Dr.Godfried-Willem RAES
Kursus Experimentele Muziek: Inleiding
Hogeschool Gent : Departement Muziek & Drama
<Terug naar inhoudstafel kursus> | <Over deze kursus> |
0030:
Wat heb je zoal nodig...
Enkele orienterende aantekeningen met betrekking tot de werktuigen, instrumenten en andere technische hulpmiddelen die voor de diverse aspekten van de experimentele muziekproduktie onontbeerlijk, nodig en nuttig kunnen zijn.
KOMPUTER | ADC-DAC kaarten | SOFTWARE |
PRINTER | Elektronikahardware | |
Midi Interface | Instrumentenbouw | adviezen |
Muziekhardware | Glosse... |
Hoewel in principe zowat elke komputer voor ons doel bruikbaar kan worden gemaakt, beveel ik de studenten die de aanschaf van een komputer overwegen aan uit te kijken naar volgende konfiguratie:
1.1: processor: minimum Pentium Pro(Intel processor - 'IBM'-kloon, of een Risc machine met Windows Vista, of Windows 7 operating system).
Pentium machines zijn vandaag ook heel goedkoop tweedehands te koop. Gangbare prijzen voor een volledige nieuwe konfiguratie gaan van 500 Euro tot ca.2000 Euro. Betaal voor een tweedehandse Pentium niet meer dan 50Euro. en laat je vooral nooit verleiden door de gratis toegift van een grote hoop software... Het beste wat je ermee kunt aanvangen is immers veelal volledig uitwissen!
Koop in geen geval een Mac, een Next of een Falcon: deze machines hebben geen open architektuur, er zijn geen goede Basic compilers voor beschikbaar, en ze zijn -afgezien van (voorlopig nog) de Mac in de USA- weinig gangbaar in de professionele ('ernstige') kompositiesektor. In elk geval worden ze binnen deze kursus niet ondersteund.
1.2.: videokaart:
De op het moederboard geintegreerde videokaarten voldoen voor onze toepassingen ruimschoots.
1.3.: Monitor:
Goede flatscreen monitors gaan tegenwoordig voor minder 300 Euro over de toonbank.
1.4.: Opslagmedia: Harddisk met een kapaciteit van minstens 500GByte.
Naast de harddisk, is de machine vaak nog steeds uitgerust met CD/DVD drive. Externe mini-harddisks met USB2.0 zijn ook erg handig en te koop voor 50 a 100 Euro bij een kapaciteit van minstens 100GByte. Ook USB flash memory sticks zijn erg handige -hoewel niet steeds even betrouwbare- spullen.
1.5: Modem:
Wil je helemaal 'mee' zijn, dan dien je beslist de aansluiting te overwegen op een breedbandverbinding. Hiermee uitgerust, kan je het internet afschuimen. Let echter op: je moet ook over een telefoonaansluiting (ADSL) of kabelaansluiting (Telenet) kunnen beschikken evenals over een abonnement op een of andere service verlener. (een provider in het jargon). Wat dit betreft zijn de studenten van de Hogeschool Gent sinds kort zelfs niet meer erg gediskrimineerd tegenover hun universitaire kollegas, die immers binnen de unief sedert vele jaren gratis over Internet service konden beschikken. Hoe dan ook moet een internetaansluiting als een noodzaak worden beschouwd voor studenten in dit vak. Wanneer maar enigszins mogelijk: kijk uit naar een breedbandverbinding: Telenet kabel of, iets minder snel, ADSL. De (kabel) modem wordt door de provider geleverd.
Een Bubble-jet of Deskjet printer voldoet voor alle werk waarmee we gekonfronteerd zullen worden. Bruikbare merken zijn: Canon, Epson, Hewlett- Packard.
De resolutie van deze printers is minstens 300dpi. Bedenk wel dat een grafische afdruk ongeveer 25 cent. per pagina kost! Een besparing is mogelijk, op sommige modellen, door zelf de inktpatronen bij te vullen.
Desk-jet printers zijn al te koop vanaf ca. 300 euro. Dot Matrix printers (alleen 24pins types komen in aanmerking) zijn weliswaar heel goede administratieve werkpaarden (veel sneller dan inktspuiters), maar voor de muzikus in spe toch niet echt aangewezen. De verbruikskosten liggen evenwel aanzienlijk lager dan bij inktspuiters het geval is. Ze worden dezer dagen op de markt gedumpt tegen onwaarschijnlijk lage prijzen: bvb. 25 euro voor een Epson LQ850...
De komputer moet uitgerust zijn met een MIDI-interface. Ik beveel -in deze rangorde- volgende merken of oplossingen aan:
Wie vooral veel zelf wil programmeren, kan -geholpen door deze kursus- ook zelf zijn midi-interface in elkaar steken.
Midi-interfaces kosten tussen 30 en 300 euro naargelang type en mogelijkheden. De eenvoudigste types volstaan echter ruimschoots. De goedkoopste soundkaarten beschikken tegenwoordig standaard over een midi-interface en kunnen reeds voor minder dan een goede 25 euro worden gekocht.
Soundblaster kaarten zijn vandaag zodanig in prijs gezakt dat we er eigenlijk niet meer omheen kunnen. Zij bieden -zeker in de laatste versies (vanaf AWE64 gold) echt wel een voortreffelijke kwaliteit. Voor de software en hardware programmeer ondersteuning ben je wel aangewezen op de overigens goede website van Creative Labs:
Het eenvoudigste is natuurlijk de eerstgenoemde oplossing: wanneer het midi interface reeds aanwezig is op het motherboard, dan heb je helemaal geen extra kosten noch installatieproblemen. Externe midi aansluitingen zijn vandaag evenwel zeldzaam geworden.
Ook USB interfaces zijn een goed werkende mogelijkheden. Vooral de MidiMan spullen laten zich vlot installeren. Haal wel steeds de nieuwste drivers van het internet.
Wie zich wil toeleggen op real-world toepassingen van de komputer, dus toepassingen waarbij analoog veranderende gegevens in de buitenwereld (geluiden, bewegingen, licht, EEG's, EMG's...) als input aan de komputer worden aangeboden, dient te beschikken over een ADC-insteekkaart, een PCMCIA kaart of een USB I/O device.
Schaf een type aan met meerdere inputkanalen ( 8 tot 16) en met een rezolutie van 10 tot 16 bits. (12-bit is koerant).
Suggesties:
Doorsnuffel ook eens de erg goede katalogi van National Instruments, DHP en IQ-tech.
Wie deze richting wil uitgaan, zal niet kunnen vermijden vroeg of laat te botsen op de noodzaak een redelijke basiskennis op te doen van elektronische hardware. Persoonlijk ben ik de mening toegedaan dat in deze richting een hoop kreatieve mogelijkheden nog volledig open en onontgonnen liggen.
5.1.: Synthesizer
Schaf bij voorkeur een multitimbrale modulaire (19") synthesizer module aan. (Geen keyboard synthesizer dus!).Let daarbij vooral op de kwaliteit van de technische handleiding (midi- implementatie en programmatie van de machine).
Uit mijn ervaring bleken wat dit betreft vooral de merken Yamaha, Kawai, Ensoniq, Emu goed te scoren.
Wil je de midi-installatie vooral gebruiken als simulator voor komposities die eigenlijk bedoeld zijn voor uitvoering door muzikanten, dan kan overwogen worden een sample-soundmodule aan te schaffen. Voor 'ernstige' muziek komen hier vooral de modules van EMU-Proteus in aanmerking (De Proteus 2 XR heeft meer dan 200 geluiden van klassieke orkestinstrumenten aan boord). Er bestaat ook een veel goedkopere module van EMU -de Proformance- die bruikbaar is voor wie zich tot simulaties via klaviergeluiden (pianos) wil beperken.
De Proteus 1 is de machine bij uitstek voor het pop-jargon, terwijl de Proteus 3 vooral de liefhebbers van exotische instrumenten zal behagen. De op sommige Sounblaster kaarten geintegreerde EMU synthesizer komt grotendeels overeen met de Proteus 1. Je kan er dus voor 'klassiek' werk eigenlijk weinig mee aanvangen.
Wil je zelf de klanken van de instrumenten kunnen bepalen en opnemen, dan zal je een wat groter budget moeten aanspreken, want daartoe komen alleen de meer uitgebreide samplers in aanmerking (bvb. EMU, Akai S1000 en hoger). Ook soundkaarten bieden tegenwoordig mogelijkheden die meer en meer kompetitief zijn met die van samplers. Deze trend is beslist nauwgezet te volgen. (Soundblaster AWE32 en vooral AWE64 in kombinatie met Cakewalk Audio Professional, tegenwoordig herdoopt tot Sonar, is een erg sterke tandem). Het kan vandaag trouwens ook geheel zonder hardware met de vele soft-synths die downloadbaar zijn geworden.
De tweedehands markt biedt inzake samplers hier een ruime keuzemogelijkheid in prijsklassen gaande van 100 Euro tot 500 Euro.
5.2.: Keyboard
Wie maximaal flexibel wil zijn, schaft zich bij voorkeur een 'dom' midi- keyboard aan. De Kawai MDK61 voldoet uitstekend, is goedkoop en heeft een aanslaggevoelig toetsenbord en ruime instelmogelijkheden.
Wie kompleet onbeslagen is in de bespeling van klavieren staat voor heel wat grotere moeilijkheden. Er bestaan weliswaar pitch-to-midi konverters die het mogelijk maken op een traditioneel instrument te spelen en toch een midi-data stroom naar de komputer te genereren, maar deze hulpmiddelen zijn door hun inherente traagheid een permanente bron van frustratie.
Midi-instrumenten zoals de 'midi-gitaar', 'midi-sax' (of Lyricon), midi- blokfluit... bevinden zich allemaal in een min of meer experimenteel stadium.
Een 'dom' midi-keyboard met aanslaggevoeligheid koop je (nieuw) voor ongeveer 450 Euro.
5.3.:Muziekinstallatie:
Uiteraard zal je de geproduceerde geluiden ook in redelijke omstandigheden willen kunnen beluisteren. Daarvoor heb je in principe genoeg aan een goede stereo-eindversterker en een stel goede luidsprekers.
Als versterker kom je goed uit met een vermogen van 120Watt per kanaal. Luidsprekers kan je met profijt zelf ineen zetten. Overweeg je de aanschaf, kijk kan uit naar types die ook geschikt zijn voor podiumgebruik (Meyer, RCF, JBL, Cabasse, Bose... in deze volgorde). Het vermogen moet groter zijn dan dat van de versterker. Kies 180Watt of meer bij 8 Ohm. Goede luidsprekers zijn echter niet goedkoop. Koop in geen geval PA-disco speakers (met de typische onverwoestbare piezo-hoorntweeters) , tenzij je alleen in scheurend lawaai belang stelt.
Luidsprekers (en mikrofoons) zijn zowat de enige items waarvoor het echt uitkijken geblazen is bij tweedehandse aankoop. Vooral wanneer ze van jazz- of pop-muzikanten afkomstig zijn, is het zaakje zelden te vertrouwen. In die sektor hebben ze bijna steeds zware overbelastingen te verduren gekregen, wat zich uit in een alsmaar slechter wordend krakend geluid in de dynamische pieken. Heb je een beperkt budget, bouw ze dan liever zelf. Je komt uit met een budget van 400 Euro voor een paar.
5.4.:Mengtafel:
Wanneer je beschikt over meerdere geluidsbronnen -synthesizers, geluidskaarten in de komputer, samplers- en wanneer je ook met mikrofoons en effektapparatuur aan de slag wil, dan zal je al heel vroeg de noodzaak van een goed mengpaneel ervaren.
Hier beveel ik de aanschaf van een Mackie 1202 mixer sterk aan. Het toestel kost ca. 300 Euro en biedt een weelde aan aansluitmogelijkheden. Zelfbouw behoort ook tot de mogelijkheden. Behringer biedt ook valabele alternatieven.
Koop je een tweedehande mixer, let dan vooral op sporen van bier, Coca-Cola of andere onfrisse dranken en op krakende potmeters.
5.5.: Opname-apparatuur
Sedert 1995 kunnen we stellen dat de digitale techniek de analoge geheel heeft verdrongen. Wil je in up-to-date kondities je werk kunnen opnemen, dan zal je een direct to disk-recorder dienen aan te schaffen. Kleine modellen zijn reeds verkrijgbaar voor 400-600 Euro. Grotere modellen vanaf ca. 1200 Euro. DAT-recorders worden door heel wat bedrijven en bedrijfjes ook te huur aangeboden. (ca. 125,-/dag). De DAT wordt evenwel anno 2005 niet meer gemaakt. MD-disks, hoewel kwalitatief inferieur, bieden een goed alternatief naast het direct-to-flash natuurlijk.
Voor opnames in klasverband binnen het konservatorium, staat in de klas een professionele Tascam DAT recorder ter beschikking van de studenten.
Een DA88 (Tascam) kost zon 5.000 Euro en laat digitale multitrack opnames toe. Stichting logos beschikt over een dergelijk toestel en is bereid het -op afspraak- gratis door mijn studenten te laten gebruiken.
MD-disk recorders zijn goedkoop te krijgen maar voldoen meestal niet aan professionele audio normen. De Tascam MD portable is vrij goed, maar kost al gauw meer dan 1200 Euro.
5.6.: Mikrofoons
Hier raken we een van de gevoeligste -en wellicht ook duurste- komponenten aan van een audio-uitrusting. Zonder de minste twijfel zijn de kondensatormikrofoons van de merken Schoeps, Broel&Kjoer, Soundfield, Neumann, Milab zowat het beste wat er bestaat, maar deze kosten allemaal meer dan 2000 Euro . per stuk!
Koopbare alternatieven worden geboden door AKG, Sennheiser, Beyer. Af te raden is de aanschaf van Shure, Audio-Technica e.d.m. Een koppel AKG C3000 kondensatormikrofoons heb je voor minder dan 1000 Euro en daarmee zal je jezelf beslist niet belachelijk maken.
Ben je werkelijk aan het einde van je financiele middelen, koop dan een goede Sony stereo-elektret mikrofoon. Heb je slechts uitzonderlijk behoefte aan een stel goede mikrofoons, dan kan je ze ook steeds voor de gelegenheid huren. Probeer niet bij iemand die je kent en die heel goede mikrofoons heeft, om die te leen te krijgen: het loopt stellig op een (terechte) weigering uit...
5.7.: Klankmontage
Wil je aan de slag op het gebied van de elektroakoestische muziek en ligt het in de bedoeling professioneel werk af te leveren op het vlak van de geluidsmontage, dan kan je vandaag eigenlijk niet buiten een direct-to-disk recording systeem. Zelf beschik ik -via Stichting Logos- over een 'Soundscape' systeem, waarmee 16-spoor digitale montage mogelijk is. Uitgerust met enkele multi-Gbyte harddisks kan je hiermee tot 200 minuten muziek zuiver digitaal te lijf gaan. Een tweede mogelijk bestaat in het gebruik van de ter beschikking staande Tascam DA88 digitale multitrack recorder.
De noodzakelijke investering, voor een minimaal systeem, beloopt dan echter gauw meer dan 5000 Euro. Wie niet over dergelijk budget beschikt, wordt echter de mogelijkheid geboden een van de opname en montagesystemen in de elektronische studio bij Stichting Logos te gebruiken.
5.8.: draden en kabels
Vanzodra je enkele toestellen in huis hebt gehaalt zal je gekonfronteerd worden met de noodzaak een en ander op telkens wisselende wijze onderling te kunnen verbinden. Een raad: maak je kabels en snoertjes zelf! Het is niet alleen een bijzonder nuttige bezigheid, maar bovendien leer je er ook een en ander mee m.b.t. de hardware.
Noodzakelijke verbindingssnoeren zijn: midi-kabels (5-polige DIN- pluggen), patchchords ( 1/4" telefoonstekkersnoeren in mono en in stereo uitvoeringen), RCA of Cinch-snoeren, XLR- of Cannon snoeren (voor mikrofoons, mixers en zowat alle professionele apparatuur), luidprekerkabels, allerlei adaptersnoertjes ( 1/8" jack -> RCA, 1/4" jack naar 2x RCA, RS232- kabels...).
Alleen wie in staat is dergelijke klussen zelf te klaren maakt enige kans ooit voor vol aanzien te worden in de wereld van de muzikale exploratie.
5.9.: Effektapparatuur:
Wat dit betreft biedt de markt een enorm aanbod. In de wereld van de experimentele muziek zijn vooral de Pitch-shifter, de delay-lines, de ringmodulatoren, en filters en equalizers erg populair. Deze apparatuur is vooral nuttig voor musici die zich mét hun instrument willen toeleggen op interaktieve muziek en op live-elektronika in een performance kontekst.
Goede toestellen zijn o.m.:
Volgende paketten worden voor de diverse aspekten van de kursus gebruikt:
6.1: Operating System: Windows 7
6.2: User Interface: idem.
Het gebruik van Windows vergroot de afstand tussen de gebruiker en de achterliggende machine. Ook al gebruik je Windows, dan nog kan je niet zonder een goede vertrouwdheid met het onderliggende operating system: DOS.
Tegenwoordig lopen alle goede muzieksoftwarepakketten onder Windows. Dit neemt niet weg dat DOS zelf nog steeds een veel sneller platform biedt voor sommige eigen softwareontwikkelingen. Aangezien we sedert het akademiejaar 1998-1999 overgeschakeld zijn op het gebruik van de nieuwste Power Basic 32 bit Windows en Console compilers, zijn de voordelen van beide werelden heel goed met elkaar te verzoenen.
6.3: Programmeertaal en kompiler:
Tot en met het akademiejaar 1997-1998 was dit nog:
Microsoft Professional Basic Development System (QBX, BC7) V7.1 uit 1991.
(Noteer: dit is NIET de vereenvoudigde Basic versie die onder de naam QBasic gratis werd aangeboden bij MS-DOS en die alleen uit een interpreter bestaat!)
Het gebruik van Visual Basic (VB5.0) is noodzakelijk wanneer je het Windows user interface zelf wil gebruiken. Dit heeft evenwel bijna uitsluitend betrekking op het user interface naar het scherm toe en bemoeilijkt aanzienlijk de toegang tot gespecialiseerde hardware.
Er zijn alternatieven voor de Basic versies en voor de kompilers: PowerBasic is bijzonder valabel en beschikbaar op de machines in de klas. Ook de nieuwste DLL compilers voor Windows staan ter beschikking. (PowerBasic PBWIN 8.0 compiler, 2007)
Wie liever een andere taal dan Basic hanteert, raad ik Quick-C (Microsoft) of Turbo-C (Borland) aan. C wordt echter in deze kursus niet ondersteund. Java kan in de toekomst belangrijk worden maar wordt op dit moment in de kursus niet ondersteund.
Voor de installatie van QBX/BC7.1 heb je zo'n 15MByte vrije ruimte nodig op je harddisk. Voor VB5 enkele honderden megabytes. Voor PowerBasic zo'n 6Mbyte...
Vanaf het akademiejaar 2007-2008 wordt dit:
6.4: MIDI-sequencing: CakeWalk (Nu Sonar) (12-tone systems, overgenomen door Roland)
Cakepro bestaat zowel in een DOS-versie (CakePro) als in een versie die onder Windows 3.11(WinCake) als onder Win95 (CakeAudio) loopt. Hoewel ikzelf tot voor 1996 bijna uitsluitend onder DOS werkte, zijn er geen grote bezwaren tegen de Windows versies van het programma, mits de komputer waarop je het wil draaien maar voldoende snel en krachtig is. Cakeaudio/Sonar heeft het voordeel dat het de digitale klank mogelijkheden van je sound-kaart goed ondersteunt.
De versie voor Windows95 (Cakewalk Audio Professional , 1997) is bijzonder goed en biedt ondersteuning voor diverse professionele studio hardware (o.m. voor het soundscape editing systeem). Deze versie is beschikbaar in de klas. De muzieknotatie onder Cakewalk is bijzonder handig en snel maar weinig professioneel. Voor vlug partituurkladwerk steekt het echter mijlen uit boven finale. In 2004 werd het programma in een nieuwe versie uitgebracht onder de naam Sonar.
6.5: Muziek-notatie: Hier heb je eigenlijk geen keuze meer. Hoewel we vroeger in de kursus het DOS programma Noteprocessor V2.3 gebruikten, bleek het programma toch niet mee met de tijd). De beloofde upgrade voor Windows is er nooit gekomen. Ondanks het luizige (verward en erg slecht gestruktureerd) user-interface bleef aanvankelijk alleen nog Finale over voor het ernstige werk inzake partituurnotatie. De laatste jaren is ook Finale echter voorbijgestreefd, en moet ik (helaas) het Sibelius pakket erg aanraken. De gekraakte versie is evenwel beter dan een officieel gekochte! Deze versies laten tenminste toe je eigen werk van de ene naar de andere komputer te verhuizen zonder problemen.
Hoewel we in vroegere versies van deze kursus veel aandacht hebben besteed aan komputermuzieknotatie, beschouwen we het sedert de laatste jaren meer en meer als een technisch instrument dat niet rechtstreeks tot het komponeren bijdraagt. Dit heeft veel te maken met het simpele feit dat notatieprogrammas in de laatste jaren volledig grafisch georienteerd werden en niet langer kode-georienteerd zoals dat vroeger het geval was. De DARMS kode die aan de grond ligt van een notatieprogramma zoals Noteprocessor kon algoritmisch worden gegenereerd en vele kodevoorbeelden in het vandaag volledig achterhaalde boekdeel 5 van deze kursus werken op die manier. De bestanden die door geavanceerde programmas zoals Finale en Score worden aangemaakt evenwel zijn slecht gedokumenteerd, niet publiek en bovendien niet gestandaardiseerd. Het schrijven van programmas die dergelijke bestanden maken is dan ook niet erg zinvol. Studenten die instruktie willen inzake het gebruik en de finesses van Finale en Sibelius raden we aan gebruik te maken van de technische komputerservice in het konservatorium ...
6.6: Muziek-talen:
6.7: Tekst-editor: DOS-'Edit' of 'Notepad++' of 'Wordpad' onder Windows. Deze beide eerste utilities maken steeds zuivere ASCII-bestanden aan, terwijl het laatste zo kan worden gekonfigureerd.
Voor tekstverwerking gebruik je best een tekstverwerker die HTML bestanden aanmaakt. Je dokumenten zijn in een klap internetkompatibel en bovendien erg kompakt! Word (Microsoft) hoewel het enkele vervelende bugs heeft, is bruikbaar, maar Frontpage doet het beslist heel wat beter. Voor Webdesign raden we trouwens Dreamweaver aan. Sterk aan te bevelen is het gebruik van het gratis pakket 'Open Office', dat zowat alle funktionaliteit van 'Microsoft Office' in huis heeft en verder niet van een multinational afhangt.
6.8: Voor elektronika ontwerpen:
Orcad was lange tijd mijn favoriet voor het ontwerpen van elektronische schakelingen. Edwin is echter heel wat goedkoper (slechts 200 Euro voor het volledige pakket) en volledig geintegreerd. Het bevat echter enkele hinderlijke bugs. Eagle is ook goed.
6.9: Terminal-programma:
Deze software evenals alles wat nodig is voor Internet access kan je zelf via je service provider downloaden. Voor internet: Netscape of Internet Explorer van Microsoft en Eudora Professional(Qualcom) voor e-mail.
Echte terminal programmas zullen we alleen nodig hebben bij de bouw en ontwikkeling van dedicated systems. Je kan ze ook zelf schrijven in Power Basic. Zeker geen geld aan uitgeven dus.
Wil je ook met het zelf bouwen, nabouwen, ontwerpen van schakelingen aan de slag, dan zal je moeten investeren in een minimaal elektronika lab. Volgende komponenten -in volgorde van noodzakelijkheid- zijn daarbij nodig:
7.1.: Soldeerbout:
Ersa, Weller, Antex zijn goede merken. Een vermogen van 30Watt volstaat. De bout dient voorzien te zijn van een fijne punt. Een soldeerstation is alleen nuttig wanneer je veel wil gaan solderen en je goed bij kas bent. Gebruik uitsluitend 0.8mm elektronisch harskernsoldeer. Koop zoiets nooit in de lokale supermarkt!
7.2.: Multimeter:
Hier lijk je voor de keuze tussen analoog en digitaal te staan. Deze keuze is echter slechts schijn. In werkelijkheid hebben we beide nodig! 3-digits exemplaren volstaan in eerste instantie wel en zijn te krijgen voor ca. 50 Euro.
7.3.: Voeding
Dit kan je best zelf bouwen.
Specifikaties: regelbare spanning 3-35Volt, bij voorkeur symmetrisch. Stroombereik: 1A volstaat.
De aanwezigheid van een stroombegrenzing is sterk aan te bevelen.
7.4.: Om printen te maken:
7.4.1.: grafisch materiaal voor het maken van het ontwerp (sjablonen, gekalibreerd kalkeerpapier, tekenstiften of pennen). Alternatief: printen ontwerpen op de komputer, maar dan moet je wel nog over een goede laserprinter kunnen beschikken (600dpi) die transparanten aankan, ofwel je ontwerpen rechtstreeks naar een board produktiebedrijf sturen (Digiprint bvb.).
7.4.2.: UV-belichtingsbak en ontwikkelbad.
7.4.3.: Ets-toestel en etsmiddel
7.4.4.: Printboormachine (Dremel of Maxicraft) met statiefje.
Set boortjes: 0.8mm en 1mm hardmetaal (geen HSS).
Een regelbare voeding hiervoor kan je eenvoudig zelf bouwen. Probeer in geen geval printen te boren met je vaders (of jou) Black & Decker...
7.5.: Toongenerator (function generator)
Instelbare golfvorm (sinus, blokgolf, driehoek, zaagtand) en instelbaarheid over het gehele audiobereik zijn belangrijke karakteristieken.
Kostprijs: ca.200 Euro, maar vrij eenvoudig en goedkoop zelf te bouwen.
Toongeneratoren werden aan de klas ter beschikking gesteld door Stichting Logos.
7.6.: Logic-probe
Testpen voor het doormeten van digitale schakelingen. Kan ook goedkoop zelf gebouwd worden. Kommercieel verkrijgbaar vanaf zo'n 30 Euro..
7.7.: Oscilloskoop
Bandbreedte 20MHz - enkelstraals volstaat voor audio-gebruik.
De goedkoopste modellen kosten zo'n 400 Euro. Voor een prille beginner echter niet onontbeerlijk. Ben je erg kapitaalkrachtig, dan kan je ook uitkijken naar een draagbare digitale skoop uit de Fluke reek s (ca. 3000 Euro.)
Ook de tegenwoordig erg goedkoop op de markt gekomen komputerskoop-kits van Velleman zijn het overwegen wel waard.
7.8.: Frekwentie/Periode teller
Bereik 0.01- 1GHz, precizie: 6 digits.
Kostprijs: ca.180 Euro. Ook dit meettoestel kan zelf worden gebouwd.
De toongeneratoren in de klas zijn ook als frekwentiemeter te gebruiken.
7.9.:L-C meter: Voor meer gevorderden is het kunnen beschikken over een kapaciteitsmeter en een induktiemeter erg handig. Kapaciteit en induktie kan echter ook indirekt door meten en berekenen worden bepaald. De specifieke meettoestellen betekenen eigenlijk alleen een grote tijdwinst in het laboratorium.
Duurdere klasse multimeters (Fluke) hebben deze mogelijkheden vaak reeds ingebouwd (inklusief trouwens een frekwentiemeter).
Naast deze uitrusting heb je natuurlijk ook nog een redelijk assortiment aan onderdelen (weerstanden, kondensatoren, chips, pluggen, draadjes...) nodig. Na enkele weken bedrijvigheid op dit gebied, bouw je dit echter kwazi automatisch op. Wil je in deze richting verder gaan, neem dan een abonnement op een goed elektronika vaktijdschrift:
Konsulteer ook de bibliografie in hoofdstuk 9999.
Schaf je in elk geval Horowitz-Hill, 'The art of electronics' aan.Tegenwoordig ook in het nederlands verkrijgbaar onder de titel: Elektronika Kunst of Kunde. (Uitgegeven en vertaald door 'Elektuur').
Opmerking: Vaak in deze kursus zullen we projekten bespreken/opzetten waarbij hardware die in de komputer moet worden ingebouwd of er in elk geval mee moet worden verbonden te pas komt. Het is niet steeds de beste oplossing daarvoor je gewone komputerkonfiguratie te gebruiken. Niet alleen vanwege het gevaar op beschadigingen door kortsluitingen, besturingsfouten enzomeer, maar ook vanwege de extra moeilijkheden die (helaas) operating systems zoals Win98 en nog erger NT met zich brengen: zij isoleren de gebruiker zoveel mogelijk (en van langsom meer) van de hardware. Nu is precies dit kunnen aanspreken van de hardware voor bijna alle interfacing-projekten een noodzakelijke voorwaarde. Om die reden bevelen we dan ook de studenten aan hun 'vroeger' model komputer (gaande van XT tot en met 80386 PC's) niet naar de schroothoop te verwijzen, doch deze machines voor te bestemmen voor dit soort toepassingen. Rust ze uit met een 'verouderd' operating system (best MS-DOS 6.22) en verwijder Windows volledig.
Wie aan de slag wil op het gebied van de experimentele akoestische instrumentenbouw dient te beschikken over een minimale atelieruitrusting. De werktuigen verschillen grondig naargelang de te verwerken materialen zodat een basislijst hier erg moeilijk te geven valt.
Essentieel zijn echter:
2. een goede boormachine: traploos instelbare rotatiesnelheid is belangrijk. Voor instrumentenbouw is een kolomboor aangewezen. Goede merken zijn: Fein, Hitachi, Hilti, Bosch, Metabo.
3. Een cirkelzaag voor houtbewerking naast een goed stel handzagen.
4. Een haakse slijpschijf voor metaalbewerking.
5. Spanklemmen: je kunt er nooit teveel van hebben.
6. Een goede en zware bankschroef met brede schoenen.
7. Een soldeerpistool (voor blaasinstrumenten).
8. Een wipzaag. (voor hout en kunststoffen)
9. Houtbeitels en schaven.
10. bazisgereedschappen: hamers, schroevendraaiers, steek- en ringsleutels, vijlen en raspen, schuurblok, winkelhaken (90gr,45gr,30gr,60gr)...
1. verzaak aan de installatie van allerhande 'memory-residente' utilities in je komputer! Ook virusscanners doen meer kwaad dan goed. Ze sturen de voor muziek zo wezenlijke timing in de war.
2. Installeer nieuwe software en updates ervan uitsluitend middels de originele distributies of rechtstreekse ongewijzigde of ongeinstalleerde kopies daarvan!
3. Maak van je harddisk geen rommelzolder door de installatie van allerlei links en rechts verzamelde stukjes software... Ben je bezeten van een verzamelvirus, gebruik dan CD's, als medium.
4. Maak regelmatig back-ups van je werk op CD. Elke kompositie hoort op een eigen afzonderlijke disk te staan, voorzien van een gedateerd dokumentatie-bestand met een historiek van het stuk, de ervoor geschreven software, de ermee gekoppelde bestanden (midi-files, noteprocessor-files,...)
5. Kopieer nooit software wanneer je niet tevens ook de volledige originele erbijhorende manual kan (foto)kopieren of downloaden. Ongedokumenteerde software doet je veel tijd verliezen en kan je hele komputerkonfiguratie overhoop gooien. Lees ook steeds aandachtig de manuals alvorens de software te installeren en uit te proberen!
6. Komputerspelletjes horen alleen thuis op de komputer van je kleine broer of zus.
Ook in de meest abstrakte en op het eerste gezicht tot het loutere denken beperkte aktiviteiten zoals de wiskunde, de teoretische fyzika, de wijsbegeerte zien we dat de eigentijdse technologie haar niet te stuiten opmars heeft gekend. Ook deze disciplines maken vandaag uitgebreid gebruik van komputers en komputerrandapparatuur. Witte raven (en/of hoogbejaarden...) zijn zij die thans nog in deze disciplines uitsluitend het woord, hooguit gesteund door 'potlood en papier' hanteren.
Ook de muziekbeoefening, inkluzief de kompositie, heeft -en dit sinds mensenheugenis- gebruik gemaakt van 'instrumenten' allerhande. Het is wellicht precies deze hantering van 'instrumenten' die haar maatschappelijke en professionele aanvaarding heeft opgeleverd.
De experimentele muziekmaker heeft de vrijheid zich zijn instrumenten zelf uit te zoeken. Opdat hij deze keuze op een verantwoorde wijze zou kunnen effektueren, dient hij een zekere -ook praktische- kennis te hebben van de keuzemogelijkheden. De konfrontatie daarmee is dan ook onlosmakelijk verbonden met de praktische invulling van de kursus experimentele kompositie.
Filedate: 971014/971021/2010-03-08
Terug naar inhoudstafel kursus: <Index Kursus> | Naar homepage dr.Godfried-Willem RAES | Wat kost het allemaal... |