Logos en Over the Edges
Logos werd aangezocht een reeks animaties en koncerten te verzorgen in de "Chantoir, Prototype van een Berghut" van Thierry De Cordier. Voor wie de "Over the Edges" manifestatie niet van zo heel nabij volgt, toch even verduidelijken dat het hier gaat om het zwarte 'spreekgestoelte' bij de uitgang van de kathedraal op het St.-Baafsplein. Iedere zondagnamiddag tot 30 juni staan er tussen 15 en 17u aktiviteiten op het kleine podium gepland.
Wij beten alvast de spits af met een Logos Trio optreden op Pasen. Het weer was ons duidelijk niet al te best gezind, maar niets kon onze feeststemming temperen. Ondanks een aanhoudend druilerig regentje laadden we entoesiast onze elektronische apparatuur en akoestische instrumenten in het knalrode autootje met bestemming de gitzwarte toeter op het centrale stadsplein.
Hoog verheven op vier stalen poten verheft de "Chantoir" zijn eindeloos diep lijkende muil boven de menigte. Tussen de vier poten hangt een vreemde konstruktie die de grond net niet raakt. De ene persoon ziet er een futuristische uier in, de andere een pianopedaal. Achter dit intrigerend aanhangsel zit een luik in de buik van de berghut. Eens opengeklapt verleent een uitschuifbaar zoldertrapje toegang tot de bek van het zwarte dier. Een tweede, ditmaal tweedelig luik moet worden geopend en daar staan we dan. Het St.-Baafsplein ligt aan onze voeten. De trapeziumvormige wanden verschaffen een intens gevoel van geborgenheid en bescherming. Of komt het door het zwarte vasttapijt dat ertegen is geplakt. Het dempt de klanken weliswaar, maar toch projekteert de hoorn alle geluiden over het plein. Een klein vierkant podiumpje zonder overkapping ligt uitnodigend voor ons. Ik vergeet er waarachtig de regen bij. Daar klinken de eerste tonen van Godfried-Willems "Shifts"-kompositie. Karin De Fleyt bezielt het werk met de geluiden van haar dwarsfluit. Ik neem de bamboevislijn en ga over de rand van de "Chantoir" hengelen. Met vrolijke ogen lacht het publiek me toe van onder de talrijke paraplu's. De regen tikkelt prettig op mijn huid. Telkens iemand het touweinde van mijn lijn aanraakt, is een vis gevangen. Het kontakt is schalks en warm. De Berghut nodigt uit tot meer. We spelen een akoestische trio-improvisatie. Op en af schuiven gestalten in groepjes over het plein. Nu eens Aziatische toeristen dan weer paasfamilies met kinderen. Het is uitdagend hier boven hen verheven te musiceren. Een intense vreugde maakt zich van me meester. Vrolijke klanken springen op en neer. Karin speelt Godfrieds "Cohiba". De komputer beantwoordt haar fluit. Dan vertolkt Godfried-Willem met mij ons Logos Duo stokpaardje: een juweeltje klankpoëzie van Ernst Jandl, met de suggestieve titel "DieTeufelsfalle". Tot slot van het twee uren durende optreden, dat naar mijn gevoel in een mum van tijd is voorbijgevlogen, speel ik een solootje op mijn knalrode elektrische viool. De klanken galmen over het St.-Baafsplein tot bij de Lakenhalle. Het muziekfeest is voor vandaag alweer ten einde. Maar die "Chantoir" verleidt tot voortdurende kreativiteit. Straks komen zovele vrienden en kollega's aan de beurt. Zeldzaam een kunstwerk als dit berghutprototype van Thierry De Cordier dat zo demokratisch tot participatie stimuleert.
M.D.
|