Godfried-Willem Raes
'A Book of Fugues'

1989-1992

1. Boek 1 (#1-#16)

2. Boek 2 (#17-#25)

Inleiding bij het eerste boek

Polyfonie als spel van min of meer onafhankelijk interagerende stemmen heb ik steeds fascinerend gevonden. Ook geavanceerde vormen van muzikale improvisatie zijn trouwens in wezen als zuiver polyfone muziek te beschouwen en te beluisteren.

Omdat ik de fuga een van de interessantste muzikale vormen uit de klassieke muziek vind, heb ik me erop toegelegd deze vorm met meer eigentijdse middelen ter hand te nemen. Als 'summum' van het zuiver abstrakte denken in muziek (dit in tegenstelling tot het meer sensorische van harmonie en instrumentatie) leek dergelijke aanpak ook voor de hand te liggen.

Het projekt wat daaruit is voortgekomen is wat men in technisch jargon een expert-systeem pleegt te noemen. Een programma dat gespecialiseerd is in het komponeren van vierstemmige fugas. Een brok software dus... Het programmeren nam heel wat tijd in beslag en dit projekt ging van start in 1989. In 1991 was de eerste werkende versie klaar. Naarmate we het programma fuga's lieten uitschrijven, veranderden we ook telkens de software.

Deze software bestaat uit vier nogal omvangrijke programma eenheden :

  • DUX-ANALYSE / COMES-GENERATOR
  • FUGA-KOMPONIST
  • FUGA-SPELER
  • FUGA-SCHRIJVER

Het eerste programma bekijkt een opgegeven thema en maakt daarvan een grondige muzikologische analyse. Hierbij wordt niet alleen bepaald of het om een tonaal, modaal, atonaal of serieel thema gaat, wat de maatsoort is, hoe het dynamisch patroon ineen steekt, maar worden ook allerlei denkbare stilistische eigenschappen van het thema onderzocht. Hiervoor worden eenvoudige technieken van pattern-recognition en , uiteraard, van statistische analyse toegepast.

Op grond van de in deze analyse verkregen gegevens, worden dan door het programma een aantal tegenthemas ( comes, in fuga jargon) voorgesteld. Deze vallen binnen de stijl van het thema (dux) , maar zullen er ook steeds mee kontrasteren. De comes wordt aanvankelijk geheel berekend op grond van Markov-ketens waarin de waarschijnlijkheden bepaald zijn aan de hand van de gegevens van de analyse. Het resultaat wordt aan de komponist voorgespeeld, en die kan de comes goed- of afkeuren. Keurt hij de voorstellen van de komputer af, dan poogt deze zelf een patroon te herkennen in de afgekeurde voorstellen, en eens hij zoiets gevonden heeft, zal hij daar ook rekening mee houden bij elk volgend voorstel. Hier kan dus van een elementaire vorm van leren gesproken worde , met een modewoord artificiele intelligentie dus.

Wanneer dit programmasegment is afgelopen, wordt gezocht naar mogelijkheden voor de vormopbouw van de fuga. Hierbij wordt uitgegaan van de maximale vorm van een klassieke fuga:

  • expositie dux
  • expositie comes
  • divertimento: motivische doorwerking op dux en comes
  • kontrapuntisch koraal
  • metrische en tonale variaties op dux en comes
  • stretto
  • reexpositie dux in het pedaal met kontrapunt in de andere stemmen

Welke vormdelen hieruit zullen worden gekomponeerd en op welke manier dat zal gebeuren, hangt volledig af van de mogelijkheden besloten in het gegeven thema. Ook gegevens zoals de stemvolgorde bij de inzetten, de regels voor het kontrapunt en voor eventuele modulaties, worden tenslotte bepaald.

De Fuga-komponist kan nu aan de slag ... : Dit programma doet het eigenlijke komponeerwerk op grond van het gegeven vormschema. De manier waarop dit wordt toegepast zal volledig afhankelijk zijn van de stijl van het gegeven thema. In dit programma heb ik gepoogd een algoritmisch kontrapunt evenals een elementaire algoritmische tonale harmonie in te bouwen. Uiteraard was het hierbij niet de bedoeling de gehele akademische harmonieleer te implementeren, maar wel om daar waar het gegeven van tonale spanningen en hierarchien gebruik maakt, diezelfde spanningen en hierarchien als grondslag te gebruiken voor de vertikale opbouw van de samenklanken en van het kontrapunt. De gehele harmonieleer zoals die in dit programma werd ingebouwd (en die trouwens alleen aan de orde is wanneer een tonaal thema wordt opgegeven) bestaat eigenlijk slechts uit volgende principes:

- TONALE SPANNING: tonale muziek kent slechts drie soorten intervallen en samenklanken:

1.: tonaal-bevestigende:

  • TONIKA
  • DOMINANT
  • SUBDOMINANT

2.: tonaal dwingende:

  • LEIDTOON (dwingt naar tonika)
  • TRITONUS (dwingt naar modulatie of tonika)

3.: tonaal neutrale:

  • alle andere intervallen

- MODULATIE: alle tonale modulaties moeten worden voorbereid door het inbrengen van de leidtoon van de nieuwe toonaard en door bevestiging van de tonika en dominant in de nieuwe toonaard.

In het programma werden alleen de meest dwingende regels geimplementeerd : modulaties worden voorbereid via een dominant en tonaal dwingende intervallen worden opgelost. Het programma vermijdt dus geenszins dissonanten, maar behandelt dissonanten die tonaal struktureel betekenis hebben (dwingend zijn) tonaal korrekt. Alle andere blijven gewoon bestaan. De samenklank Gis-A-Bes in de kontekst van C-Maj bvb. zal tot geen enkele tonale spanning aanleiding geven. Wanneer een thema zelf kiemen van modulatie bevat dan zal het polytonaal worden behandeld.

Modale themas worden -wanneer men dat wil- konsekwent modaal behandeld doorheen de gehele fuga, en ook hier werden een aantal regels voor modaal kontrapunt vastgelegd.

 Het eenvoudigst te implementeren bleek het komponeren van zuiver seriele fugas, omdat de behandeling van dodekafonische reeksen met zeer eenvoudige rekenkundige operaties kan gebeuren.

 Wat mij in dit programmadeel vooral bezighield was de beperking om de muzikale stijl zoveel mogelijk uitsluitend te laten afhangen van wat op grond van het thema te bepalen is. Het spreekt immers vanzelf dat de gehele tonale harmonieleer geenszins vervat kan liggen in elk tonaal thema, aangezien die een veralgemening is, een regelsysteem wat op alle tonale themas kan worden toegepast. Het minimalistische van mijn aanpak maakt dat elk thema eigenlijk tot een eigen stijlsysteem aanleiding kan geven. Daardoor komt m.i. het bijzondere van elk afzonderlijk thema des te beter tot zijn recht.

Het derde programmadeel laat de komponist toe de gekomponeerde fuga te beluisteren via midi-sturing, of, wat muzikaal te prefereren is, via een player- piano. Hierbij is het mogelijk het afspelen via het komputerkeyboard agogisch en dynamisch te beinvloeden. Het is dus wel iets meer dan een simpele juke- box.

 Het vierde en laatste programmadeel, maakt de fuga tenslotte geschikt voor musici. Hierbij is de mogelijkheid ingebouwd bestanden aan te maken die aan muzieknotatieprogrammas kunnen worden aangeboden, die de fuga in een partituur in traditioneel muziekschrift kunnen omzetten. Het kompositieprogramma genereert immers een zuiver binair bestand, dat voor musici volstrekt onleesbaar is. Een vertaling leek dan ook nodig. Hiervoor wordt dan het DARMS muzieknotatieformaat gebruikt, een notatiewijze voor muziek die - hoewel niet als muziek leesbaar - toch eenvoudig te schrijven en te analyseren is. Dit programmadeel kwam trouwens tot stand in nauwe samenwerking met Geert Logghe.

 In totaal werden in het programma niet minder dan 800 kompositieregels - waarvan vele uiteraard nogal eigenzinnig- ingebouwd, terwijl het programma in de loop van zijn bestaan er ook zelf telkens weer nieuwe bij aanmaakt. Deze kompositieregels zijn geenszins te beschouwen als algemeen, maar integendeel drukken een stelsel persoonlijke inzichten en voorkeuren inzake muzikale kompositie uit. In die zin claimt het programma dan ook geen enkele universaliteit. Ook wanneer iemand anders dan de auteur aan de hand van het programma fugas zou maken, zouden deze nog steeds grotendeels aan de auteur dienen toegeschreven te worden.

 Het lag in mijn bedoeling met dit programma een bundel van zo'n 16 fugas voor diverse bezettingen (sommige ook intentioneel geheel abstrakt) te schrijven. Aan bestellingen voor fugas voor gegeven bezettingen kan ik dan ook vrij makkelijk en relatief snel voldoen. Die snelheid moet echter wel in dagen gerekend worden, want om 1 enkele fuga te komponeren, heeft mijn snelste komputer toch nog steeds een hele dag nodig. Toch nog steeds heel wat minder dan de drie dagen die konservatoriumstudenten in ille tempore toebedeeld kregen om -achter slot en grendel- hun finale fuga te schrijven.

Gent, 1991


 Aanwijzingen voor uitvoerders

Algemene opmerkingen :

  Voor alle fugas hier opgenomen geldt dat de wijzigingstekens alleen geldig zijn voor de noot waarvoor zij werden geplaatst! Herstellingstekens werden slechts uitzonderlijk gebruikt.

  In principe -mede om het abstrakte karakter van de muziek te bewaren- werden bijna nergens agogische of dynamische aantekeningen in de partituur opgenomen. In principe is de uitvoerder dus volkomen vrij een bezetting, een tempo, een dynamiek te kiezen. Dit zal echter -overeenkomstig de gangbare muziekpraktijk- toch steeds geschieden in overeenstemming met de formele struktuur van de fuga en met de karakteristieken van het tema.

Bij de kompositie werden de tessituren van de diverse partijen grosso modo afgestemd op die van het strijkkwartet. Niettemin mogen partijen naar eigen goeddunken in andere oktaafliggingen worden gespeeld, met dien verstande dat de baspartij steeds de laagste partij dient te blijven.


 Bijzondere aantekeningen:

 Op de volgende bladzijden geef ik enige kommentaar bij elke afzonderlijke fuga uit deze eerste bundel.


FUGA1: " A Fugue for Irma "

Deze fuga werd gekomponeerd om te worden opgenomen in de (anti)- operaproduktie "Irma" naar een palimpsest-partituur van Tom Phillips. De dux is ontleend aan een leitmotiv van Grenville ( A-C-C-B ), de enige vier noten die aan de oorspronkelijke partituur werden ontleend. De fuga werd gedacht voor een relatief grote ad hoc bezetting (Piccolo, blokfluit, fluit, hobo, 3 klarinetten, 2 euphoniums, viool, altsax, tuba, fagot, kontrabas, clavecimbel, tumba), maar kan ook anders worden uitgevoerd. De fuga is geschreven in een hypotetisch-barokke stijl, zoals door het programma aan de hand van het tema bepaald.

Het tempo is majestatisch in de expositie ( MM 60-90) maar zal sneller worden genomen aan het 'koraal' (Maat 45) (MM 90-120), waar het een danskarakter verkrijgt. In de finale mag een poco-a-poco rallantendo worden toegepast.

Een georchestreerde versie van deze fuga is beschikbaar met 12 afzonderlijke instrumentale partijen, evenals een volledig georchestreerde versie voor groot harmonieorkest.

(Bezetting: piccolo, fluit, trompet Bb, 1e, 2e en 3e klarinet (Bb) , Eb klarinet, altklarinet (Eb), basklarinet (Bb), altsaxofoon (Eb), tenorsaxofoon (Bb), euphonium (Bb), trombone, tuba (C), hoorn (F), fagot, kontrafagot, kontrabas . Afzonderlijke getransponeerde partijen zijn beschikbaar).

Kreatie: 26.06.1991 en reprises op 29-30.11.1991 door het Ensemble voor Experimentele muziek van het Koninklijk Konservatorium te Gent o.l.v. Geert Logghe.

Een eerste georkestreerde versie voor het Logos robotorkest werd gemaakt door Sebastian Bradt. (Premiere op 11.01.2006)


 FUGA2: " Fug' A Due "

De dux voor deze fuga werd geschreven om het analyse programma opzettelijk in de war te brengen. Immers op grond van de erin voorkomende noten is het thema atonaal, maar gezien vanuit de intervallische struktuur zuiver laatromantisch-tonaal. Daarom werd het een fuga met twee gezichten... Het tempo zal bij voorkeur eerder snel worden gekozen. Een uitvoering op twee pianos is hier heel geschikt (de sopraan-partij mag dan ook een oktaaf hoger worden gespeeld).

tema voor 'Fug' a due'

 

 

Een versie voor klarinetkwartet (sopraan op Mib klarinet, alt- en tenor-partijen voor Sib klarinetten en bas-partij voor basklarinet) is met de geschikte transposities en partijen eveneens beschikbaar. De versie kreeg de subtitel 'Fug' A due - per Arundo' mee, voor het gelijknamige klarinetten- kwartet en werd genoteerd in 2/4. Het Arrundo kwartet bracht ook de kreatie ervan in 1993. Uitvoerders waren Stefaan Cornelus, Henk Soenen, Harry Blommaert en Geert Dhont.

PLAY MIDI FILE


FUGA3: " Triple Triplet Fugue "

Een eerder melodische en soepele fuga in 27/32 maat ( = 3 x 9/16 maat). Alle metrische onderverdelingen zijn hier dus strikt ternair behandeld.

Een voor het Logos Robotorkest georkestreerde versie van deze fuga werd gemaakt door Lara Van Wynsberghe. Zo was hij voor het eerst te horen op het koncert van 17 mei 2018 in de Logos Tetraeder.


FUGA4: " A Fugue 4 Mi "

Ook dit thema betekende een uitdaging voor het programma. Immers, de eerste zeven noten vormen een hele-toons reeks, die wordt tegengesproken door de nazin in het thema. Het algoritme van het thema is immers: een oktaaf verdeeld in zes gelijke delen (C-D-E-Fis-Gis-Bes), gevolgd door een oktaaf verdeeld in 4 gelijke delen (C- Es - Fis - A) en afgesloten met een oktaaf verdeeld in 3 gelijke delen (C - E - Gis)...

In 2004 orkestreerde Sebastian Bradt deze fuga voor het Logos robotorkest.

Een volledig nieuwe orkestratie voor het robotorkest werd afgewerkt in 2016 door Lara Van Wynsberghe. De premiere van deze versie werd gebracht op 21 april 2016.

Link naar de midi-file voor het robotorkest.

Link naar het overstemmende MP3 audio bestand.


FUGA5: " Fuga Cinque "

Een fuga waarvan het thema een eenvoudig konvergerende reeks is. Om dit goed te doen uitkomen is het wenselijk dit thema met een heel uitgesproken decrescendo uit te voeren, telkens het letterlijk of gevarieerd voorkomt.

Het eerste wat wellicht zal opvallen bij het bekijken van de partituur, is de nogal eigenaardige maatsoort: 60/32. Eigenlijk gaat het om een enigszins afwijkend onderverdeelde 5/4 maat, omdat ik doorelkaar zowel binaire als ternaire metrums wilde doen verwerken. Aangezien mijn software echter niet op de -rekenkundig gezien toch betrekkelijk onlogische- triolen is voorzien diende ik een veelvoud van de gewenste metrische struktuur als maatcijfer te gebruiken.


FUGA6: " A Minimal Fugue"

Een snelle en korte fuga die welhaast mechanisch gespeeld dient te worden... Het thema wordt modaal behandeld, maar omdat de redundantie daarvan te groot was volgens de regels die ik in het programma implementeerde, werd dit modaal karakter gekontrasteerd met atonale en zelfs tonale uitschieters.

Een georkestreerde versie voor het M&M robotorkest werd gemaakt door Sebastian Bradt. (Premiere op 11.01.2006)

Link naar de MP3 audio file


 FUGA7: "Fugue Septique"

Deze Fuga in 7/8-maat werd speciaal bedacht voor strijkkwartet, hoewel alternatieven mogelijk zijn. Het thema is bijzonder hoekig en kwasi verbrokkeld.

Men neme het tempo aan de snelle kant (MM120 per vierde noot is een goed vertrekpunt).

Een schetsmatige sequence die op midi-synths kan worden afgespeeld is hier. Deze versie is niet geschikt voor uitvoeringen!

In 1997 naakte ik een eerste versie voor player piano en twee orgel-robots. Een tweede georkestreerde versie voor het Logos Robotorkest werd gemaakt door Sebastian Bradt. (Premiere op 11.01.2006)

Een geheel nieuwe orkestratie werd gemaakt voor uitvoering op het koncert met het robotorkest in Liepaja (Letland) op 3 augustus 2017. De MIDI-file voor deze versie is beschikbaar via deze link. Deze orkestratie maakt gebruik van de robots: player piano, hybr, vibi, korn, Ob, Heli, Klar, Fa, So, Xy. Ze werd uitgewerkt door mijzelf, Kristof Lauwers en Lara Van Wynsberghe. Deze file kan niet afgespeeld worden op synths maar werkt alleen goed voor het Logos Robotorkest.


FUGA8: "Fuga Otto Nove "

Voor deze kwasi spanningsloze fuga werd vertrokken van een tema dat alleen van de heletoons-reeks gebruik maakt. Ook de ad-hoc harmonie is kwasi richtingsloos. De maatsoort is 9/8, hoewel er nogal wat metrische modulaties in voorkomen. De sfeer is eerder meditatief. Het tempo mag tussen 90 en 120 per vierde worden genomen.

Kreatie: 03.01.1992 door Karin DEFLEYT & Marc MAES in een versie voor piano- 4-handig, met synthesizer, en voorzien van een muziektheatraal preludium. Een tweede realisatie ervan -voor klavecimbel solo- werd eveneens gebracht door Marc MAES in 1992.

Deze fuga werd opgenomen op de Logos CD 'Works' (op het New Yorkse XI- label -nr.117) en uitgebracht in 1995.


 FUGA9: " Fuge Nein! "

Een rustige fuga waarvan het thema volledig op een enkel dominant- septiem akkoord steunt. Zulk thema wordt door het programma als modaal beschouwd en behandeld. Het resultaat is een eerder planerend muziekstuk. Deze fuga klinkt vooral goed wanneer gespeeld in een niet getemperde stemming, waarbij de diverse kleine tertsen waaruit hij is opgebouwd, onderling verschillend zijn.

In 2004 orkestreerde Sebastian Bradt deze fuga voor het Logos automatenorkest. De laatste revisie werd gespeeld of het Logos robotorkest koncert van april 2012. Latere aanpassingen werden aangebracht door de auteur zelf.


FUGA10: " Fugadeca "

Deze fuga heeft als bijzonderste kenmerkt dat het opgegeven thema veel meer rusten heeft dan noten. De noten die er zijn, hebben een eenvoudig rekenkundig verband, een verband dat het programma telkens opnieuw tot een goed einde poogt te brengen. De maatsoort is 5/4 en een tempo M.M.90 is geschikt. De analyser beschouwde het thema als geschreven in een Cis-Maj toonaard met 10 noten, en bouwde daarop een ad hoc harmonie uit. Het is een fuga die zich -mede door zijn grillig karakter- bijzonder goed leent tot kleurrijke orkestratie.

Beperkt men zich tot vier instrumenten dan liggen volgende kombinaties voor de hand:

  • voor de sopraan : viool, fluit of hobo
  • voor de alt : viool, altviool,altfluit,klarinet of engelse hoorn
  • voor de tenor : cello, altviool,tenorsax,trombone of fagot
  • voor de bas : cello, kontrabas, basklarinet, trombone of fagot

Getransponeerde partijen kunnen op aanvraag worden verkregen.

Een volledig georkestreerde versie van deze fuga is eveneens beschikbaar. De bezetting kan zowel enkel bezet, als meervoudig worden genomen. De partijen zijn geschreven voor volgende instrumenten:

  • Houten: Fluit, Hobo, Klarinet ( Sib), Fagot
  • Kopers: Trompet (Do), Trombone of euphonium, Tuba (Do)
  • Strijkers: Eerste viool ( ad lib. a tre), Tweede viool ( ad lib. a tre), Altviool ( ad lib. a tre), Cello ( ad lib. a due), Kontrabas ( ad lib. a due)

 FUGA11: " El Fuga"

Voor deze fuga werd uitgegaan van een tonaal tema, maar dan voorzien van een volstrekt a-metrische ritmiek. De notatie in 2/2 is dan ook arbitrair. Deze fuga leent zich goed voor uitvoering op twee klavierinstrumenten. Ook als quatre-mains is hij goed uitvoerbaar. Omwille van het speelkomfort verdient het dan wel aanbeveling de bovenste partij integraal een oktaaf hoger te spelen. Als tempo kan worden uitgegaan van MM60.

Een georkestreerde versie voor het Logos robotorkest werd gemaakt door Sebastian Bradt. (Premiere op 11.01.2006)


FUGA12: " Dodecafuga"

Deze fuga is volledig atonaal en bovendien a-metrisch. Zijn notatie in een 4/4 maat is dan ook volkomen irrelevant. Het tempo ligt aan de snelle kant (MM 120 of sneller) en dient konstant te worden aangehouden. Ook het metrum berust hier immers op seriele principes. De dynamiek dient hier bij voorkeur per individuele noot verschillend te zijn!


FUGA13: " Fuga Litania"

Een kontemplatieve fuga in een snelle 13/8 maat. Het thema berust op een eenvoudig welhaast rekenkundig aftelmechanisme. Gezien de lengte van deze dux, zetten in de expositie de andere stemmen in nog voor de hele dux werd voorgesteld.

Deze fuga beleefde zijn premiere in een versie voor player-piano in het kader van het Algoritmische Muziek Festival bij Stichting Logos te Gent, op 6 juni 1995. Een orkestratie voor een beperkt aantal robots van het automatenorkest kwam tot stand in 2014. De midi file van deze versie voor robots kan hier gedownload worden. Deze versie werd ook gebruikt voor de namuda studie nr.45, waarin ze wordt gekombineerd met interaktief aangestuurde robots.


FUGA14: "James Ensor Fuga"

Deze fuga is strikt (hoewel... er zijn enkele markante uitzonderingen) pentatonisch. Zoals men weet vond James Ensor de witte toetsen op de piano volkomen overbodig en brachten ze hem in de war.

Kreatie: 03.01.1992 door Johan VERCRUYSSE, tuba, Jurgen DESCHEPPER, klarinet, Gunther DE BACKER, saxofoon, Hilde GYSSELS, hobo


 FUGA15: "Circus Fuga"

Deze technisch bijzonder moeilijke fuga in een zeer snelle en bovendien onregelmatige 5/16 maat stelt erg hoge eisen aan het samenspel der musici. Hij is dan ook bijzonder geschikt om te worden gespeeld op player-pianos en/of orchestrions. Hij werd overigens in een player-piano versie gekreeerd op 7 juni 1995. (Tempo MM=130)

Wanneer het tempo niet te snel genomen wordt (1 seconde per maat bvb.) is uitvoering perfekt mogelijk op hetzij klavierinstrumenten, hetzij slaginstrumenten (xylo, vibra, marimba, glockenspiel etc..).

Ook uitvoering door bvb. blokfluitkwartet kan leiden tot estetisch bijzonder bevredigende resultaten.

Een opname voor de akoestische muziekautomaat <piperola> (een orgelrobot) is beschikbaar op CD: LPD007.


FUGA16: "The missing Fugue..."

Dit is de fuga zoals J.S.Bach hem beslist niet schreef. Hij is gesteund op het thema van "Die Kunst der Fuge"...

Het programma had er wat moeite mee, omdat in het thema de zesde graad ontbreekt (B of Bes). Dit leidde dan tot een sterke tonale ambivalentie. Het muzikale verhaal loopt hier dan ook helemaal in de war en wordt dan ook nergens een fuga in de stijl van Bach...

Een versie voor het Logos Robotorkest werd gemaakt in 2017. Vooral de orgel-robots komen daarin aan bod.


 

Inleiding bij het tweede boek.

Nadat ik een eerste reeks van 16 fugas had gemaakt en opgenomen in de bundel 'A Book of Fugues', nam ik me voor nog heel wat verder aan de komponeersoftware te gaan sleutelen. Aanvankelijk omdat ik haar geschikt wilde maken om binnen allerlei bestaande en gevestigde estetieken, aanvaardbare fugas te komponeren. Na daar toch wel enkele maanden mee te zijn bezig geweest, en na bij wijze van experiment minstens zo'n twintigtal grote fugas te hebben geschreven en beluisterd, begon ik het opzet alsmaar meer vervelend te vinden. Toen gooide ik het roer resoluut om, en wijzigde het verloop van het softwareontwikkelingsproces grondig. Het eerste proces gaf aanleiding tot een eerste fugabundel en kan gezien worden als konstruktief. Het nu ingezette proces, werd er een van dekonstruktie, waarbij de grenzen van de fuga-vorm alsmaar verder werden verlegd. Een eerste aanzet daartoe was de vraag bij verschillende vrienden en musici, naar specifieke fugas die met de bestaande software niet konden worden geschreven (bvb. driestemmige , zuiver ritmische, vizuele en/of videofugas, verbale fugas, multimedia-fugas...). Daarnaast echter werd de software ook uitgebreid met een extra module waarin heel wat elementen ontleend aan de klassieke retoriek in de fugas kon worden ingebracht.

Anders dan dat het geval wat in het eerste boek, vormen deze reeks fugas niet noodzakelijk op zichzelf staande muzikale komposities. Vaak komen zij voor als deel van een meerledig muziekstuk, soms ook in kombinatie met andere kontrapuntische of homofone vormen.

Hierna volgen dan de inleidingsteksten bij alle fugas behorende tot het tweede boek.


FUGA 17 - "Ango Laina Fuga"

Deze fuga onstond op vraag van het Nederlandse trio Ango Laina. Het bijzondere aan dit trio is dat het bestaat uit cello, piano en... spreekstem (Jaap Blonk). Voor dergelijk ensemble was het nodig de fugasoftware duchtig te wijzigen opdat ook foneem-temas met een muzikaal equivalent verwerkt zouden kunnen worden.

De foneem-tabel - die in dit stuk volledig is gesteund op de normale uitspraak in de nederlandse taal- ziet eruit alsvolgt:

  • aaa èèè ÿÿÿ ÉÉÉ iii uuu eu oe ooo o(h) a(h)
  • Haa He Hij Hee Hie Huu Heu Hoe Hoo Hoh Hah
  • Zaa Ze Zij Zee Zie Zuu Zeu Zoe Zoo Zoh Zah
  • njaa njui njei njee njie njuu njeu njoe njoo njo nja
  • maa mui mij mee mie muu mjeu moe moo mo mja
  • djaa djui djei djee djie djuu djeu djoe djoo djo dja
  • kaa ke kei kee kie ku keu koe koo ko ka
  • ta tu ty te ti tu tu toe to to ta

Omwille van uitspraaktechniek en overwegingen die te maken hebben met de melodievoering, zijn er wel hier en daar afwijkingen van dit plan doorgevoerd. Ook zal opvallen dat er niet werd gekozen voor een strikte afbeelding van de twaalf noten op twaalf fonemen. Hierdoor komt er immers een verrassingselement in de wijze waarop modulaties kunnen worden doorgevoerd, analoog aan wat we horen in modulerende muziek gespeeld in een niet-getemperde stemming. De fuga zet in met de spreekstem, die het tema voorstelt:

  • Djuukoo kiekeuzaanja hoe
  • nja djoedjag kikukoeko
  • zi djeikaa kakaakoekie hoo

Dan volgen de andere stemmen met een muzikaal aansluitend equivalent. Deze foneem-georienteerde aanpak maakt een vorm van transpositie en modulatie mogelijk. Hetzelfde tema, een tritonus lager bvb. klinkt dan als:

  • Djaakee kokuizuunjm hij
  • njm djeidjm kokaakeikie
  • zo djeikuu rkuukeiko hee

Het tempo voor deze fuga dient tamelijk snel te worden genomen (MM 120 bvb.). Wijzigingstekens gelden uitsluitend voor de maat waarbinnen ze voorkomen. De spreekstem werd op 1 lijn genoteerd. De notatie met in hoogte verspringende x -tekens, geeft min of meer het melodieverloop weer, maar het is niet de bedoeling de partij te zingen!

[01.08.1991]

Deze Fuga werd gekreeerd door het Ango Laina Trio, bestaande uit Jaap Blonk, Rene Behrman en Wieringa in Dublin, Ierland, 1994.


 "Orgeltriptiek"

deel 1: FUGA 18 "Fuga Largo"

deel 2: FUGA 19 "Fuga Larghetto"

deel 3: KORAAL "Orgelkoraal"

De beide fugas uit deze triptiek behoren tot de verzameling 'A Second Book of Fugues', een verzameling fugas die in tegenstelling tot die uit het eerste boek, werden geschreven met een voor elke fuga specifiek komputerprogramma. Het opzet van deze reeks bestond er immers in, de fuga- vorm door geleidelijke verbreding, veralgemening en abstrahering stapje per stapje te verruimen tot op de grens van zijn definitiegebied.

Fuga 18 vormt een koppel met Fuga 19, onder meer omdat ze voor een stuk van hetzelfde melodisch materiaal voor dux en comes gebruik maken. Fuga 18 (Fuga Largo) is uiterst meditatief en rustig, terwijl Fuga 19 (Fuga Larghetto) levendiger en meer versierd is. Eigenlijk zijn het twee dubbelfugas die elkaars spiegelbeeld vormen. Een tweeluik dus.

Door toevoeging van een koraal -op hetzelfde tematisch materiaal gebaseerd- ontstond dan ook een kompositorisch drieluik. Als triptiek werden deze drie stukken van bij het begin gedacht en uitgeschreven voor orgel. Bij uitvoering kan de volgorde der delen vrij worden gekozen.

Voor de uitvoering dacht ik aan een groot pijporgel met uitgebreide registratiemogelijkheden, hoewel aanduidingen voor registratie in de partituur zelf ontbreken. Voor het pedaal dient in elk geval een 16-voet-register te worden genomen. Gezien de onkonventionele harmonie waarvan in dit stuk gebruik gemaakt wordt, moet voorzichtig omgesprongen worden met het gebruik van bepaalde mixtuurregisters. Voor fuga 18 dacht ik aan registers zoals bourdon, gedekt, fluit, .... kortom, zachte ingetogen registers. Fuga 19 is beter gediend met een flamboyante registratie inclusief trompetten, bazuin, fagot... Registerwisselingen, mogen maximaal worden benut in funktie van de motivische verwerking in het stuk. Indien een Italiaans orgel ter beschikking staat, waarin 'kermis'effekten voorhanden zijn ( trom en glockenspiel bvb.) kan in de maten 6, 11, 18, 49, 58 een tromslag worden ingelast, en kunnen hier en daar motieven uit de sopraan op het glockenspiel worden gespeeld.

Waar de tessituur die van het orgelklavier te buiten gaat, mag uiteraard een 4-voet of 2-voet ingezet worden. In de maten 103 tot 107 dient geleidelijk een registratie te worden ingezet die verwijst naar die gebruikt in fuga 18. Deze registratie blijft slechts even - als verwijzing - aanwezig en vanaf maat 131, ten laatste - dienen we opnieuw in de voor fuga19 typische registratie aangekomen te zijn.

Het tempo voor Fuga 18 is Largo (MM40-58), maar dient te worden bepaald in funktie van de akoestiek. Fuga 19 , Larghetto ( 60-72), maar hier kunnen voor de drie delen waaruit deze fuga bestaat, lichtjes verschillende tempi worden genomen.

De uitvoering van het koraal laat veel vrijheid aan de uitvoerder. Zoals eerder gezegd wordt hierin uitsluitend gebruik gemaakt van thematisch materiaal uit de beide fugas. Dit materiaal komt hetzij in de sopraan, hetzij in het pedaal voor. Het koraal is een fragmentarische vorm: het bestaat uit geharmoniseerde flarden. Elke flard eindigt op een rust-met-orgelpunt. Voor elke flard mag een geheel eigen en verschillend tempo worden gekozen, terwijl ook de registratie telkens verschillend genomen mag worden. Extreme tempi dienen niet te worden geschuwd! Een tempo M.M.20 is bijvoorbeeld toegelaten. Men kieze echter de tempi liefst zo, dat er helemaal geen metrisch afleidbaar verband tussen bestaat. Het is de organist toegestaan, waar mogelijk eigen versieringen toe te voegen.

Het koraal werd gekreeerd op het November Music Festival door de Nederlandse organist Huub Ten Hacken op het orgel van de (toen ijzig koude...) Gentse Sint-Pauluskerk, op 28.11.1993.

[07.08.91 - 20.10.1991/24.03.92]

memo : source file voor Fuga 18: FUGA18B.BIN 48785Bytes 09.08.1991 programmaversie FUPROC1-FUPROC2-FUPROC3 notatieprogrammas : DARMS - LINDEC - NP zie ook txt file in subdirectory C:\np\f19source files voor orgelkoraal: C:\np\orgkor handen.doc & B.doc 23.03.92 programmaversie KORAAL d.d. 23.03.92 koraal-input file : ORGEL.KOR


"Fuga Memento" (Fuga 20)

Deze fuga kwam tot stand na het vernemen van het plotse en onverwachte overlijden op 28 maart 1992 van mijn vriend en kollega Eric Dequecker, een van de weinige fluitisten in ons land die zich speciaal voor nieuwe muziek inzetten. De bezetting, een duo voor dwarsfluit en klavier (piano, tangentenflügel, pianoforte of klavecimbel) is daarmee meteen verklaard evenals het fragiel zoniet fragmentarisch karakter van het tematisch materiaal en de uitwerking ervan. Het tempo moet eerder traag worden genomen zo dat de fluit de gelegenheid krijgt de melodie op een timbraal gevarieerde wijze (lyrisch-elegisch en met inflekties) te laten klinken. De enkele rusten en orgelpunten die in de fuga voorkomen, dienen de metriek volledig op te heffen. De maten mogen dus niet worden afgeteld. De fuga breekt af, nog voor het einde van de finale.

Zoals in de meeste van mijn fuga's is ook hier volledig afgezien van het opgeven van dynamiek, artikulatie en frasering. Dit betekent echter absoluut niet dat de uitvoerder deze muziek mechanisch zou dienen te spelen. Integendeel, ik probeer hiermee aan te sluiten bij de voor-romantische muziektraditie, waarin al deze aspekten tot het interpretatiegebied van de uitvoerder behoren. Zo wordt deze uitdrukkelijk toegestaan, melodische zinnen te versieren met voorslagen, trillers e.d.. Ook voor de dynamiek -en in dit stuk kan rijkelijk van overgangsdynamiek gebruik worden gemaakt- dient hij de aanwijzingen op grond van zijn interpretatieve vizie zelf in de partituur aan te brengen.

Op sommige aangehouden noten in de fluit-partij werd een + genoteerd. Uitgaande van de voorgeschreven noot, dient de uitvoerder hier een komplekse multiphonic op te bouwen. Ook op andere plaatsen in het stuk is het gebruik van multiphonics mogelijk en toegelaten, maar liet ik het volledig aan de interpretatie van de uitvoerder over. Het stuk werd met opzet, voor de fluitpartij, in lange notenwaarden geschreven om het brede timbrale pallet van de fluit aan bod te laten komen. De nagestreefde fluitklank is niet die van het symfonisch orkest! Elke klank dient in het instrument tot leven te worden gebracht en dit proces mag hoorbaar zijn: hoorbaar aanzetten van de toon, luchtruisgeluiden, beweeglijke mondstand, inflekties...

Deze fuga werd gekreeerd door Karin DEFLEYT en Marc MAES in 1992. Hij is eveneens te beluisteren op de CD Logos 'Works', op het New Yorkse XI- label (nr.117). Deze versie werd opnieuw uitgevoerd op de krematie van mijn broer, Koenraad Herman Raes, in het krematorium van Lochristi.

Latere versies werden uitgewerkt voor altviool en robotorkest, gespeeld door Dominica Eyckmans. Partituren zijn beschikbaar.

[29.03 - 02.04.1992]

files: C:\np\f20\flute.doc en piano.doc C:\qb45\fuga\fuga20\fuga20.bin


"Fuga 10.000 years of Happiness" (Fuga 21)

Deze fuga kwam, samen met het koraal 'Plum Blossoms', tot stand op uitdrukkelijke vraag van de Chinese organisatoren van een van mijn koncerten in Shangai, die erop stond dat we met het Logos Duo ook Chinees werk op het programma zouden nemen. De fuga werd geschreven in een hotelkamer in Shangai en beleefde zijn premiere nog geen 3 uur na de voltooing van de kompositie.

Het thematisch materiaal is afkomstig uit het noorden van China (de Kirin provincie). 10000 jaar geluk is de oorspronkelijke titel van de melodie, waarvan echter de tekst niet is bewaard. De melodie wordt meestal gezongen met een tekst ontleend aan het boek der riten, toegeschreven aan Confucius.

In de fuga wordt het melodisch materiaal gebruikt voor zowel de dux als voor de comes. Het tempo is traag (andante grave) en de uitdrukking rustig en bezadigd.

Voor de instrumentatie komen instrumenten uit de oude muziek in aanmerking (pommer, schalmei, doedelzak, draailier, clavecimbel, luit, blokfluit e.d.) evenals uiteraard traditioneel Chinese instrumenten (Cheng, Erhu, Pipa...). Mits een geschikte (bizarre) registratie wordt gekozen, zijn ook versies voor orgel heel goed te realizeren.

[05.08.1992]

Een eerste versie voor het robotorkest maakten we in 2007, voor onze koncerten in de Spiegeltent op de Gentse Feesten. In 2022 speelden we het opnieuw in het koncert rond artificiele intelligentie in de Logos Tetraeder.


 Fuga 22: '20 two Cage'

.....F

.....U

CAGE

.....E

FUGUE

.......CA

Als dux voor deze fuga nam ik een willekeurige noot uit telkens één verschillende kompositie van John Cage. De komposities waren 'Atlas Eclipticalis', 'Winter Music', 'Ryanghi', 'Cheap Imitation', 'Wonderfull Widow of eighteen springs' en 'Music of Changes'. De dux is slechts één enkele maat lang en de comes werd hieruit door de komputer afgeleid.

De uiterst beknopte fuga -slechts 18 maten lang- die van dit materiaal het gevolg was, ontstond met behulp van een speciale versie van het Fuga- programma, dat ik voor deze Cageiaanse gelegenheid infekteerde met een komputervirus. Dit virus is werkzaam in het programma volgens verschijningsregels ontleend aan de I Ching en zijn effekt bestaat erin dat het op willekeurige plaatsen akkoorden opgebouwd uit tersen, infekteert met kwarten. Alhoewel de fuga niet minder dan 6 modulaties doorloopt (C,G,D,E,B,C), wordt deze opbouw volkomen verdonkeremaand door het desastreus effekt van dit kwartenvirus. De fuga kan zowel op besnaarde toetsinstrumenten, als op exotische instrumenten gespeeld worden.

De fuga onstond op vraag van het Duitse tijdschrift 'Musiktexte' , dat een bijdrage vroeg in verband met een themanummer gewijd aan de op 12 augustus 1992 overleden John Cage.

Een georkestreerde versie voor het Logos robotorkest werd gemaakt en gespeeld op 11.01.2006)


Fuga 23

Deze fuga is geen zelfstandige kompositie maar maakt deel uit van mijn eerste strijktrio uit 1993. Het programma dat werd gebruikt om hem te komponeren verkeerde in een vergaande staat van dekompositie, en bleek hier alleen nog in staat een geinverteerd stretto in augmentationem te produceren.

In 2004 orkestreerde Sebastian Bradt een beknoptere versie van deze fuga (Fuga23b) voor het Logos M&M automatenorkest.

[23.12.1993]


Fuga 24: 'Berceuse'

Deze fuga vormt het derde deel van mijn stuk voor piccolo en basso continuo, 'Picco'. De instrumentale kombinatie waarvoor hij werd uitgeschreven is piccolo, klavecimbel en basklarinet. Voor de baspartij is een viola da gamba eigenlijk nog beter geschikt. Het muzikale materiaal is hetzelfde als dan wat ik gebruikte in het tweede deel van 'Picco' , nml. de 'Prelude'. De inleidende nota bij 'Picco' bevat meer gegevens m.b.t. dit stuk.

[29.12.1993]

Deze fuga werd als deel van de integrale uitvoering van Picco, gekreeerd door Marc MAES, Karin DEFLEYT, Jürgen DESCHEPPER, in juni 1994, naar aanleiding van een koncert in de Logos Tetraeder.


Fuga 25:' Beknopte Fuga'

Deze fuga is een gelegenheidskompositie. Hij werd geschreven en gekoncipieerd op vraag van Jaak Maertens, als aandenken in een boek ter gelegenheid van diens opruststelling. Het is -althans tot nu toe- de kortste volledige fuga die we ooit realiseerden. Binnen een bestek van 9 maten, krijgt elke stem de dux (bestaande uit vier noten) driemaal te verwerken. De fuga is evenwel geschreven in een symmetrisch harmonisch systeem met dubbele leidtonen en 9 noten in de toonladder. (C-Db-Eb-E-F-G-A-Bb-B-C). Het dominant-akkoord in zo'n tonaal systeem is dissonant! Er komt een enkele modulatie in voor, een dubbel stretto en een kadens die ons terugbrengt naar de 2e variant van de grondtoon.

Hoewel geen specifieke instrumentatie is voorzien werd toch in de eerste plaats gedacht aan orgel of zelfs koor. Wijzigingstekens gelden voor de gehele maat waarin ze voorkomen. De fuga duurt slechts 36 sekonden.

Een georkestreerde versie voor het Logos robotorkest is beschikbaar.

Klik hier om de midi demo-file te horen
Een door de auteur georkestreerde versie voor het Logos robotorkest ging in premiere op 11.01.2006.

[12.03.1998]


Partituren , getransponeerde partijen en gebeurlijk gewenste speciale versies van deze fugas voor bijzondere instrumentale bezettingen, evenals engelse vertalingen van deze inleidende teksten , kunnen op aanvraag verkregen worden via Stichting Logos, Kongostraat 35, 9000 GENT.

 

Nota december 2017:

De oorspronkelijke software voor het komponeren van alle fugas die deel uitmaken van 'A Book of Fugues' was geschreven in de BC7 Basic compiler van Microsoft. Het programma liep helemaal onder DOS. De uitvoer van het programma was naast een intern binair dataformaat, o.m. gebruikt voor onze vertolker module, DARMS kode voor muzieknotatie. Deze kode werd verder verwerkt en tot partituur gemaakt middels het Note Processor programma dan eveneens liep onder DOS. De midi files van de fugas kwamen tot stand vanuit het midi-export tool in het NoteProcessor programma. Met de introduktie van Windows ging de ondersteuning van DOS programmas door Microsoft alsmaar verder achteruit. De QBX-BC7 compiler werd niet langer ondersteund en is ook niet meer aan de praat te krijgen onder Windows. Voor de ontwikkeling van onze latere programmas voor algoritmische kompositie schakelden we over naar de PowerBasic compiler. Het fuga programma hebben we echter nooit naar deze compiler vertaald.

 

P.S.: Voor uitvoeringen van deze stukken moeten noch mogen auteursrechten worden betaald. Elke poging tot inning van auteursrechten naar aanleiding van publieke uitvoeringen van deze stukken kan gerechterlijk als poging tot afpersing worden vervolgd.


last updated: 2023-08-09

 

Godfried-Willem RAES
Public Domain, august 2017

Back to Godfried-Willem Raes homepage Back to catalogue of compositions by Godfried-Willem Raes Back to the logos website