inhoud    kalender    koncertberichten    Raaijmakers    Troms    Japan    logos on the road    kolofon

 

Dick Raaijmakers Heiliger Dankgesang

 

's Morgensvroeg rinkelt de Logosbel op het afgesproken uur en daar staat Luk, artistiek direkteur van het Champ d'Action Ensemble voor de deur. Hij heeft naast zijn koffertje met persoonlijke bagage ook vier met rood fluweel overtrokken pianokrukjes bij zich. Jawel hoor, pianokrukjes en dat terwijl we klaar staan om een acht uur durend strijkkwartet in de Vondelkerk te Amsterdam uit te voeren. Het is nog even wachten geblazen op Brecht, die met een busje dat tegelijk ook dienst zal doen als bestelwagen zal rijden, om het materiaal in te laten. Het is een vrij uitgebreide verzameling apparatuur geworden. Acht luidsprekers, versterking en mengtafel vergezellen violen, altviool en cello samen met de met metaaldraad uitgeruste bogen.

Dick Raaijmakers was nog maar net enkele dagen geleden naar Gent gekomen en gezellig in een restaurant ijs lepelend hadden we tot laat op de avond de nieuwe situatie besproken. Dicks bijzonder ingetogen versie van Beethovens Heiliger Dankgesang zou integraal in de Amsterdamse Vondelkerk worden uitgevoerd. Vanzelfsprekend hadden we er het raden naar hoe het stuk, waarbij de vier snaarinstrumenten elektronisch met elkaar zijn doorverbonden, daar zou klinken en of we al dan niet monitorspeakers en bijkomende zaalversterking zouden nodig hebben. Dick wilde aanvankelijk niet meer horen van wat hij met zijn speciale vorm van humor cynisch de gsm-opstelling was gaan noemen. Bij deze opstelling zitten de vier musici met het gezicht naar elkaar toe en ontvangen elkaars geluid via strijkstok en snaren via een luidspreker die pal achter elk van hen staat opgesteld.
Nog maar onlangs hadden we het werk gespeeld in het MUKHA te Antwerpen en hier zaten de spelers met de rug naar elkaar toe. Hierdoor vormden de vier luidsprekers een kleine kring in het centrum van de zaal, wat veel esthetischer oogde. De musici waren ook best tevreden met deze opstelling, omdat de spanning tijdens de uitvoering veel groter was. Zij konden elkaar immers zo niet zien zitten en hadden er bijgevolg het raden naar wie hun klanken ontving en op welk moment.
De noten van het Heiliger Dankgesang worden in meer dan slow motion en amper hoorbaar gespeeld. Door een ingenieus doorlussysteem, een matrix mixer, die Godfried voor Dick perfectioneerde, zodat er nu nauwelijks nog ruis op zit, kunnen de spelers elkaars geluiden via de speciale metaaldraadbogen op hun snaren ontvangen. Het geheel wordt met een kwasi ingehouden adem, uiterst gekoncentreerd uitgevoerd, waardoor een serene haast mystieke sfeer ontstaat die de luisteraar rechtstreeks met de kern en de essentie van het samen musiceren in kontakt brengt.
Voor de Amsterdamse versie verkoos Dick evenwel een opstelling waarbij de musici elkaar toch terug zouden aankijken. "Anders kijk je als publiek toch naar vier solisten in plaats van naar een ensemble en zo gaat uitgerekend het idee van het samenspel de mist in, maar net rond dat concept draait nu eenmaal dit ganse werk", had Dick geopperd.
Nu, daar was niets tegenin te brengen, doch het bracht wel een boel technische kompikaties met zich mee, wanneer de luidsprekers niet meer achter de spelers mochten opgesteld worden. Maar inderdaad, de speakers centraal binnen de cirkel was een veel mooier zicht. Indien we nu echter ook zowel en monitors en zaalversterking nodig hadden, dan werd het wel een heel wat ingewikkelder opstelling. We spraken er uitgebreid over en alle mogelijke kombinaties en opstellingswijzen passeerden de revue.
Pas toen alle andere restaurantgangers reeds een hele poos het gebouw verlaten hadden, waren we tot een akkoord gekomen. De monitors zouden we thuis laten, de speakers toch in gsm- opstelling en wel zaalversterking opstellen voor het geval dat de akoestiek niet bevredigend was.

Een dag te vroeg en dus met een schijnbare zee van tijd voor de boeg, komen we in de Vondelkerk te Amsterdam aan. Het gebouw is alvast een meevaller van belang. Niet de grote kille kerk die ik had verwacht, doch een sfeervolle oktogonaalbouw die door zijn beperkte oppervlakte een ingetogenheid uitstraalt die wonderwel zal harmonieren met Dicks muziek. Zoals verwacht blijkt de tweede kring versterking voor de zaal niet nodig. De repetitie verloopt in een ontspannen sfeer en alles is zo naar ieders zin, dat Dick de volgende morgen aan de ontbijttafel rustig aan Godfried die voor de techniek instaat vraagt: "Zeg nu eens wat er fout zou kunnen lopen." Maar Godfried antwoordt lakoniek: "Wat zou er niet mis kunnen lopen?"

Dick heeft door deze uitspraak als het ware vrijgeleide gekregen, om zijn pessimistische voorgevoel in verband met deze integrale uitvoering van het Heiliger Dankgesang onder woorden te brengen. "Gisterenavond zag ik op de tv in mijn hotelkamer een perskonferentie met de direkteur van het Holland Festival en die stelde resoluut dat hij een einde zou maken aan het gebeuren indien ze inderdaad de 7 ton zouden moeten inleveren, die de subsidienten op toekomstige edities willen besparen. Kijk het festival bestaat welgeteld vijftig jaar. Het zou best wel eens zo kunnen zijn dat de laatste noten van ons kwartet niet alleen de laatste noten van dit festival zullen zijn, maar dat het ganse stuk ook meteen het slot is van een halve eeuw muziektraditie." Het wordt stil rond de tafel. Ieder zit zwijgend voor zich uit te kijken. Dick fluistert voor zich uit: "Het Heiliger Dankgesang is ook niet zomaar een kompositie, maar geschreven door een man die het einde van zijn leven voelde naderen."

Tegen half drie lopen de eerste luisteraars de Vondelkerk binnen. De stoelen staan in een halve cirkel opgesteld. De schijnwerpers verlichten de plafondschildering en de kruisgewelven. Zodra de musici plaatsnemen valt over het geheel een sakrale stilte die een mystieke atmosfeer ademt die acht uur lang zal aanhouden. Uit het niets ontstaat een ijle klank, die af en aan deint als een hemelse adem. De uiterst ingetogen muziek danst langzaam de ruimte rond. Een tijdloosheid maakt zich van het gebeuren meester en ebt weg in oneindigheid. Een oceaan van ontvankelijkheid baant zich een weg doorheen een universum van luisteren. Hier is geen plaats meer voor welkdanig einde. Voor het eerst kan ik in het geluid zelf gaan zitten. Tijd heeft geen betekenis meer. De klank versmelt met de stilte tot een eenheid van zijn en niet zijn zonder begin of einde.

M.D.