We zouden zeer veralgemenend kunnen zijn en gaan stellen dat ons (Westerse, "gekultiveerde") oor volkomen gekonditioneerd is. En tot op zekere hoogte is dat ook het geval; als klassieke muziek in het geheel al een bijzonder klein marktaandeel op de radio inpalmt, dan is het gedeelte hedendaags klassieke muziek daarbinnen nog veel kleiner. Het progressief - eksperimentele segment daarvan is nog kleiner (dwz. als we uit die groep de Mertensen, de Comitas'sen, de Baert'sen en de Lawalrée's wegfilteren). Als we binnen dat segment de rekening maken van zij die doelbewust met mikrotonen werken, komen we eigenlijk uit op een zaak van specialisten. Het zijn dan ook altijd al de komponisten geweest die een zekere technische basis achter de hand hebben, die er fundamenteel mee blijven werken zijn en die er, laten we wel wezen, de 'betere muziek' mee geschreven hebben. Velen onder hen hebben dan ook een erezaak gemaakt van een welbepaalde stemming waar ze een leven lang aan gesleuteld hebben, zoals Juliàn Carillo met de 96 - toonsstemming en, iets recenter, Kyle Gann met zijn 39 tonen per oktaaf. Of ze zijn hun eigen instrumentarium gaan uitbouwen om te horen wat ze wilden horen. Dat een auteur als Haba ietwat de vergetelheid is ingegaan, is daar een treffend voorbeeld van: zijn keuze voor de 24 - toonsstemming en fijnere onderverdelingen van het oktaaf was indertijd een revolutionaire zet, maar door het feit dat zijn werk én is gebaseerd op geabstraheerde volksdeuntjes (die in een later stadium aanleunen bij de dodekafonie - Haba was behoorlijk schatplichtig aan Schönberg) én door het feit dat hij veelal het symfonisch orkest als klankbord nam voor zijn kwarttoonsstukken, is zijn oeuvre nooit echt IN geweest.
Nu, over een tekort aan dokumentatie omtrent mijn onderwerp heb ik echter nooit te klagen gehad: er zijn letterlijk biblioteken volgepend over mikrotonaliteit en op het internet wordt men overspoeld door relevante sites als men al een klein beetje gericht Googlet. Om die sites ten volle te begrijpen, is toch wel enig wiskundig inzicht vereist. De status quaestionis van dit hele Mikrotonprojekt is dan ook dat er immens veel informatie over de materie te vinden is (en dat die materie eigenlijk best wel interessant is, én een wezenlijk onderdeel zou moeten vormen van elke degelijke AMV - kursus), maar dat de teorie zelden het oor van de luisteraar bereikt. We krijgen nl. geen bakken mikrotonaliteit via radio of televisie op ons afgevuurd en de weinige etnisch mikrotonale muziek die we al dan niet bewust beluisteren, komt uit de nightshop. Het is en blijft 'moeilijke', cerebrale muziek, en dan ga ik in eerste instantie al voorbij aan de luisterdrempel van velen die afhaken bij de eerste 'valse' noot. Dat diezelfde luisteraars niet afhaken bij de tonnen ronduit foute, maar kromatisch 'juiste' noten die een volstrekt ongetalenteerd en nietszeggend komponist als Grigori Korchmar op de mensheid afvuurt, is mij nog steeds een raadsel.
Maar laten we niet afwijken: mikrotoonsmuziek is nog steeds eerder 'gedachte' dan gespeelde muziek en of de toekomst op dit domein een radikale ommezwaai zal bieden, is zeer de vraag. Misschien moet het maar een zaak van specialisten blijven, die maken er tenslotte de meest autentieke muziek mee. Ik hoop de lezers de afgelopen veertien maanden wat wegwijs te hebben gemaakt in de talrijke aspekten van het mikrotoonsdomein, zonder al te veel in samenvattingen van samenvattingen te zijn vervallen. En ik hoop dat de technische onderbouw niet al te veel lezers heeft afgeschrikt. Wie, zoals het de echte die - hard betaamt, gespecialiseerder stuff wil raadplegen, verwijs ik graag door naar deze link: daarop vindt u alle sites die ik geraadpleegd heb. Een opsomming van de papieren bronnen vindt u op de volgende pagina.
Welbedankt nog aan alle trouwe lezers voor uw aandacht en zeker ook aan Godfried- Willem Raes, Kris De Baerdemacker en Xavier Verhelst die respektievelijk de publikatie toestonden, de teksten geëdit hebben en er eersteklas beeldmateriaal voor geleverd hebben.
Sebastian Bradt
*BRONNEN:
1) COMPOSITIETECHNIEKEN IN DE TWINTIGSTE EEUW.
Wim De Ruiter, Uitgeverij De Toorts, Haarlem 1993.
Hoofdstuk VIII, 'Microtonen', pgs. 107 tem. 115.
ISBN 90-6020-673-8 / NUGI 924.
2) BALANS VAN DE TWINTIGSTE EEUW.
Boudewijn Buckinckx, Uitgave van de Nieuwe Vlaamse Muziekrevue, 2004.
Hoofdstukken 108 - 30 (12.11.2004) over Habà, Wyschnegradsky, Carillo en Obouhov.
Hoofdstukken 108 - 31 (24.12.2004) over Harry Partch.
3) MANUEL D'HARMONIE A QUARTS DE TON
Ivan Wyschnegradsky, Editions Max Eschig, Parijs 1932.
Revision 1980 par Roland Père & Fils, Paris.
4) NEUE HARMONIENLEHRE DES DIATONISCHEN, CHROMATISCHEN,
VIERTEL - , DRITTEL -, SECHSTEL - UND ZWÖLFTEL - TONSYSTEMS.
Alois Haba, Edition Kistner - Siegl, Wenen 1927 (Czech Music Information Centre).
Revision von Erich Steinhard - mit einem Vorwort von Rudolf Frisius.
Fotomechanischer Nachdruck der Ausgabe von 1927 / ISBN 3 - 7024 - 0135 - 0.
5) A NEW COMPENDIUM FOR EXPERIMENTAL INSTRUMENTAL TECHNIQUES
Gardner Read, (first published as Contemporary Instrumental Techniques),
Schirmer Books, 1975 / ASIN 0028721004.
Revised by Greenwood Press, 1993 / ISBN 0313285128.
6) NEW SOUNDS FOR WOODWIND
Bruno Bartolozzi (Author) & Reginald Smith Brindle (Translator).
Oxford University Press, 2nd Edition September 1967.
ISBN - 10: 0193186071 / ISBN - 13: 978 - 0193186071.
7) MUZIEKTHERMIEK
Sander Germanus, Scriptie tot het behalen van de Laureaat van het Orpheus Instituut.
Uitgave Orpheus Instituut Gent, Posthogeschoolvorming Muziek (2004 - 2005).
8) VAN ARISTOXENOS TOT STOCKHAUSEN
Louis Peter Grijp en Paul Scheepers, Uitgeverij Wolters - Noordhoff, 1990.
(Dl. 1 van Oudheid tot Renaissance - Dl. 2 van Barok tot Heden).
ISBN 9001348084 en 9001348092.