn eigen Zummo With an X (Loris Records) en Experimenting With Household Chemicals (XI) en op tal van opnames van andere komponisten en ensembles.
Tom Hamilton is al meer dan 25 jaar aktief als komponist en uitvoerder van elektronische muziek (met een voorliefde voor analoge synthesizers). Zij muziek konfronteert vaak struktuur met improvisatie en elektronische texturen met akoestische instrumenten.
Hamilton werkte samen met beeldende kunstenaars zoals fotograaf Ernst Haas en videast Van McElwee. In zijn recentste projekten werkte hij samen met o.m. Peter Zummo, Jonathan Haas, Todd Reynolds en Richard Lerman. Hij is ook lid van het improvisatiekwartet Act of Finding met gitarist Bruce Arnold, zanger Thomas Buckner en bassist Ratzo B. Harris.
Sinds 1990 is Hamilton ook lid van Robert Ashley's reizend operaensemble, waarmee hij in de V.S., Europa en Japan optrad.
Vorig jaar verscheen bij OO Discs zijn CD Off-Hour Wait State, met o.m. Roscoe Mitchell, Peter Zummo, Thomas Buckner en Jonathan Haas.
Zij nieuwste werk is Sebastian's Shadow (Longer ramblings on, (Monroe Records) waarover de pers schreef: "…made of the brain parts of the players...one guy is standing up...according to the digital shapes...to grow his own, like a botanical graft...love the booming echo...intricate mechanical quality...of mysterious origin...murky, ambiguous gurgling."
Slagwerker en komponist Michael Weilacher studeerde aan de Eastman School of Music en aan het Conservatorium van Cincinnati (bij Al Otte en de Percussion Group Cincinnati). Tijdens zijn 'klassieke' studies was hij ook aktief in diverse plaatselijke rockgroepen.
Hij zag snel in dat zijn interesse meer uitging naar hedendaagse muziek, en na zijn conservatoriumstudies trok hij naar Rotterdam om er bij Robert van Sice te studeren. Sindsdien trad hij als solist en in diverse ensembles (o.m. Zeitklang, Janus Duo, Champ d'Action, Quadro Quartet, Carré) op, zowel in Europa als in Noord- en Zuid-Amerika.
Hij was één mede initiatiefnemer van de muziektheaterproduktie 'Tongues/Savage Love' (naar Sam Shepard). De voorbije jaren ontwikkelde hij z'n eigen Streetbeats, waarbij hij uitsluitend beroep doet op rekuperatiemateriaal i.p.v. bestaande slagwerkinstrumenten. Een eerste CD met Streetbeats verscheen bij vzw. De Krijtkring.
Fluitiste en komponiste Anne La Berge groeide op in Minnesota (USA) en woont sinds 1989 in Amsterdam. Zij studeerde aan de Universiteiten van New Mexico en Illinois (waar zij later assistent werd). Zij ontving in 1990 de Stipendiumprijs op de "Darmstadt Ferienkursen für Neue Musik" en was gastdocent tijdens "The First European Flute Festival" in 1992.
Zij werkt samen met komponisten, uitvoerders en ensembles als David Dramm, Frances-Marie Uitti, Nick Didkovsky, Gene Carl, Yuko Suzuki, Bert Lelivett, Ensemble Aardvark en het Frankfurtse Ensemble Modern. Een solo CD met eigen werk (Blow) verscheen bij Frog Peak Music en heel onlangs nog verscheen een opname van haar werk met Gert-Jan Prins in het fluit/elektronika duo United Noise Toys bij X-OR.
Bassist en komponist Xavier Verhelst was in de jaren 70 en begin 80 aktief zowel binnen de free-jazz als de barokmuziek (hij speelde kontrabasgamba bij o.m. das Neu-Eröffnete Orchestre). In 1986 werd hij mede-oprichter van het Cheops Kwartet, voor wie hij o.m. het avondvullende werk 'Hout', naar Ovidius, voor twee recitanten en kamerensemble schreef. Later volgde de kameropera 'Voyage au Centre des Elements' naar Jules Verne. Zijn recentste projekt is 'The Mean Team', met fluitist Bert Jacobs en saxofonist Michel Mast, omgeven door een elektronische 'virtual big band'.
Gitarist en komponist Guy De Bièvre evolueerde van rock, via improvisatie naar kompositie. Zijn werken werden internationaal uitgevoerd door o.m. Anne La Berge, Guy Klucevsek, Zivatar Trio, Annette Sachs, Jerry Hunt, Francoise Vanhecke, Seth Josel, etc... Werk van hem is o.m. te horen op de CD Polka Dots & Laser Beams (Evva) van Guy Klucevsek.
MINIMAL ELECTRONIC MAXIMALISM
Michael J. Schumacher
Michael J. Schumacher komponeert al sinds hij 7 is en kreeg kompositieles vanaf zijn vijftiende, eerst van Stanley Applebaum (die bij Stefan Wolpe gestudeerd had) later, aan de Universiteit van Indiana, van Bernhard Heiden (zelf een student van Paul Hindemith) en John Eaton. Uiteindelijk doctoreerde hij in 1988 aan de Juilliard School, bij Vincent Persichetti. Hij studeerde ook nog piano bij Seymour Bernstein in New York en John Ogdon aan de Universiteit van Indiana. Hij was ook een tijdlang leerling van LaMonte Young.
Hij komponeerde tal van instrumentale werken maar richt zich sinds 1988 hoofdzakelijk op de elektronische media, in hoofdzaak computergestuurde klankomgevingen, waarbij tot 14 luidsprekerkanalen gebruikt worden. Naast dit alles vormt hij ook een gitaarduo met Borbetomaguslid Donald Miller. In 1996 richtte hij in New York STUDIO FIVE BEEKMAN (http://www.virtulink.com/immp/studio5/INDEX.HTM) op, een multimedia galerij waar klank een centrale rol speelt en o.m. David First, Tom Hamilton, Ben Manley, Maria Blondeel, Steve Roden, Lee Ranaldo, Phill Niblock en David Behrman werk presenteerden.
Jean Voguet
Ontmoetingen en kollaboraties met tal van internationale kunstenaars, de aantrekking door het experimentele en de nieuwe technologieën, de bezorgdheid om het poëtische geheugen van de arbeid en de machines van de mens, leidden hem er toe vliegtuig-, landbouwmachine- of luchtballonkoncerten te realiseren, te werken met live electronics en multimedia en een Musée Nomade op te richten.
De techniek - als een schilderspalet - laat hem toe rechtstreeks 'klankogenblikken' te komponeren en weer te geven. Deze 'instants sonores' zijn computermuziekminiaturen: het poëtisch ervaren van de omgevende tijd en ruimte.
Hij is mede-oprichter van C.R.A.N.E., een multidisciplinair centrum in Quincerot, vlakbij Lyon, waar jaarlijkse internationale symposia georganiseerd worden.
"Ik ben slechts boodschapper voor mezelf ... hetgeen ik laat horen heeft meer te maken met het fundamentele dan het toegepaste, want ik kan mij onmogelijk aan de vorm van een thema of opdracht plaatsen, waarvan de esthetiek of richtlijnen mijlenver verwijderd zijn van de dringende bezorgdheden van mijn korte leven? Het beroep van schepper bestaat niet, we zijn allemaal professionelen, maar professionelen van het onverkoopbare, het niet kwantificeerbare, het ontastbare, het onvergelijkbare...want allen zo verschillend...En laten we de kunstenaar en de schepper niet verwarren, het kulturele en het artistieke...Natuurlijk is de schepper soms kunstenaar en maakt het artistieke deel uit van het kulturele...maar het kulturele is niet noodzakelijk kunst en de kunstenaar is te dikwijls begaan met zijn publiek ten nadele van de kreatieve daad. Laten we ons opnieuw op onszelf koncentreren, om dan...met onze verschillen...misschien - vaak - in de onverschilligheid, uit te wisselen."
(Jean Voguet 1999)
Heinz Weber
Heinz Weber is een Duitse klankkunstenaar die leeft en werkt in Hamburg. Hij studeerde linguïstiek, plastische kunsten en muzikologie in Marburg, Hamburg en Berlijn. Sinds 1985 telt zijn artistieke produktie klankinstallaties, elektro-akoestische komposities, klankskulpturen, multi-media performances en klankontwerp voor film, theater en dans. Hij leidt ook workshops over experimentele klankkunststrategieën. In 1990 richtte hij mee SPRITZENHAUS op, een centrum voor akoestische kunst in Hamburg, waar hij performances, tentoonstellingen en residentieprojekten koördineert.
Met deze eklektische achtergrond is Heinz Weber een type voorbeeld van de multidisciplinaire kunstenaar. Zijn muzikale background geeft zijn werken een sterk gevoel voor struktuur en beweging, terwijl zijn plastische opleiding zorgt voor de konceptuele en architekturale onderbouw.
HEINZ WEBER: DAS SALZ ZUM ERDEN #2
DAS SALZ ZUM ERDEN #2 (het 'aardingszout') is een alchemistisch laboratorium waarin enkele elementaire fysische/chemische processen plaatsvinden. Deze processen hebben elk hun sonore eigenheid. Er is ook een reeks experimenten waarbij klankgebeurtenissen behandeld worden. Tijdens de voorstelling worden de processen doorgevoerd.
Opname/Protokol
Op een tweede niveau wordt er gewerkt met een systeem waarbij een oneindige magneetband door twee bandopnemers loopt, één voor opname en één voor weergave. Dit systeem laat simultane opname en weergave van de klankprocessen toe in een kontinue evolutie.
Publieke Weergave/Kompositie
Het laboratorium en het opnamesysteem werken allebei op een erg diskreet geluidsniveau. Tijdens de voorstelling worden bepaalde klankgebeurtenissen via een live mix naar de geluidsinstallatie gestuurd. Dit klankresultaat is de akoestische kwintessens van het werk.
Ik ben vooral geïnteresseerd in het luisteren. Als kunstenaar ben ik begaan met de specifieke klanken van dingen en eenvoudige akties. Met de idee van het alchemistisch laboratorium wil ik de exploratie van het essentiële associëren met het geloof in het wonderbaarlijke.
|