Logos Trio in Indonesie (9)
Ook de trein naar Yogyakarta heeft in de meeste wagons ingeslagen ruiten. Vermits wij gelukkig eerste klas tickets kregen, zitten we niet in de tocht. Deze wagons zijn namelijk uitgerust met dubbel glas en zodoende is enkel het buitenste raam gebroken. De reis duurt vele uren en we krijgen opnieuw de kans met volle teugen van een schitterend landschap te genieten. Vooral op de felgroene kleur van de rijstterrassen raak ik maar niet uitgekeken. Het landschap wordt wat heuvelachtig en hier en daar merken we tussen palmbomen en struiken verscholen de verhoogde plateaus waarop Islamitische begraafplaatsen zijn aangelegd. Moslims moeten met het hoofd naar Mekka begraven worden en de artificiële heuvel moet de lijken, die zonder kist in de aarde worden gelegd, boven de waterlijn van de rijstterrassen houden.
Af en toe houdt de trein schijnbaar zonder reden stil. Dan ga ik bij de open deur even frisse lucht happen. Bij een van deze stops ontwaar ik eensklaps een kleurrijke spin van enorme afmetingen die haar web parmantig tussen de parallelle elektriciteitskabels heeft gespannen. De knalrode strepen op het groene lijf zijn kwasi fluorescerend en doen mij bijna mijn arachnofobie vergeten. De acht poten sierlijk uitgestrekt alsof ze zich in al haar pracht aan mij wil tonen. Ik maak er waarachtig een foto van. Maar toch zucht ik opgelucht, wanneer de trein zich opnieuw in beweging zet en het overmaatse dier uit mijn zicht verdwijnt.
Zodra we in Yogyakarta zijn aangekomen, merken we dat we op een andersoortig Java zijn. Hier hangt een duidelijk verschillende sfeer dan in Jakarta of Bandung. De stad ademt een bedrijvige drukte maar toch ook een vredige sereniteit uit. De straat van ons 'guesthouse' is afgestemd op het type 'Lonely Planet' toerist. Vraag eender wie ooit in Yogyakarta logeerde, waar die verbleef en de kans is enorm dat het in die bewuste straat is. Ook in menig reisverhaal van weekend kranten en tijdschriften allerhande kom ik later herhaaldelijk diezelfde straat tegen. Grappig, hoe we allemaal denken unieke reizen te maken, maar hoe de media ons netjes naar dezelfde plekken loodsen. Toch zijn we opgetogen over onze Yogyakarta 'stek', want alles ademt hier vriendelijkheid en dat is niet precies wat je deze dagen in woelig Indonesië overal ontdekken kan.
Peter Claes, eerste sekretaris van de Belgische Ambassade, komt zich samen met zijn ouders hier bij ons vervoegen. Straks reizen zij nog door naar Bali. Peter heeft ook hier alles piekfijn geregeld en na ons koncert hebben we nog twee dagen extra, om eens rustig rond te kijken. Vanzelfsprekend staat Borobudur dan op ons programma. Maar laten we niet vooruitlopen - hoewel we dat maar al te graag zouden willen doen.
Ons koncert hier in Yogyakarta morgen is spijtig genoeg voor deze tournee ook alweer ons laatste. Maar diep in mijn hart ben ik over dit optreden toch echt wel een beetje ongerust. Wie weet op welke manier we hier nu ontvangen zullen worden. Ik hoop maar dat "le Directeur du Centre Français", met zijn toepasselijke naam, Filiou, zijn dreigement niet ten uitvoer heeft gebracht. In het vuur van zijn woede had hij er ons van verzekerd dat hij het zijn plicht vond de andere centra te waarschuwen. Waarvoor had hij er niet bij vermeld. Toch griezel ik bij de gedachte. Wat heb je aan vooringenomen kontakten. Laten we hopen dat we een eerlijke kans krijgen. Of onze Indonesië-koncerttournee zou wel eens op een bittere nasmaak kunnen krijgen.
Vlug zet ik de akelige gedachten uit mijn hoofd. Morgen zien we wel. Laten we eerst maar van vandaag genieten.
Ons Yogyakarta hotel oogt schitterend. Een open restaurantgedeelte, ingericht als eenvoudig terras met zware houten meubelen onder een al even imposant houten dak onttrekt het eigenlijke hotel, gelegen rond twee binnentuinen, aan het oog voor de voorbijganger. Geen van de gebouwen is meer dan één verdieping hoog. De tuintjes zijn bevolkt met geurige exotische bloemen, een karperbak, Chineesachtige skulpturen, paarse orchideeën en prieeltjes versierd met drakenkoppen. Hier wordt 's morgens het ontbijt geserveerd. En wat grappig, doodgewone mussen hebben een onderkomen gevonden in de opengesperde drakenmuilen. Oost en west in beste verstandhouding verenigd…
Op aanraden van Peter bestellen we drie tickets voor een Ramayana- voorstelling deze avond. Het schouwspel speelt zich af bij de Prambanan tempels, die we een van de komende dagen ook overdag zullen verkennen. Bij de balie van ons 'guesthouse', dat dezelfde naam draagt, hangen foto's van dit Hindoeïstisch bouwwerk. Wat heerlijk nu al te bedenken, dat we er straks in levende lijve zullen rondkuieren.
Een kleine limousine komt ons ophalen. Het vraagt een poosje rijden eer we de stad uit zijn. Helaas spreekt de chauffeur weinig Engels. Zoniet had ik hem met duizend en één vragen bestookt. Wat een bizarre toestanden komen we onderweg toch tegen. Bijvoorbeeld de bouwbedrijven waar je zomaar uivormige koepeltjes voor een zelfbouwmoskee kunt kopen. Diverse types en modellen van uiteenlopende grootten staan kriskras door elkaar opgesteld. Het opgepoetst metaal glimt als goedkoop blik in de ondergaande zon. Het is me nog steeds een raadsel hoe een monotheïstische godsdienst, die zijn wortels vond in de ontberingen van een woestijnvolk ooit de harten van bewoners van zo'n gulle tropische regionen heeft weten te veroveren. De Javanen ogen zo zelfbewust en fier, zo hoffelijk en elegant, zo behulpzaam en beminnelijk dat ik concepten als sharia en jihad hier maar niet kan plaatsen.
Ik mijmer stilletjes voor me uit en vergeet er het drukke verkeer bij met de honderden scooters die zich roekeloos tussen de kleurige bussen en vrachtwagens slingeren.
Daar duikt Prambanan reeds op. De chauffeur wijst ons enthousiast de torens, de Vihara's, van de Hindoetempel aan. 's Avonds tijdens de Ramayanavoorstellingen is het heiligdom gesloten, maar alleen al het zicht van de monumentaal van top tot teen gebeeldhouwde Vihara's is zo adembenemend.
Voortreffelijk. We krijgen een openluchtdiner aangeboden met uitzicht op het tempelkomplex. Langzaam daalt de zon. Rode wolkenslierten tekenen zich af tegen de indigoblauwe hemel. Wanneer het te donker dreigt te worden en er van de torens enkel nog duistere silhouetten overblijven, wordt een feeërieke verlichting aangestoken. Zo krijgen we voorwaar een totaalspektakel. In de verte klinkt het Gamelanorkest dat inspeelt voor de show. Op onze tong smaken we het verfijnde palet van de Indonesische keuken. Een onvergetelijke avond met strelingen voor oog, tong en oor.
Daar weerklinken de gongs driemaal. Het signaal dat de Ramayanavoorstelling zal beginnen. De arenavormige opstelling van de zaal, uitgerust met talrijke kleurenspots doet ons eensklaps terugdenken aan soortgelijke toeristische attrakties die we in 1988 in Mombasa, Kenia, hebben meegemaakt. Hier krijgt de buitenlander een voorgekauwd afgietsel van de werkelijke kultuur te zien. Maar soit. We zijn hier nu eenmaal. Gelukkig mogen we naar hartelust klankopnames maken. We wandelen tot bij de gamelaninstrumenten die netjes in twee sekties links en rechts zijn opgesteld. 'Bonangs' met koepelpotgongs, 'genders' en 'slenthems' met metalen latten en buisresonatoren, een xylofoon met de ronkende naam 'gambang kayu' en citers luisterend naar het exotische woord 'chelempung'. Ook de 'suling'-fluiten en de rebab zijn van de partij. Helaas staan bosjes microfonen opgesteld en torenhoge luidsprekers die voor de nodige vervorming zullen zorgen. Terwijl een gamelan-orkest geenszins versterking nodig heeft. Op zo'n momenten heb ik de pest aan onze westerse samenleving en vergeet ik even dat ik hier zonder haar nooit was geraakt.
Vlug een plaatsje op de eerst rij zoeken en de minidisk van een blanco diskette voorzien. Mijn hart popelt. Ondanks het toeristisch gedoe, heb ik fantasie genoeg, om me ten volle in wat te gebeuren staat in te leven.
De Hindoegod Rama zal zijn geliefde gemalin geschaakt weten en met zijn apenleger ten strijde trekken om haar te bevrijden. Daar komen de muzikanten al het podium op. Hmm, de geluidskwaliteit van de versterkte gamelan bezorgt me kippenvel, maar mijn vermogen om storende faktoren uit mijn geest weg te toveren, snelt me ter hulp. Ik maak abstraktie van alle kleurlichten, geluidsvervormingen en andere storende details en wanneer de eerste akteurs in schitterend ornaat de scène betreden, ben ik de wereld rondom mij totaal vergeten. Ik leef mee met de wilde achtervolgingen, de smeekbeden, de intriges en de woeste gevechten van het apenleger, die zich ook tussen de gillende toeschouwers afspelen. Tot één van de spierwitte apen met zijn volle gewicht bovenop mijn minidisk belandt. Ik slaak de allerhardste kreet die mijn stembanden me toelaten. De witte aap verstijft, veert recht en gaat er als de bliksem vandoor. Ik ben woest. Daar gaat mijn opname! En wellicht mag ik een kruis maken over de zo fragiele apparatuur ook. Ik verwens Rama en de hele santenboetiek op staande voet terug naar de Hindoegoden en hoop stilletjes dat ze allen als kakkerlakken worden herboren.
Maar mijn verbolgenheid is van korte duur. Want het applaus bij het einde van de voorstelling is nog verre van uitgestorven of de spierwitte aap komt behoedzaam naar me toe geslopen en gaat verontschuldigend naast me zitten. Hij tilt zijn apenmasker op en ik staar in diepbruine ogen boordevol spijt. Het jonge gezicht van de acteur kijkt me zo vriendelijk aan, dat ik mij op mijn beurt haast gegeneerd voel, zo'n pantomime te hebben gemaakt. Rustig samen zittend testen we kalm de minidisk uit. Ik hoor het bange hart naast me kloppen en kijk hem vertederd aan. Alle toetsen van het apparaat blijken op het eerste zicht nog naar behoren te funktioneren. Maar het witte aapje is er niet gerust in. Wanneer we nog eens langs de instrumenten lopen, om wat foto's te nemen, blijft hij mij stilletjes volgen en verklaart hij hier en daar iets over de gamelan-muziek.
Dan is het tijd om op te stappen. De jonge akteur vergezelt me tot aan de deur. We omarmen elkaar hartelijk bij wijze van afscheid. Ik aai de witte apenvacht op zijn rug.
Zo heb ik er een vriend uit het Indonesisch apenleger van de god Rama bijgekregen.
(deel 10)
M.D.
THE PLOT - RAMAYANA FULL STORY
AT TRIMURTI THEATRE EVERY TUESDAY, WEDNESDAY AND THURSDAY 7.30 - 9.30 PM
INTRODUCTION
Prabu Janaka, the king of Mantili Kingdom has got a very beautiful princess named Dewi Shinta. A competition is conducted in order to decide who will be the right person to marry Dewi Shinta. The prince of Ayodya kingdom, R. Rama Wijaya at last wins the competition.
Prabu Rahwana, the ruler of Alengkadiraja kingdom is eager to marry Oewi Widowati. And after knowing Shinta, he assumes that Dewi Shinta is the incarnation of Dewi Widowati whom he is searching for along time.
DANDAKA FOREST
Rama Wijaya, the prince of Ayodya Kingdom along with his wife Shinta and accompanied by his younger brother Leksmana is adventuring until they arrive in Dandaka forest. Meeting Shinta in the place, Rahwana becomes eager to possess her. In order to realize his idea, Rahwana commutes one of his followers named Marica to a deer called Kijang Kencana so as to attract Shinta. Being interested in the beauty of the deer, Shinta asks Rama to capture the deer for her. Rama leaves Shinta accompanied by Leksmana and start hunting the deer.
After waiting for a long time, Shinta becomes nervous as Rama has not arrived yet. She asks Leksmana to look for Rama. Before leaving Shinta alone, Leksmana draws a magic circle on the ground so as to protect her from any possible danger.
As soon as Rahwana notices that Shinta has been left alone, Rahwana tries to kidnap Shinta but he fails because of the magic circle which protects her life. Then he changes to be an old Brahmana. As soon as Shinta gets out from the magic circle to give alms to Brahmana, Brahmana (Rahwana) takes her and fly her to Alengka Kingdom.
RUNNING AFTER THE DEER
Rama shoots at the deer with bow and arrow, but the deer commutes to a giant. A war out breaks between Rama and Marica. The giant is shot dead with Rama's arrow. Later on Leksmana arrives and requests Rama to return to Shinta's place.
THE KIDNAP OF SHINTA
On the way of Alengka, Rahwana meets a Garuda bird called Jatayu. After noticing that Shinta is the princess of Prabu Janaka, his friend, Jatayu attacks Rahwana in order to escape Shinta but he is defeated by Rahwana.
After finding out that Shinta is not in her previous place, Rama and Leksmana decide to search for Shinta. Later on they meet Jatayu seriously wounded. Rama thinks that it must be Jatayu who has kidnapped Shinta. Rama decides to kill him but Leksmana prevents him to do so. Jatmyu explains what has happened to him and then he dies.
A moment later, a white monkey named Hanuman arrives. He is delegated by his uncle, Sugriwa, to look for two heroes who are able to kill Subali. Subali is a sacred man and has taken Dewi Tara, Sugriwa's beloved woman by force. Rama decides to help Sugriwa.
KISKENDO CAVE
When Subali, Dewi Tara and his son are chating, Sugriwa arrives. And with the help of Rama, Sugriwa attacks him. Subali is defeated. Sugriwa takes Dewi Tara with him again.
Sugriwa decides to help Rama to look for Shinta. For this purpose, Hanuman is delegated to find and to investigate Alengka kingdom.
ARGASOKA GARDEN
Rahwana's niece, Trijata is comforting Shinta in the garden. Rahwana arrives and asks Shinta's willingness to be his wife. Shinta refused so. This makes Rahwana angry and plans to kill her, but Trijata prevent and tells that he should be patient. Trijata promises to look after Shinta.
It was when Shinta is very sad that suddenly she becomes startled to hear a beautiful song which is sung by Hanuman, the white monkey. After being noticed by Shinta, Hanuman tells that his purpose is to escape her, and this duty is ordered by Rama.
As soon as he explains the purpose, Hanuman starts to find out the total power of Alengka's Army. Then he destroys the garden. Indrajid, Rhawana's son captures him. Kumbokarno prevents, then he is thrown out of the kingdom. Hanuman is sentenced to be burnt alive till die. Hanuman fails to die and with the fire around his body he fires Alengka kingdom.
After evaluating Hanuman's report considering the condition of Alengka, Rama along with his monkey soldiers attack Alengka. Indrajid is killed and Alengka's army is in a difficult position.
Wise giant Kumbokarno is ordered by Rahwana to be the leader of the war. Kumbokarno accepts the order but not to defend his cruel elder brother but only for the prosperity of his nation.
Kumbokarno is died - killed by Rama's heirloom arrow and bow. Rahwana takes over Kumbokarno's role as the leader of the war and starts to attack Rama and his soldiers. He is also killed by Rama's heirloom arrow and bow. His corpse is pressed by Sumawana mountain which is carried by Hanuman.
THE MEETING OF RAMA AND SHINTA
After the death of Rahwana, Shinta, accompanied by Hanuman, meets Rama. Rama refused to accept her as he considers Shinta is not purified anymore. In order to prove that she is still purified, Shinta burns herself. With the help of gods of fire and her holiness, Shinta is saved from the fire. Her proof makes Rama happy and finally accepts Shinta to be his wife again.
P T. Taman Wisata Candi
BOROBUDUR, PRAMBANAN & RATU BOKO
Jl. Raya Yogya - Solo Km. 16 Prambanan Yogyakarta,
Telp. 496408 Fax. (0274) 496404
(deel 10)
|