Koncertberichten
<M&M> ensemble
Donderdag 13 oktober 2005 om 20u
Op dit koncert worden enkele stukken hernomen die <M&M> speelt op het Transit Festival in Leuven op 2 oktober. Dat betekent in ieder geval een nieuw werk van Klarens Baarlo. Deze komponist (°1945, Indië) maakt in veel van zijn komposities gebruik van algoritmische procédés. Baarlo geeft les (kompositie en elektronische muziek) aan de Musikhochschule van Keulen en aan het Instituut voor Sonologie van het Konservatorium van Den Haag.
Ook Godfried-Willem Raes komt op de proppen met een nieuwe kompositie die voor het eerst in Leuven (Transit) te horen zal zijn maar dus ook op dit <M&M> koncert zal voorgesteld worden. Godfried over zijn nieuwe werk TransiTrance:
"In deze kompositie wordt gepoogd het koncept van modulaire kompositie te verzoenen met en te integreren in een kompositorisch konstruktieve totaal architektuur. We spreken van modulaire kompositie omdat binnen dit koncept niet wordt gekomponeerd met afzonderlijke klanken en geluiden georganiseerd in de tijd en behandeld op grond van hun muzikaal-parametrische eigenschappen binnen een bepaalde syntax, maar wel met organisch samenhangende en intern gestruktureerde muzikale objekten. Micro-komposities zo men wil. Deze muzikale objekten hebben parameters zoals densiteit, globale tijdsduur, een eigen spanningsverloop en expressieve eigenschappen die in de loop van het stuk in funktie kunnen worden gesteld van externe real-time inputs. Deze inputs kunnen afkomstig zijn van de door ons vroeger ontwikkelde onzichtbare instrumenten waarvoor radar en sonar technologie wordt gebruikt en waarmee gepoogd wordt expressief betekenisvolle gebaren van de uitvoerder te analyseren en in een muzikaal bruikbare vorm aan een interaktief algoritmisch komputerprogramma toe te voeren. Daarnaast echter wordt een belangrijke input steeds gevormd door het op elk moment klinkende resultaat zelf. Hierdoor wordt het mogelijk de muzikale objekten in funktie te stellen van de globale muzikale kontekst, en dat in real time. Het muziekstuk vormt daardoor zo'n beetje een samenlevingetje op zich, waarbinnen ieder individu wel degelijk rekening moet houden met het niet bij voorbaat gekende gedrag van de andere individuen en waarbij eveneens de realisatie van een gemeenschappelijk doel -de opbouw het het stuk- voorop staat. De interaktiviteit is hier geenszins dekoratief op te vatten, maar vormt een essentiele komponent van onze pogingen het begrip muzikale performer naar de toekomst toe een nieuwe, niet reproduktieve, inhoud te geven. Dit vooral omdat we niet geloven dat het koncert als ritueel gebeuren een toekomst heeft als daar geen menselijke uitvoerders bij te pas zouden komen. Aangezien lichamelijke motoriek ten grondslag ligt aan de bespeling van welkdanig muziekinstrument ook, lag het daarbij voor de hand uit te gaan van die menselijke motoriek zelf, voorzover gericht op klankproduktie en besturing van muzikale processen. Hoewel in dit stuk wordt bewogen, is het geenszins een multimediaal stuk waarin dans wordt gebruikt. Integendeel, de gekomponeerde gestiek van de uitvoerders is hier zuiver instrumentaal van aard. Het stuk heeft zogoed als niets gemeen met de lange traditie van lineair opgebouwde en uitgevoerde muziek uit onze geschiedenis. Het maakt integendeel gretig gebruik van alle technische middelen die deze tijd ons ter beschikking stelt, om aan het sekwentiele en lineaire te ontsnappen. De verklanking van deze kompositie wordt geheel over gelaten aan de vele door mij ontworpen muzikale robots waaruit het M&M orkest is opgebouwd. Luidsprekers worden hier in het geheel niet gebruikt en, a fortiori, elektronische geluidseffekten al evenmin. Alle geluiden worden zuiver akoestisch opgewekt door mechanische klankbronnen die echter integraal door een netwerk van komputers tot in de geringste details worden gestuurd. Daardoor konden we het ons in dit stuk veroorloven geen rekening te houden met de grenzen gesteld aan menselijke muzikanten, waardoor een akoestische klankwereld kon worden aangeboord die anders volstrekt ongehoord zou blijven."
Analytische aantekeningen:
Onderliggende toonstruktuur:
Deze toonstruktuur vormt de tonige onderlaag van het gehele stuk. Elke sektie (10 + 9 + 1) wordt gekenmerkt door een ander tonig zwaartepunt, overeenkomstig met de grondtoon van de binnen elke sektie geldende spektrale evoluties en sprongen. Binnen elke sektie evolueren de spektra steeds uitgaand van een platonisch spektrum naar irrationale spektra uitmondend, tegen het eind van elke spektraalevolutie, in een irrationaal spektrum waarbinnen de overgang naar de nieuwe grondtoon in de volgende sektie wordt voorbereid. De hier gehanteerde 'harmonieleer' heeft niets van doen met het akademische gekruiswoordraadsel eigen aan de muziekteoretici die helaas nog steeds onze verdorde konservatoria bevolken, maar alles met terdege in audioperceptieteorie en akoestiek verankerde algoritmiek. Het gebruik van mikrotonaliteit, binnen de grenzen van wat mogelijk is met het huidige <M&M> orkest, vormde een absolute voorwaarde voor de ontwikkeling van de hier toepaste kompositorische werkwijze.
De tijdsduur van <TransiTrance> is vastgelegd op voorhand en bepaald op 11'30".
De orkestratie omvat volgende 14 obligate robots:
<Bourdonola>, <Piperola>, <Vox Humanola>, <Puff>, <Trump>, <Player Piano>, <Harma>, <Ake>, <Vacca>, <Troms>, <Tubi>, <Sire>, <Vibi>, <So>
Hieraan kunnen worden toegevoegd:
<Klung>, <Belly>, <Llor>, <AutoSax>
Optioneel zijn ook partijen voorzien voor:
<Hurdy>, <Dripper>, <Springers>, <ThunderWood>, <Flex>, <Rotomoton>
Objekten:
<vacca-objekt>:
Gekenmerkt door een polymetrische opbouw. De toonhoogtes worden mikrotonaal behandeld binnen de kontekst van het klinkend geheel. Het tempo is asinkroon tegenover de kontekst. De participatie van Belly in dit kompositieobjekt is interaktief en afhankelijk gemaakt van de grootte van het bewegend lichaam in de opstelllingsrichting van belly. De participatie van llor is een funktie van de spektraalharmonie in het objekt evenals van de bewegingsinput van de speler. De Player Piano markeert met gepedaleerde staccato akkoorden hier en daar de metrische struktuur.
<chord-objekt>:
Het tempo in dit objekt is steeds de vierkantswortel uit dat van de globale kontekst. De ritmiek is eigenlijk afgeleid uit die van een vertraagde en hoekige milonga. De akkoordopbouw volgt een algoritmisch gestuurde irrationaal-spektrale opbouw. De orkestratie van dit objekt maakt gebruik van harma, ake, trump, vox humanola, player piano, piperola, vibi, klung, puff, troms, so, autosax.
<sire-objekt>:
In duur beperkt tot maximaal 33 sekonden en opgebouwd uit vier sekties. Het sire-objekt kan zich maksimaal tweemaal manifesteren in de loop van de kompositie.
<slierten-objekt>
Uiterst korte klankerupties die als interjekties kunnen worden ingezet ter profilering van de delen en de retorische opbouw van het stuk. Het slierten-objekt wordt telkens het aktief is, door een andere robot uitgevoerd: Troms, Trump, Vox Humanola, Piperola, Casta.
<spektraal-objekt>:
Dit objekt komt voor rekening van de kwarttoons-robots Tubi en Puff, maar ook Piperola speelt hier mee. Het is volledig interaktief en gebruikt het Quadrada interface voor de bewegingsdetektie en analyse.
<hurdy-objekt>:
Dit objekt is optioneel en wordt bestuurd door een derde uitvoerder via een picradar interface. Het kan maksimaal driemaal aktief worden in de loop van het stuk. Het hurdy objekt past zich automatisch aan binnen de kontekst van TransiTrance op grond van de stemming van de snaren. Voor de besturing via beweging mogen alleen strakke extreem gespannen houdingen en houdingsovergangen worden gebruikt. De beweging mag gebruik maken van het bestijgen van de Hurdy robot zelf.
<vibi-objekt>
een variant van het slierten-objekt, maar dan specifiek behandeld voor de vibi-robot
<ake-objekt>
een ver afwijkende variant van het slierten objekt, specifiek voor de ake robot
<piano-objekt>
Dit objekt staat in voor akoestische terugkoppeling van het klinkende resultaat naar toevoegingen uitgevoerd door de piano-robot. Daartoe wordt gebruik gemaakt van een polyfone pitch recognizer, aangesloten op de optionele altviool of cello.
<finale-objekt>
Zoals de naam het uitdrukt is dit objekt bedoeld om een afsluiting te geven aan het stuk. De logische afsluiting vertrekt bij de spektrale kontekst en bouwt vandaaruit een muzikale afsluitende kadens, uitmondend in het afsnijden van de bekrachtiging van de motoren van de meeste robots.
'TransiTrance' zal later wellicht worden geintegreerd in de kameropera "Technofaustus", als tussenspel.
Hans-Karsten Raecke (D)
Woensdag 19 oktober 2005 om 20u.
Programma:
- "Solar" für Blas-Metall-Dosen-Harfe
- "Elemente" für Pfeifentopf, Tabak, Lauge und Live-Elektronik
- "Das Mecklenburger Pferd" für Ventil-Zug-Metalluphon
- "Luft-Druck-Zonen" für Zug-Metalluphon
- "Wassermusik" für Gummiphon mit und ohne Wasser
De "Blas-Metall-Dosen-Harfe" is een kombinatie van verschillende instrumenten: 32 snaren, 3 pijpen die als blaasinstrument gebruikt kunnen worden, metalen lamellen in allerlei afmetingen en een grote houten klankkast. Het instrument kan aangeblazen, aangeslagen, getokkeld of gestreken worden en wordt versterkt met kontaktmikrofoons.
Raecke omschrijft zijn stuk "Solar" voor dit instrument als een denkbeeldige reis door ons zonnestelsel met "botsingen van asteroïden".
Met "Elemente" wil Raecke een stuk maken waarbij het roken van een pijp en het bespelen van een blaasinstrument onafscheidelijk met elkaar verbonden zijn. Daarom konstrueerde hij zijn "Pfeifentopf" instrument, een blaas-instrument met achteraan op de buis een kop van een pijp. Het stuk is gebouwd op korte motieven met talrijke "rookpausen" tussenin. Tijdens deze pauzes kunnen de vorige klanken nazinderen en kan de luisteraar en muzikant vooruitzien naar wat komen gaat.
De Ventil-Zug-Metalluphon is een instrument met ventielen (zoals bij koperblazers), een bek (mondstuk zoals klarinet of saxofoon), het schuifmechanisme van een trombone en twee klankbekers.
"Das Mecklenburger Pferd - Kaltblüte" is een muziekteaterwerk dat speelt met kinderlijke afbeeldingen van paarden.
Om zijn "Zug-Metalluphon" instrument te bouwen, demonteerde Raecke zijn stofzuiger en plaatste op de uitschuifbare buis een klarinetmondstuk. Met zijn vele lucht, wind en ruisgeluiden refereert het stuk "Luft-Druck-Zonen" aan het oor-spronkelijke voorwerp waaruit het instrument gemaakt werd. Later voegde hij ook live-elektronika aan het werk toe waardoor "regen, onweer, wind, storm en meditatieve telefoondraadmuziek" te horen zijn!
In "Wassermusik für Gummiphon" is een overgang van watergeluiden naar duidelijke toonhoogtes hoorbaar. Het blaasinstrument heeft drie "trappen" of krommingen waar het water gemakkelijk in kan blijven staan. In de loop van het stuk wordt het water uit het instrument gegoten. Sfeervolle, ruimtelijke klanken worden afgewisseld met korte, jazz-achtige ritmes en klankkleuren met veel kontrasten tussen hoog en laag.
Hans-Karsten Raecke studeerde in de toenmalige DDR (Oost-Duitsland) kompositie aan de Hanns Eisler Hogeschool in Berlijn en later aan de "Akademie der Künste" bij Paul Dessau. Van 1968 tot 1974 was hij docent Muziekwetenschap aan de Humboldt Universiteit van Berlijn. In 1974 richtte hij in Berlijn de Klangwerkstatt op om zich volledig op de bouw van nieuwe instrumenten te koncentreren. Hij trad ook vaak op in het toenmalige Oost-Europa (vooral in Polen waar hij een tijd werkte in de elektronische studio van Warschau). In 1984 trad hij op in Stichting Logos. Vanaf 1990 onderneemt hij met zijn eigen instrumenten en elektronika vaak solo-koncertreizen in Europa (o.a. London, Amsterdam, Brussel, Stockholm, Wenen, Graz, Basel, Warschau, Krakow, Brno en Tallinn). In 1991 richtte hij in Mannheim ook een Klangwerkstatt op waar koncerten en workshops rond experimentele muziek en instrumen-tenbouw gegeven worden.
www.raecke-klangwerkstatt.de
Odd Appetite (VS)
Dinsdag 25 oktober 2005 om 20u.
Programma:
- Stefan Poetzsch - Ebene 3.3 (1997)
- Christian Wolff - Exercises (1975)
- Ha-Yang Kim - Oon ((2004)
- Nathan Davis - Whetstone (2005)
- Yannis Kyriakides - Folklore (1992/2005)
- Matt Tierney - Cant (2002)
Stefan Poetzsch zijn werk "Ebene 3.3" is een uitnodiging om te improviseren. Het werk is een geluidsband met bewerkte en onbewerkte altvioolgeluiden waarop de muzikanten vrij kunnen improviseren. Stefaan Poetzsch (°1963) is aktief als komponist, performer van live-electronics en violist/altviolist. Hij verzorgt reeds 10 jaar de muziek voor Bettina Essaka haar dansprodukties die op verschillende festivals in de VS en Europa te horen waren. Poetzsch verbleef ook 2 jaren in de VS waar hij samenwerkte met de komponist Donald Erb en de pianist Cecil Taylor. Recent verscheen een CD met improvisaties van hem en de saxofonist Benjamin Boone bij Capstone Records. Poetzsch is ten slotte ook vaak te horen in het Leipziger Barockorchester.
De "Exercises" serie van de 71-jarige Christian Wolff, vorig jaar nog te gast in Logos, wordt nog altijd aangevuld met nieuwe werken. Muzikanten krijgen een opeenvolging van muzikale zinnen en bepalen zelf de verhoudingen tussen deze fragmenten en tussen de uitvoerders. Zoals vaak bij dit boegbeeld van de Amerikaanse experimentele muziek krijgen de uitvoerders de kans om zelf de muziek vorm te geven, te reageren op klankgebeurtenissen op een min of meer vrije manier en de leidende positie van de dirigent te elimineren. Voor een serie uitvoeringen van deze Exercises werkte het duo in het verleden reeds samen met de komponist Christian Wolff en het Amerikaanse Downtown Ensemble.
"Folklore" is geïnspireerd op de ritmes van Pontische muziek (Griekenland/Turkije) en op de manier waarop de lyra bespeeld wordt. De snaren van de cello moeten verstemd worden voor dit werk en het verkent de mogelijkheden van de drone als begeleiding en als specifieke klankkleur. Het oorspronkelijke stuk voor solo cello werd door Kyriakides samen met Odd Appetite aangepast met een geïmproviseerde slagwerkpartij (op kleine slagwerkintrumenten) die het ritme van de cello benadrukt en versiert.
Yannis Kyriakides (°1969 Cyprus) schreef avondvullende stukken voor de perkussie-groep van Den Haag, voor het orkest De Volharding en voor de teatergroep Hollandia ("Spinoza"). In september 2000 won hij de Internationale Gaudeamus Kompositie Prijs met zijn "Conspiracy Cantata". Kyriakides is ook vaak te horen met zijn eigen Circadian ensemble en als improvisator in live-elektronische muziek
Samen met Andy Moor en Isabelle Vigier beheert hij ook het UNSOUNDS CD-label voor nieuwe elektronische muziek.
"Oon" van de celliste Ha-Yang Kim van Odd Appetite is dan weer geïnspireerd op Balinese (Indonesië) en Karnatische muziek (Indië).
"Cant" is gebaseerd op de moeilijk te analyseren toonhoogtes van de buisklokken. De derde en vierde snaar van de cello worden als een F# en B gestemd om zo "rond te zweven" in de natuurlijke toonaard van deze 2 tonen. De komponist van dit werk - de Amerikaan Matt Tierney - werkt voor het Sequitur New Music Ensemble en de Ridge Theatre Company. Hij kreeg in de VS ook verschillende prijzen en beurzen.
Ten slotte is er nog "Whetstone", een nieuw werk van perkussionist Nathan Davies. Het is geschreven voor versterkte viool en een dulcimer met een mikrotonale stemming. Zoals de titel doet vermoeden (wetsteen) zijn de meeste handelingen in het stuk gebaseerd op het wrijven tegen een hard oppervlak waardoor het oppervlak gladder en scherper wordt.
De celliste Ha-Yang Kim en de perkussionist Nathan Davis richtten het duo Odd Appetite om gekomponeerde en geïmproviseerde muziek te kunnen spelen. Door opdrachten aan komponisten te geven en door samen te werken aan eigen stukken, proberen ze het repertoire voor deze bezetting verder uit te breiden. Het duo werkte samen met o.a. de komponisten Christian Wolff en Larry Polansky en koncerteerde in de VS, Nederland, Oostenrijk, Duitsland, Turkije en Cuba. Beide muzikanten spelen ook samen in het sextet Non Sequitur en in het gamelan ensemble Gamelan Galak Tika.
De celliste Ha-Yang Kim maakte haar solo-debuut als 16-jarige met het Atlanta Symphony Orchestra. Ze is in de VS vaak te horen bij uitvoeringen van hedendaagse muziek als soliste of lid van een ensemble. Ze werkte samen met andere muzikanten als Cecil Taylor, Evan Ziporyn, Stefan Poetzsch en Lukas Ligeti, vaak in multi-media produkties met dans, teater en elektronika.
De slagwerker en komponist Nathan Davis omschrijft zichzelf als een "aktivist voor nieuwe muziek". Hij studeerde kompositie en perkussie in Rice University en Yale University. In 1996 kon hij met een Fullbright beurs marimba studeren aan het konservatorium van Den Haag.
www.oddappetite.org
|