inhoud    kalender    koncertberichten    Publiek Domein    Springers    Japan    logos on the road    kolofon

 

koncertberichten

 

 

HARRY SPARNAAY

programmaHarry Sparnaay

Riflessioni (basklarinet en tape)
    Arne Mellnäs
Bass Clarinet Solitude
    Joji Yuasa
NRG
    Gerard Brophy
Difonium (basklarinet en tape)
    Lucien Goethals
Harried (basklarinet en tape)
    Larry Moss
Capriccio, detto l'ermaphrodite
    Claudio Ambrosini
Écoute,écoute! (basklarinet en tape)
    Roderik de Man
Text für einen Bassklarinettisten
    Hans Otte

Harry Sparnaay studeerde bij Ru Otto aan het Conservatorium van Amsterdam, waar hij het vertolkersdiploma voor klarinet behaalde. Vervolgens specialiseerde hij zich in basklarinet, en behaalde hiermee de eerste prijs bij de Internationale Gaudeamuswedstrijd. Het was de eerste keer dat met dit instrument het prestigieuze concours gewonnen werd. Vandaag de dag is hij internationaal erkend als een van de meest eminente basklarinettisten.

Als solist trad hij in talloze belangrijke muziekfestivals op: o.a. Warschau, New York, Los Angeles, Zagreb, het Holland Festival, diverse ISCM Festivals, Madrid, Parijs en Athene. Daarnaast speelde hij ook op de festivals van Witten, Aarhus, Como, Bolzano, Napels, Turijn, Bourges, Middelburg, Graz, Salzburg, Huddersfield, Saarbrucken, Royan, Huston en vele andere.

Sparnaay koncerteerde met vele vooraanstaande orkesten en ensembles, waaronder het ASKO Ensemble, het BBC Symphony Orchestra, het Symphonisch Orkest van de Beierse Radio, het Concertgebouworkest, het Ensemble Intercontemporain, de Melbourne Symphony, het Pittsburg New Music Ensemble, het Kamerorkest van de Radio, het Filharmonisch Orkest van de Radio, het Residentieorkest, het Rotterdams Filharmonisch Orkest, het Schönberg Ensemble, de Seymour Group. Hij stond samen op het podium met vooraanstaande dirigenten als Luciano Berio, Riccardo Chailly, Richard Duffalo, Peter Eötvös, Reinbert de Leeuw, Diego Masson, Jacques Mercier, David Porcelijn, David Stock, Mark Summerbell, Lucas Vis en Hans Vonk.

Sparnaay gaf koncerten en maakte plaatopnamen in gans Europa, Noord- en Zuid-Amerika, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Azië, en vertolkte daarbij veelal werken die voor hem werden geschreven, of aan hem werden opgedragen. Reeds meer dan 500 komposities werden voor hem geschreven door komponisten als Claudio Ambrosini, Luciano Berio, Gerard Brophy, Paul-Heinz Dittrich, Franco Donatoni, Morton Feldman, Brian Ferneyhough, Mary Finsterer, Andrew Ford, Jonathan Harvey, Maki Ishii, Suhki Kang, Tristan Keuris, Mark Kopytman, Helmut Lachenmann, Ton de Leeuw, Theo Loevendie, Roderik de Man, Michael Smetanin, Maurice Weddington, Iannis Xenakis, Isang Yun en vele, vele anderen.

Harry Sparnaay was "musician in residence" en gaf masterclasses aan diverse hogescholen. Thans is hij docent basklarinet aan de conservatoria van Amsterdam en Utrecht, waar zijn uniek programma voor de basklarinet studenten aantrekt uit de hele wereld.

Hij verzorgde de wereldpremière van "Im Freundschaft" (basklarinetversie) en "Solo" (bas- en kontrabasklarinetversie in een adaptatie van Barry Anderson) van Stockhausen; hij was een der solisten in "Die Verwandlung" van Paul-Heinz Dittrich en in de opera's "Naima" van Theo Loevendie, "Prometeo" van Luigi Nono en "A King, Riding" van Klaas de Vries. Het komend seizoen is hij een van de solisten in "Kopernikus" van Claude Vivier.

Harry Sparnaay richtte het duo Fusion Moderne op met pianist Polo de Haas, evenals het Basklarinet Kollektief (9 basklarinetten, waaronder 3 kontrabas).
Samen met fluitist Harrie Starreveld en pianist Rene Eckhardt vormde hij in 1984 Het Trio; meer dan 180 werken werden hiervoor geschreven. Hij figureerde als solist, met het trio of in andere samenstellingen op meer dan 40 cd's.

"In de geschiedenis van een bepaald instrument treedt er opeens een individu aan, dat een revolutie ontketent. Dit is het geval met Harry Sparnaay, de Nederlandse virtuoos wiens ongelooflijke vaardigheid op de basklarinet zwaargewichten als Xenakis, Isang Yun, Feldman en Ferneyhough (naast een 400-tal anderen) inspireerde om specifiek werken voor hem te schrijven."
    Chicago Reader: John Corbett
"Wat Sparnaay vraagt van zijn instrument, de grenzeloze fantasie waarmee hij telkens weer nieuwe mogelijkheden van klankkleuring ontdekt, is uniek in de muziekgeschiedenis."
    Argentinian Daily: E.A.Alleman
"De ster van de avond was de Hollandse basklarinetvirtuoos Harry Sparnaay, die aan zijn instrument het ganse scala van geluidskleuren ontlokte. Het beste optreden van het eerste deel van het festival."
    Gazeta W Karkowie: Jowieta Dziedzic

 

 

<slag-werk>

Op dinsdag 17 oktober stellen wij u een aantal intrigerende nieuwe automaten voor. U hebt hun scheppingsproces uitgebreid kunnen volgen in dit blad en misschien hebt u zelfs al een virtuele glimp van deze perkussiemachines opgevangen op onze website (http://www.logosfoundation.org/tromp).

klungDeze nieuwste kreaties van Godfried-Willem Raes, bedacht en gekonstrueerd in opdracht van de Tromp biënnale in Nederland, kregen poëtische namen als <ThunderWood>, <Springers>, <Klung> en <Troms>. Een vijfde exemplaar, <Rotomoton>, bestaat nog slechts uit een hoop componenten en zal er dus nog niet bij zijn op deze feestelijke viering.

Speciaal voor deze gelegenheid zal in de Logos Tetraëder een computernetwerk aangelegd worden dat al deze wonderlijke mechanika omtovert tot een heus perkussie ensemble. Onder de kundige leiding van de <GMT> software zal dit ensemble voor u de meest spectaculaire stukjes, van de handen en breinen van o.a. Kristof Lauwers, Godfried-Willem Raes en Thomas Smetryns, met een vanzelfsprekend digitaal gemak voor u opvoeren.

Na het koncert krijgt u zoals het hoort uitgebreid de tijd om met de maker over al dit nieuws te konverseren.

 

 

SETH JOSEL

programma

seth josel 1Slapback (1997) voor elektrische gitaar en delay
    Michael Fiday
...until... (1972) voor akoestische gitaar en bourdon
    Klarenz Barlowe
Transmission (1996-99) voor elektrische gitaar en live electronics
    Richard Barrett
Composition 1960 #7
    LaMonte Young

Seth Josel, geboren in New York, residerend in Keulen, is een van de leidende instrumentale pioniers van zijn generatie geworden. Als solist trad hij op in België, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Israël, Italië, Nederland, de VS en Canada. Hij was te gast bij voorname orkesten en ensembles in Europa, zoals het BBC Symphony Orchestra, het Duitse SWR orkest, het Zuid-Duitse Radiokoor, de Staatskapelle Berlin en het Amsterdamse Schönberg-ensemble; hij trad op in diverse belangrijke festivals als Ars Musica, Donaueschingen, Holland Festival, Biënnale van Munchen en het Londense South Bank Festival. Sinds 1991 is hij vast lid van het Ensemble Musikfabrik NRW, een van de voornaamste Europese ensembles voor de uitvoering van hedendaagse muziek.

seth josel 2Als solist en groepslid was Seth Josel betrokken bij de premières van meer dan 40 werken. Hij werkte nauw samen met komponisten als Louis Andriessen, James Tenney en LaMonte Young. Hij maakte opnamen voor radiostations in heel Europa, en hij is als kamermuzikant aanwezig op cd-opnamen van Nonesuch, Col Legno en CPO. CRI bracht in 1995 zijn eerste solo-cd uit met werk van hedendaagse Amerikaanse komponisten. Zijn tweede solo-cd, eveneens met Amerikaanse komponisten, verscheen in 1998 bij O.O.Discs.

Seth Josel werd Bachelor in Music aan de Manhattan School of Music, later Master of Music, Master of Musical Arts en Doctor of Musical Art aan Yale University. Tot zijn leraars behoorden Manuel Barrueco, Eliot Fisk en klavecinist Richard Rephann; hij nam deel aan meesterkursussen van Oscar Ghiglia en Andres Segovia.

Hij ontving talrijke bekroningen en prijzen, waaronder een Fulbright-Hays beurs van de VS-regering , en een kunstenaars-stipendium van de deelregering van Baden-Wurtemberg voor een residentie in Schloss Solitude in Stuttgart

 

 

JOHN BUTCHER & PHIL DURRANT

Een sopraan sax weeft een haast zwierige figuur doorheen een neo-industrieel landschap. Een tenorsax zoemt en blaft in een nest hyperaktieve insekten. Wat op het eerste gehoor klinkt als scannen van de korte golflengte blijkt het ontsluieren van saxofoonklanken, als die ontdaan worden van verschillende lagen elektronische manipulatie. Het klikken en klakken van het riet verdrinkt in een omgeving van elektrische storing. Plotse orkestrale uitbarstingen verbleken langzaam als fluisterende stemmen hun arrogantie ondermijnen.
John Butcher bespeelt de saxofonen en Phil Durrant is verantwoordelijk voor de elektronische manipulatie, een rol die enige verduidelijking behoeft, vooral inzake hetgeen hij niet doet. Hij voegt geen speciale effekten toe aan een solo van Butcher, noch 'behandeld' hij het geluid - zoals een opnametechnikus galm toevoegt aan zang of een drum door een gate stuurt. De saxofoon wordt doorheen een reeks relatief eenvoudige elektronische toestellen (delay, modulatie, multi-effekt en filterbank) gestuurd, die een voor een ruim assortiment klanken en atmosferen zorgen, waarop Butcher kan reageren. Beide musici wijzen erop dat deze manier van musiceren identiek is aan hetgeen een duo met 2 akoestische instrumenten zou doen. De musici werken binnen een soort intellektuele feedback-lus: Butcher speelt een geluid, waarop Durrant meteen reageert door het geluid te veranderen, en op dit gemuteerde geluid reageert Butcher opnieuw. Het feit dat beide musici een bijzonder aktief verleden hebben als improviserende akoestische musici (Durrant is aanvankelijk violist), zorgt ervoor dat het geheel gekenmerkt wordt door het onvoorspelbare en een hoge risikofaktor.

In tegenstelling tot hun 'akoestische karrière', is de belangstelling van de twee musici voor de elektronische muziek veel minder gekend, alhoewel Butcher altijd al erg geïnteresseerd is geweest in de geluiden eigen aan de 'oude' elektronische muziek - de zwaar galmende knallen en twangs, de ring modulatie, enz... - en op zijn solo platen experimenteerde met multitracking. Durrant anderzijds heeft altijd al met elektronika gewerkt, zowel binnen de vrije improvisatiescène als in de wereld van de ambient en dance muziek.
Dit duo resulteert in een geïmproviseerde muziek waarbinnen beide musici even exploratief te werk gaan en nooit verzeilen in een 'mens/machine' konfrontatie. Het is een desoriënterend landschap waarin een pluim een ton kan wegen en vallende speld als een klok klinkt. Waarin een fluitende sopraan saxofoon tot een brullende elektrische storm kan verworden.
    (Richard Sanderson)