index     kalender     koncertberichten     logos on the road     kolofon

 

Logos on the road

 

Op zondag 2 oktober is het <M&M> ensemble samen met Champ d'Action te gast op het TRANSIT-Festival te Leuven. Om 20u30 in het Stuk voeren we de kreatie op van "TRANSITRANCE" van Godfried-Willem Raes. De kompositie werd besteld door de organisatoren van het festival zelf.

Volgende gegevens plukten we van de website van het Festival van Vlaanderen:


TRANSIT Festival voor nieuwe muziek in Leuven 30 sept - 2 okt
Muziek van de 21ste eeuw

TRANSIT bakent duidelijk af wat nieuwe muziek is: muziek van de 21ste eeuw. Naast enkele werken uit de periode 2001-2004 staan er vooral creaties van compositie-opdrachten (gegeven door het festival zelf) op het programma. Dit maakt van TRANSIT een zenuwcentrum en forum voor nieuwe muziek. Componisten, uitvoerders, journalisten, muziekstudenten en luisteraars uit heel Europa komen jaarlijks naar Leuven om er de polsslag van die actuele muziek te voelen.
Op zaterdag en zondag zijn er telkens een voor-, namiddag- én avondconcert. Tussendoor is er ruimte voor gesprek en debat waarbij de introducties de luisteraar binnenleiden in de muzikale taal van de componisten. Een gevarieerde taal waarin parameters als tijd, textuur, timbre, dynamiek fijnzinnig behandeld worden. Maar ook een taal met opmerkelijke speeltechnieken, beeld, nieuwe instrumenten en technologieën. TRANSIT is het bewijs dat nieuwe muziek eerder een bruisend dan wel een abstract bestaan leidt.

2/10/2005 Leuven - STUK 20.30u
Champ d'Action en M&M
Creaties van / Premières of works by Mark Applebaum, Godfried-Willem Raes, Clarence Barlow
Cornelius Cardew: Volo Solo
Karlheinz Essl: Lexikon Sonate / more or less





<M&M> op het
"Festival Neue Musik Rümlingen"
in Zwitserland

Geen Kuifje in Tibet, maar Logos in Zwitserland, geen Alpen en sneeuw, maar Jura en regen brengt dit verhaal. We verraden nu al het happy end: we hebben de plek nog net op tijd verlaten. Het Festival van Rümlingen bestaat reeds vijftien jaar en heeft een lange traditie als o.a. openluchtfestival. Voor deze aflevering wordt het stadje, gelegen tussen Basel en Zürich voor het eerst geruild voor het kleine dorpje, Wittinsburg, van amper 450 inwoners groot. Op een oude bergrug op 15 minuten wandelafstand van het centrum van het dorp herbergen grote kontainers tal van muziekmachines, door een internationale schare muziekmakers vervaardigd.

Uit Frankrijk kwam Jacques Remus, uit de U.S.A. Douglas Irving Repetto, uit Duitsland o.a. de Belgische Cathy van Eck, maar ook Steffi Weismann, Georg Klein, Nicolas Anatol Baginsky, Chatschatur Kanajan en Janine Wildhage, uit Zwitserland o.a. Tanja Mueller… De artistieke leiding van het festival is in handen van Sylwia Zytynska en Wolfgang Heiniger. De organisatorische leiding ligt bij Barbara Rufer.


Moniek Darge en Jacques Remus

Kristof en Bert vertrekken daags voor ons met de vrachtwagen. <Ake>, <Tubi>, <Klung> en de speciaal voor de gelegenheid vervaardigde <Vacca> vullen de laadruimte slechts voor een kwart op. Hun tocht verloopt met hindernissen, omdat ze uitsluitend op het komputerprogramma "Mappy" vertrouwen. De gevreesde vertraging aan de Zwitserse grens blijft gelukkig achterwege. De doeane is vertederd door de koebellen van <Vacca> en laat het transport zonder problemen door. Godfried-Willem en ik wachten ongeduldig in onze lege kontainers op hun aankomst. Als grote, lege dozen staan ze dicht opeen in een min of meer spiraalvormige opstelling, maar verder nogal kriskras door elkaar. De organisatoren hebben een parkoers voorzien met telkens een andere kontainer die door het publiek bezichtigd kan worden. Om een of andere reden hebben wij er twee gekregen. Alles is tot in de puntjes georganiseerd, maar het weer zal roet, of schrijf ik maar beter letterlijk, modder, in het eten komen strooien.

Wanneer de vrachtwagen aan de einder verschijnt, wuif ik de rijdende groengele machine hartelijk toe. Hij ziet er al even spacy uit als het veld vol oranje, blauwe en witte kontainers temidden van dit pastorale Juragebergte. Onder een nog blakende zon stellen we drie van de vier muziekautomaten buiten in het grasveld op. <Vacca> graait alle succes mee en staat er fonkelend bij in een stoppelveld.

De generale repetitie is voorzien om 19 uur. Tegen die tijd hebben donkere stapelwolken zich vanaf de einder tot boven ons hoofd verzameld en zijn we met automaten en al in de kontainer gevlucht. Bij de witte ruis die donderend uit de luidsprekers raast, vallen de eerste druppels. Klung speelt zijn intromelodie en daar komt echte donder aangeroffeld. Zodra een bliksemschicht de lucht doorklieft, weergalmen de luidsprekers, dat we allen verzocht worden inderhaast het terrein te verlaten en ons te verzamelen in de lagergelegen witte tent bij de ingang van het festivaldomein. De stalen kontainers leveren een te groot gevaar op bij hevig onweer. Uiteindelijk waait het onweder niet over, zoals gehoopt, en wordt de repetitie afgeblazen. Morgen om 14u zullen we opnieuw verzamelen en om 14u30 een tweede poging wagen.

Alle kunstenaars, een dertigtal in totaal, logeren her en der in aanpalende dorpen en gehuchten bij lokale inwoners. Reeds vlug hebben we het over "ons" huis en "onze boer" en voelt iedereen zich op een mum van tijd ingeburgerd. Ook de plaatselijke bevolking is op die manier nauw bij het gebeuren betrokken. We vernemen dat Wittinsburg waar wij logeren echt in twee kampen is verdeeld. Een deel van de bevolking ziet zo'n festival totaal niet zitten, een ander deel vindt het juist enig dat er eindelijk eens iets te gebeuren staat. Men had de vrachtwagens met kontainers de toegang tot het dorpje verboden, zodat ze een heel eind op de smalle bergwegen moesten rondrijden, tot een opstandig deel van het dorp de verbodspalen had weggehaald en de gevaarten dwars doorheen het gehucht denderden. Van een van de landbouwers waar we logeren, vernemen we ook dat er juist een referendum is gehouden, waardoor de ingeweken stadslui het verbod op door koeien gedragen koebellen, hebben verkregen. <Vacca> met haar vijfentachtig koeklokken is dus op slag een politiek item en oogst bij de boeren een enorm succes. Ze komen bewonderend naar de automaat kijken en zijn zichtbaar ontroerd wanneer ze haar vrolijk horen klingelen.


Landbouwer Buser en Godfried-Willem Raes bij Vacca

De volgende ochtend straalt de zon aan een staalblauwe hemel, doch naarmate de dag vordert verzamelen zich opnieuw dreigende wolken. Alsof behekst vallen de eerste druppels nogmaals bij de eerste klanken van "Klung" uit de hemel. Eens terug in de witte tent verzameld, lanceer ik het idee dat de automaat feitelijk een regenmachine is, afkomstig uit Indonesië, waar de angklung als schudinstrument bij geheime vruchtbaarheidsrituelen werd ingezet. Nog even en de verzamelde technici, organisatoren en kunstenaars geloven mijn fantazie. Gelukkig trekt het onweer vlugger over en kunnen we net voor aanvang van de eerste avond onder een miezerende regen in het kort eens vlug repeteren. Onvoorstelbaar, maar liefst een 250-tal luisteraars komen van heide en verre gewapend met regenschermen en rubberlaarzen het gebeuren gadeslaan. Drie dansers dragen een rugtas met luidsprekers en gele, exponentiële hoorns waaruit de muziek van Cathy van Eck weerklinkt.

Ze leiden het publiek doorheen het futuristisch muziekdorp. Het wordt een vrolijke, maar natte tocht van kontainer naar kontainer. Nu eens trillen motoren tegen metalen snaren, kriskras van wand naar wand gespannen (Janine Wildhage en Chatschatur Kanajan), dan weer roffelen drumsticks op de wanden (Matthias Würsch).

Een reeks gegalvaniseerde badkuipen produceert een zoemend geluid door schuddende bakjes vol vijzen of knikkers (Tanja Müller). Een tot blokjes gesneden parketvloer gaat fluisterend dansen wanneer men blaast op een ingenieus uitgesneden houten blad (Douglas Irving Repetto).

Een automatisch rockbandje loeit met een kunstmatige stem aan een stuk door terwijl de hihat zinderend op en neer beweegt (Nicolas Anatol Baginsky). Op twee videoschermen boven elkaar gemonteerd vallen onherkenbare objekten onder krakend lawaai naar beneden (Steffi Weismann en Georg Klein). Een twintigtal wasmachines zorgt voor een geautomatiseerd orkest (Jacques Rémus), terwijl buisklokken in grote kasten gemonteerd wedijveren met <Tubi>. In een kontainer kunnen toeschouwers een waar audiobad ondergaan en worden ze, gelegen in hangmatten behandeld met elektroden die hoorbare trillingen veroorzaken.

<Ake> vertedert met akkordeonklanken menig hart, maar <Vacca> als geen ander steelt de show met haar koebellen.
Na de toch wel erg lange avond is de weide tot een modderpoel herschapen. Ondanks de regen en kilte is er niemand die klaagt. De sfeer van het festival brengt iedereen in vervoering. Maar niemand weet wat er de komende dagen te gebeuren staat.

De volgende ochtend heeft de boerin een niet te overtreffen ontbijt klaar gezet voor ons. Zelfgebakken brood, eieren van hun kippen, abrikozenkompot en pruimenjam van eigen oogst. Boer en boerin zijn reeds op sinds 5u30, zoals iedere dag. Ze glunderen beiden en babbelen uitvoerig over koebellen en <vacca>. Groot is onze verbazing wanneer we merken dat onze website voor hen geen geheimen meer heeft. Vooraf is alles in detail bestudeerd. Fier haalt de boer foto's en partituren boven van het jodelkoor waarin hij zingt en vertelt hij ons plechtig over zijn driedaagse muziekreis naar Praag. De boerin schenkt hete koffie en lindentee. Zelf eet ze niets meer en verduidelijkt ze ons dat ze reeds eerder hebben ontbeten. De boer scheurt een stukje brood af en eet het droog, terwijl hij zijn beklag doet over het verdwijnen van de boerderijen in het dorp en de inwijking van stadsmensen. "Dat maakt me echt nijdig zie, wanneer ze tijdens het sproeien van hun gazons, de helft van het drinkwater verspillen op het asfalt. Weet je dat ze ook bij referendum hier in ons kanton het dragen van klokken door de koeien verboden hebben, omdat het hen in hun nachtrust stoort."

We vergezellen hem mee naar de stallingen waar de werkloze koebellen zwijgen. Ze hangen op een rij aan de muur. "Het is een vele honderden jaren oude traditie die hier verloren gaat. Kijk, die derde bel van links die is nog van mijn overovergrootvader." Vervolgens toont hij ons het veulen dat ongepland geboren werd. "Drie dagen voor de bevalling kon je niet eens zien dat die merrie drachtig was. Volgende maand wordt het veulen naar waarde geschat. Indien het niets waard is, zal het moeten worden afgeslacht", vertelt hij met spijt in de stem. "En kijk, deze koe, "das tut mir Leid"." Hij wijst naar een bonte koe, die als enige neerligt. "Wie weet wat ze mankeert. Misschien heeft ze wel een poot gebroken. Morgen komt de veearts. Zij is excellent. Het is een vrouw, weet je. Vorige maal heeft ze mijn paard, dat al opgegeven was, gered. Louter met enkele druppeltjes. Toen heeft ze het dier ook uitvoerig gemasseerd en drie dagen later was het weer te been." Achter de stal in een apart hok staan twee kalfjes. "Ongelofelijk toch he, die zijn ongeveer op hetzelfde moment geboren. Maar het kleinste is een prematuurtje. Het redt zich wel. Ik geloof dat het erdoor zal komen." De namen van koeien en kalveren zijn met krijt op de muren en tegels geschreven. "Dat hebben de kleinkinderen gedaan." Boer en boerin lachen beiden hartelijk.
Op mijn beurt vertel ik over de egel die 's nachts ons pad hier kruiste. De boerin oppert: "Ha, het is hier één grote familie. Ook de egel behoort bij ons. Dat is ónze egel. Hij komt hier regelmatig van het kattevoer eten."

Wanneer we terug naar de kontainers lopen, kan ik me niet van de indruk ontdoen, dat wij stadsmensen onderweg ergens iets zijn kwijtgeraakt. Het blijft een vaag gevoel, dat me nog dagenlang zal bezig houden. Is het dat intieme kontakt met leven en dood? Maken zij meer deel uit van die cyclus: geboorte, ziekte, ouderdom en dood? Zijn wij daar echt van vervreemd geraakt? Anderzijds zou ik zeker en vast de stad missen, de kulturele aktiviteiten. Maar zou ik de drukte missen? De auto's en stinkende uitlaatgassen… en toch zou ik vandaag de kontainers niet willen ruilen voor de boerderij. Wat hapert er dan?
Bij de ingang van het festivalterrein overvalt een grote leegte ons. Nog geen muziekmakers te bespeuren, alleen Uli, de hoofdtechnieker, en de nachtwaker. Vrolijk zwaait Uli ons toe. De andere man verbleef hier de ganse nacht en hield de wacht. "Niet dat hier iemand naar boven komt 's nachts, maar het moet voor de verzekering, he."
De stroom blijkt afgesneden. Uli en Godfried gaan op zoek naar de oorzaak. Het begint zachtjes te regenen en blijft regenen. Geen onweer deze keer.
Maar het publiek dat zowel uit Basel, Zürich als Bern en alle omringende dorpen komt afgezakt, laat zich niet ontmoedigen. Diep verscholen in regenjakken of onder paraplu's blijven ze 's avonds toestromen. De weide wordt definitief tot een heuse modderpoel herschapen. De tweede versie van het festivalgebeuren is lichtjes aangepast bij vorige avond. De sekwenties volgen elkaar vlugger op. Telkens een kontainer opent, speelt een of andere muziekmachine en de betovering die hiervan uitgaat, zorgt ervoor dat we de regen vergeten.

Maar de ochtend na het festival ligt het terrein er desolaat en akelig troosteloos en nat bij. Geen sprake van hier nog met vrachtwagens op te rijden en toch moet iedereen afbouwen. De regen houdt aan en is zwaarder dan gisteren. Alle omringende bergen zijn aan het zicht onttrokken, alsof we temidden van de wolken leven. Alleen is er weinig idyllisch aan te beleven.

Hoe wij met onze muziekautomaten uit deze modderpoel zullen raken is sterk de vraag. De boer had ons 's ochtends aangeboden om ons met de traktor te komen halen, doch dit leek voorbarig. "Dan moet je "Baubretten" vragen", had hij geopperd. Ik had er geen flauw benul van wat "Baubretten" zijn, maar nu ik de vraag aan de technieker opper, schijnt het te werken en verdwijnt hij prompt op zoek naar het gevraagde. Hij komt terug met enkele latten vurenhout van hooguit 10 cm breed. Hiermee improviseren we een smal loopbruggetje doorheen het slijk en daar rolt de eerste automaat al netjes afgedekt met een groot zeil de weide in. Als dat maar goed afloopt.

Mijn ongebreidelde fantasie slaat weer op hol en in gedachten zie ik de muziekrobots gekanteld in de modder liggen. Gewoon niet aan denken, overtuig ik mezelf en met gekromde rug trek en sleur ik aan de wielen, opdat ze toch maar op de dunne latjes zouden blijven. Godfried-Willem duwt uit alle macht, Bert stuurt aan de voorzijde zo goed en kwaad als hij kan, Kristof en een van de techniekers hollen - of schrijf ik niet beter - schuiven door de modder heen en weer om telkens twee plankjes van achter naar voor de automaat te leggen. Na een hele poos labeur, lukken we erin de vier automaten zonder ongelukken in de vrachtwagen, die netjes op het verharde pad naast de weide is blijven staan, te laden. Kletsnat tot op ons vel zijn we allen, maar oergelukkig dat ons Zwitserse avontuur ook goed is geëindigd.

Wanneer we de volgende dagen in de kranten lezen over de vele overstromingen in Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland, beseffen we pas ten volle waaraan we net op tijd zijn ontsnapt.

m.d.