index     kalender     koncertberichten     archief     kolofon

Logos' Zingende Fietsensymfonie uitgevoerd in Zuid - Ierland.


Garrett van de “Community Bikes” van Cork is onze Zingende Fietsen op het spoor gekomen via het internet. Voor het eerst zal er een "Cycling Arts Festival" gehouden worden in het Zuid - Ierse Cork en de diverse organisatoren zijn op zoek naar kunstenaars voor wie ook fietsen kreatief kan worden ingevuld.

Zodra Garrett ons mailt met een uiteenzetting van zijn plan en met de vraag of hij De Zingende Fietsensymfonie mag laten uitvoeren in Cork, popel ik om naar Ierland te kunnen gaan. Dit land prijkt immers nog niet op de Logos' wereldkaart en zal meteen het dertigste land zijn waar we een Logos projekt zullen uitvoeren. Ik mail Garrett terug met een vage suggestie dat we zelf zouden kunnen komen participeren en Garrett reageert meteen zeer positief op ons voorstel. Dus, zo gezegd (of beter: zo geschreven), zo gedaan.

De reiskosten vallen alvast goed mee want Ryanair heeft een aanbieding Charleroi - Dublin voor 0 euro (exclusief luchthaven - en kerozinetaksen enz.) waar een gewone luchtvaartmaatschappij voor Brussel - Cork liefst 500 euro vraagt. Aanvankelijk bood Garrett aan dat we bij hem thuis zouden logeren, maar uiteindelijk opteren we toch voor een relatief bescheiden hotel weliswaar met sauna en Turks bad. Kati Couck, die als vrijwilligster werkt voor Stichting Logos, zal me naar Cork vergezellen.

Een intensieve mailkorrespondentie ontwikkelt zich tussen Garrett en mij mbt. alle aspekten van de Zingende Fietsen en de Zingende Fietsensymfonie: het type luidsprekers, de dynamo’s, de buizen en de kostuums. Echt alles passeert de revue. Uiteindelijk is het zover: we kunnen vertrekken.

Opstaan om 3u30 's nachts om op zomerse werkreis te vertrekken naar een regenland...eventjes denk ik: “we zijn niet wel wijs", maar nu is er geen terugkrabbelen mogelijk, dus vooruit met de geit. Kati is zo lief om ons op dit ondeftig vroege uur naar Charleroi te voeren en de GPS verbreekt de stilte van de nacht. Na iets meer dan een uur rijden staan we voor de oude luchthaventerminal, die gesloten blijkt te zijn. Pas na wat rondrijden vinden we de nieuwe terminal en parkeren we de auto in de overdekte garage, alwaar Kati's dochter, Lisa, de wagen later zal komen ophalen. Uit een automaat halen we zelf onze “boarding passes”, wat ons een hoop aanschuiven bespaart en kunnen we onze bagage inchecken.

De vrouw aan de balie wijst er ons op, dat Kati's naam op haar identiteitskaart wel Catharina is en niet Kati en dat dit de volgende maal niet meer gebeuren mag. Ik excuseer me omdat ik de boeking maakte en klaar is kees: onze bagage verdwijnt via de band de diepte in.

Nooit eerder vloog ik met Ryanair en hoop dat de tocht geen nachtmerrie wordt. Bij iedere stap ben ik blij dat alles netjes verloopt. Ook de zitplaatsenrace, waar ik me aan verwacht had, blijft uit. Er is namelijk geen seat allocation, maar zonder gaat blijkbaar net zo goed. Er is zelfs eten en drinken aan boord, weliswaar tegen betaling, maar toch. Alleen de zetels staan superdicht tegen elkaar, maar dat durft bij een charter ook wel eens het geval te zijn.

Na anderhalf uurtje vliegen, zetten we de voet aan de grond op Ierse bodem: aha, het dertigste land hebben we gehaald. Moeiteloos vinden we de bus die ons van de luchthaven naar het station brengt. Ik geniet met volle teugen van dit tochtje doorheen Dublin. Het is een dubbeldekbus en na enkele haltes zitten er nog zo weinig mensen op, dat Kati en ik elk een bank voor ons hebben op de eerste rij van de verder lege bovenste verdieping. Ik heb de indruk in een mengeling van Londen en Parijs, maar dan in het kleiner, te zijn. Ik kijk me de ogen uit. We volgen een hele poos een waterloop met sierlijke bruggen en elegante gebouwen. Hier en daar torent een koepel boven het geheel uit. Ik ontwaar ook enkele standbeelden.

Na een dik half uurtje komen we bij de eindhalte, het treinstation, toe en hier wacht ons het eerste avontuur. Wanneer we aan de balie twee treinticketjes over en terug Dublin - Cork vragen, zegt de loketbediende ons vriendelijk dat we de kaartjes beter via internet kunnen kopen, want veel goedkoper. Ja, opper ik, dat kan wel, maar we hebben geen komputer bij, dus verkoop ons maar 2 tickets. Er staan pc's in de main hall, houdt de vrouw vol. Het is echt goedkoper. Ik heb er de pest aan en zou liever meteen twee kaartjes krijgen, maar er is geen praten aan. De vrouw krabbelt behulpzaam het internetadres van de Ierse spoorwegen op een kaartje en dus zit er niets anders op: we keren op onze stappen terug op zoek naar de bewuste pc.

De hall staat evenwel vol met beeldschermen allerhande. Op eentje ervan ontwaren we een naamlijst Ierse steden. Ha, hier kan je tickets kopen, dus dat zal het wel zijn. Cork is vlug gevonden, maar wat blijkt: een retourtje voor langer dan 5 dagen staat niet op de lijst. Wij keren slechts de zesde dag terug, dus ik besluit maar terug naar het loket te gaan. “My dear, you’ve the wrong computer. You’ve to go more to the left,” oppert de dame nog steeds hulpvaardig. Waarom de Ierse spoorwegen het moeilijker moeten maken, dan de Belgische NMBS, ontgaat me totaal, maar stilaan dringt de tijd, of we kunnen een uur wachten op de volgende trein.

Dus hol ik maar terug en zoeken we het juiste scherm. Ha, hier kan je op internet. Natuurlijk! Ze gaf me toch een webadres. Nu zitten we vast juist. Ja, maar hier moet je blijkbaar geld instoppen om te kunnen surfen. Hopelijk hebben we het juiste bedrag. Eerst moeten we gokken hoe lang ons surfen zal duren, maar vermits ik enkel een 2 euro muntstuk bij me heb, betaal ik maar meteen voor volle vijf minuten. Maar wat blijkt: je moet duizend en een vragen beantwoorden, je naam intikken en je adres, plus je email en ga zo maar door…. Na een poosje verschijnt het bericht dat onze sessie nog dertig sekonden mag duren en dat het dan afgelopen is.

Ik vloek inwendig en Kati staat me met raad en daad bij. Nog 20 sekonden, nog 15 sekonden… tot we net voor sluitingstijd onze visakaart in de gleuf kunnen proppen en we eindelijk onze tickets hebben besteld. Eensklaps verschijnt er een scherm met ons klantennummer op, maar voor ik een stylo gevonden heb, om dat over te schrijven, verdwijnt het vervloekte scherm… de tijd is om! Wat nu, denk ik bij mezelf: we hebben voor twee tickets betaald en kunnen ze nu niet opvragen. Dat moet blijkbaar aan weer een ander scherm gebeuren en natuurlijk zullen ze daar uitgerekend dat stomme klantennummer vragen. Waarom heb ik dan zoveel vragen moeten beantwoorden...

Ik mopper ondertussen luidop, maar wat blijkt: bij de andere terminal is het voldoende onze namen in te typen en daar verschijnen waarachtig twee retourticketjes voor Cork. Ze zijn elk liefst 30 Euro goedkoper dan aan het loket. We slaken een zucht van verlichting en zijn op slag onze ergernis kwijt. Nu nog even hollen en we halen nog de eerstvolgende trein. We hebben gereserveerde zitplaatsen gekregen, maar ik kan het wagonnummer niet ontdekken op de tickets en vraag het dus aan de kaartjesknipper, die me lachend antwoordt: “We soon organize classes for tourists who don’t understand our system.” Ik grinnik groentjes terug en we hebben zo alvast kennis mogen maken met de Ierse humor, die telkens weer onverwacht om de hoek zal komen kijken.

Op de trein blijkt al vlug dat niemand zich iets aantrekt van de gereserveerde plaatsen, maar toch zie ik vol bewondering dat onze beider namen netjes op de displays boven onze plaatsen zijn aangeduid. De treinrit verloopt voorspoedig en een schitterend groen landschap vol weiden met nu en dan eens schapen maar vooral met heel veel koeien trekt aan ons oog voorbij. Hoe dichter we onze bestemming bereiken, hoe meer heuvelachtig het wordt. De velden zijn netjes van elkaar gescheiden door kreupelhout en overal bloeien wilde bloemen uitbundig. Na een tocht van een drietal uren, bereiken we onze bestemming: Cork. De trein houdt halt en de GPS loodst ons al wandelend langs de Lee feilloos naar ons hotel.

(wordt vervolgd) m.d.