Dr.Godfried-Willem RAES

Kursus Experimentele Muziek: Boekdeel 4: Organologie en Experimentele Instrumentenbouw

Hogeschool Gent : Departement Muziek & Drama


<Terug naar inhoudstafel kursus>

   

  4047 Elektromagnetisch aangedreven snaren

Dat een elektrische gitaar aangehouden tonen kan produceren wanneer we maar dicht genoeg bij de luidspreker staan opgesteld en die van voldoende volume voorzien is genoegzaam bekend.

Ook zonder deze nogal brutale techniek is het evenwel mogelijk aangehouden noten te spelen op snaarinstrumenten met ferromagnetische snaren. Daarvoor is sedert vele jaren een hulpmiddel op de markt dat luistert naar de naam ebow. Anders dan wat door de fabrikant wordt beweerd, is dit geen originele uitvinding, want het werd reeds in de eerste helft van de 20e eeuw toegepast op sommige pianos om lang aangehouden tonen mogelijk te maken en zo een orgel-achtig effekt te verkrijgen..

We geven hierbij de volledige tekst en tekeningen van het originele ebow patent.

Zelfbouw van zo'n kleinnood is binnen het bereik van elke goede knutselaar.

Om experimenteerlustigen op het goede pad te helpen (studie van hoofdstuk 2 van deze kursus is aangewezen voor een diepgaander begrip van het projekt), hier enkele praktische aanwijzingen en schemas.

In het schema hieronder pasten we een LM386 chip toe. Voor een wat groter vermogen kan je ook een LM386-4 gebruiken, die je dan wel moet voeden met 15 a 16V dc i.p.v. met een 9V batterijtje.

De spanningsversterking van dit ontwerpje is 200x , of 46dB. Voor een optimale werking moet de elektromagneet van de driver (aan de uitgang) laagohmig zijn ( ca. 8 Ohm). Je kan een uitgangstransfo gebruiken uit een oud transistorradiotje waarvan je de kern verwijdert en vervangt door een permanente magneet. De ingangsspoel die op een permanente magneet gewikkeld moet zijn, mag hoogohmig zijn. Voor gebruik als ebow moeten opvangspoel en driverspoel dicht bij elkaar worden gemonteerd, maar wel zo dat ze in rust net niet gaan oscilleren. Het bepalen hiervan gebeurt het eenvoudigst met een oscilloskoop, maar kan ook met een stroommeter in serie met de batterij worden nagegaan. Wanneer de stroom groot is (> 10mA) en er toch geen metalen objekt meetrilt, dan mag je er zeker van zijn dat de zaak vanzelf oscilleert, en nog wel op een onhoorbare ultrasone frekwentie. In dit geval moet de afstand tussen beide elementen vergroot worden.

Krijg je de opstelling niet aan de praat op lage frekwenties dan kan het nodig zijn een RC netwerkje parallel over de ingang te plaatsen.

Uiteraard kan je het werkingsprincipe ook uittesten door gebruik te maken van een gewone audioversterker, waarbij je dan de pick-up spoel (het kan ook een element zijn van een elektrische gitaar) verbindt met een van de ingangen van de versterker en de luidsprekeruitgang met het driver-spoeltje opgebouwd zoals hierboven beschreven.


In sommige van mijn robot snaarinstrumenten werd dit principe eveneens toegepast:

In een volgende paragraaf beschrijven we een totaal andere technische mogelijkheid om snaren elektromagnetisch tot trillen te brengen. Deze paragraaf is alleen bedoeld voor studenten en kunstenaars met een uitgesproken belangstelling voor het experimentele onderzoek in de kunsten.


Filedate: 1997 - last updated: 2013-02-25

Terug naar inhoudstafel kursus: <Index Kursus>

Naar homepage dr.Godfried-Willem RAES