Moniek Darge op studiereis
naar Zuid-India (deel 2)
Hindoeïsme
Tamil Nadu heet de vroegere staat Madras heden ten dage. Het betekent het Land van de Tamils. De Tamils zijn de oudste bewoners van India, de dragers van de Dravidische kultuur en hebben niets te maken met de Tamil Tijgers van Sri Lanka. Tamil Nadu is de tempelstaat bij uitstek, waar je het hindoeïsme in zijn zuiverste vorm kan beleven.
We hebben geluk, want onze reisgids, de jonge Charlotte Block, kent deze godsdienst van binnenuit, evenals de vele verschillende rituelen en loodst ons moeiteloos binnen in tempels, waar we normaliter niet toegelaten zouden worden. Telkens instrueert ze ons uitvoerig welke handelingen er van ons worden verwacht, waar we onze handen boven het vuur dienen te houden, om ze vervolgens tegen ons voorhoofd te drukken of waar we water op onze kruin moeten druppen.
Offers voor de goden
Als resultaat krijgen we bij wijze van zegening een rode, gele of witte stip op ons voorhoofd en de toelating om door te dringen tot het heilige der heiligen. Vaak is het er behoorlijk donker en erg benepen. Het godenbeeld rijkelijk uitgedost met vele bloemenslingers en kostbare gewaden. De penetrante geur van ghee, de geklaarde boter waarmee veel godenbeelden worden ingesmeerd, wringt zich tussen onze neusvleugels naar binnen. Wanneer tegen betaling een puja-ritueel wordt uitgevoerd, slingert de brahman van dienst vervaarlijk met een olievat met grote vlam heen en weer op de schrille klanken van één of meerdere bellen, soms begeleid door indringend tromgeroffel. Met ontbloot bovenlijf en het typische brahmanenkoord over één van de schouders, heft hij een wonderbaarlijk gezang aan, dat zo vaak wordt herhaald tot er een bezwerende en zelfs hypnotische sfeer van uitgaat. Soms vecht ik om niet in trance te raken. Stiekem slaat mijn opnameapparatuur ondertussen alle klanken en geluiden op en heb ik het gevoel dat ik iets sakraals ontvreemd in deze benepen ruimte, waar fotograferen ten strengste verboden is.
Het hindoeïsme kent vele goden, zeer vele zelfs. Er is evenwel geen overkoepelend gezag of instituut. Iedereen bepaalt zowat voor zichzelf welke god of godin een speciale verering krijgt.
Er zijn 3 oppergoden: Brahma, Vishnoe en Shiva en zoals bij de Oude Grieken vertonen ze zeer menselijke trekjes. Ooit wedijverden ze wie van de drie de machtigste was en Shiva kwam door een list als winnaar uit de bus. Brahma, de verpersoonlijking van het abstrakte principe, Brahman, het universum of de kosmos, zou als bouwheer de feitelijke oppergod moeten zijn, maar hij wordt het minst vereerd. Hij heeft vier gezichten en uit zijn vier monden ontstonden de heilige Veda-geschriften. Deze geschriften gaan terug tot ca. 1000 voor onze tijdrekening. De eega van Brahma is de godin van kunst en wijsheid, Sarasvati. Iedere hindoegod heeft ook een eigen rijdier. Dat van Brahma is de zwaan of de gans.
Hanuman (L) - Vishnoe met vissenkop (R)
Vishnu is de beschermer van de kosmos en zo ook de helper van de mensheid. Eén van zijn attributen is de schelp. Hij kent vele gedaanten: hij kan allerlei half antropomorfe, half zoömorfe vormen aannemen, zoals bv. een mens met een vissenkop, maar vaak zien we hem ook gewoon als mens. Soms rust hij op een veelkoppige slang, die dienst doet als bed. Andere vormen van hem zijn Rama en Krishna. Rama is de held uit het Ramayana epos. Zijn gemalin, Sita, wordt geschaakt door de demon, Rawana en samen met het apenleger en hun aanvoerder, de witte aap, Hanuman, zal hij zijn vrouw bevrijden. Krishna speelt dan weer een belangrijke rol in de Bagavat Gita, één van de vele onderdelen van de Mahabaratha.
Vishnu's vrouw heet Laksmi en is de godin van het geluk. Het rijdier van Vishnoe is de Garuda-vogel, een soort adelaar. Shiva is dan weer zowel schepper als vernietiger, wiens rijdier Nandi, de stier, is. Shiva heeft de drietand en de lingam als attributen. Dit laatste staat symbool voor vruchtbaarheid en heeft de vorm van een steen of zuil die reminiscenties aan een fallus oproept.
De stier Nandi
De lingam rust ook dikwijls in een yoni, een vagina. Deze lingamverering zou teruggaan op een zeer oude voortplantingskultus. Shiva wordt in zeer veel verschillende gedaanten vereerd, bv. de Shiva van het vuur of de Shiva van de ether die de kosmische dans uitvoert. Dan wordt hij Shiva Nataraja genoemd. Hij danst zijn vernietigende dans op het lichaam van de demonische dwerg, die symbool staat voor kwaad en onwetendheid. Tijdens die dans wordt hij omringd door een stralenkrans van vuur en via het lange haar van Shiva, daalt de Ganges als god op de aarde neer. Ook de gemalin van Shiva kent vele verschijningsvormen zoals Shakti, de godin van de levensenergie, of de lieftallige Parvati of de gevreesde Durga.
De oermoeder of grote moeder is dan weer één van de oudste religieuze vormen van India en ze wordt vereerd als kosmische koe. Wellicht daarom worden koeien in India als heilige dieren beschouwd.
Ganesha (L) - Shiva Nataraja (R)
Eén van de meest vereerde goden in Tamil Nadu is Ganesha, de god met de olifantenkop. Hij is de zoon van Shiva en Parvati, die het ongeluk had door zijn vader onthoofd te worden. Na een lange afwezigheid kwam Shiva terug thuis en ontdekte een man voor de slaapkamerdeur van Parvati. Denkend dat hij bedrogen werd, onthoofdde hij die persoon, die zijn eigen zoon bleek te zijn. Uit spijt beloofde hij Parvati dat haar zoon het hoofd van het eerste levende wezen dat hij de volgende dag zou ontmoeten, zou krijgen en dat bleek een olifant te zijn.
Ganesha wordt vereerd als god van voorspoed en wijsheid en krijgt dagelijkse offers van bloemenkransen en kokosnoten. Geen restaurant of resort zonder Ganesha-beeld. Zelfs buitenlanders worden aangemoedigd iets aan Ganesha te offeren, teneinde toch een veilige reis te ontfutselen.
(wordt vervolgd)
Moniek Darge