figuur
Godfried-Willem Raes
Modern Day Magician
Deze keratinekegelse nar, de drijvende factor achter het centrum voor hedendaagse muziek Logos, Mathematicus In Musica en radardoctor stond ons in deze barre tijden te woord over zijn passies, muziek en algoritmen.
Battlestar Galactica is er niets tegen: Logos Tetraeder, ofte viervlak annex ruimtelijke figuur die vier driehoeken aan elkaar naait, de Logos-konsertzaal in de Bomastraat, vormt donderdag 10 februari het dekor voor een recital hedendaags muzikaal experiment. Een zwerm zwartjassen, in het dagelijkse leven beter bekend als de klassen "Experimentele Kompositie, Avant-garde Kamermuziek, Improvisatie" van het Koninklijk Konservatorium Gent, komen er de vrucht van een jaar lang muzikale zelfverminking aan het publiek voorstellen. Een eerste performance betrof de opvoering van Horatio Radulescu’s "Flood for the etemals origins" uit 1971. Een 'partituur' (in casu een zwart vlak vol witte stippen, hier en daar samengeklit in melkwegstelselachtige strukturen, afgewisseld met zeer retorische jaren-zeventig-poezie) werd in tweevoud op de muren geprojekteerd, terwijl het dirigeren meer weg had van een sessie verkeersleidersschap op Zaventem dan het stereotiepe beeld van geexalteerde Abbado’s of Karajans. Het ergste hadden onze, uiteraard totaal oningewijde en zodoende bevooroordeelde oren nu wel gehad, zo daagde ons toen. Fout daagde het ons welzeker! De tweede helft van het recital werd verondersteld kond te doen van het potentieel aan kreativiteit dat in deze studenten sluimert: een opgegeven onderwerp - lied van mijn land - werd naar eigen goeddunken uitgewerkt en voorgesteld. Een poging zich te ontwortelen aan hun Vlaams gedetermineerdheid strandde jammerlijk op futloos recycleren & parodiëren & pensenkermis. En dit waren de studenten van Godfried-Willem Raes, de man die moeite- en kompromisloos de krantekoppen inpalmt met zijn kakelverse doktoraat over Revolutionair Musiceren! De Zappateken zagen de tijd schoon om nader notie te nemen.
Jane Fonda
Maandag 14 februari: Dr. Godfried-Willem Raes geeft, hierbij geassisteerd door zijn vrouw Monique, een kort staaltje Book of Moves - want zo heet de desbetreffend uitgedokterde techniek en het project van zijn doktoraat musicologie - ten beste. Het performende proefkonijn posteert zich IN de tetraeder. Radarsensoren (één zender op de top van de aldus gekreëerde ruimte, drie ontvangers op de vloer) registreren de bewegingen van het lichaam: een dans die het midden houdt tussen dirigeren, pianospelen, tai-chi-chuan en Jane Fonda’s workout. Het lijkt een dans maar dat is het nu juist allerminst: in een traditionele choreografie worden de lichaamsbewegingen gedirigeerd door de muziek - komt het lichaam als het ware altijd wat te laat. Die relatie keert het Book of Moves nu om: de bewegingen van een lichaam roepen de klanken te voorschijn. Een serie computers, uitgerust met software die de musicus zelf samenstelt, vertaalt de bewegingen in klanken. Die software kan men bijvoorbeeld op die manier ineenknutselen dat op het ene soort bewegingen zus gereageerd wordt, en op een ander soort bewegingen zo. De snelheid van de beweging selekteert klanken (snelle flitsen provoceren bepaalde tonen, terwijl trage bewegingen verstommen), de kracht waarmee een beweging uitgevoerd, de versnelling waaraan zij onderhevig is, de oppervlakte die die bewegingen bestrijken... Allemaal motorische parameters die al naargelang het programma en de uitvoering het klankbeeld bepalen, om zo het lichaam tot het meest versatile instrument in dit melkwegstelsel uit te roepen. Een vondst die dit millenium met klanke zal overleven, een vierde dimensie als het ware.
Algoritmisch musiceren
Wat steekt hier allemaal achter? Een amalgaam aan filosofieën (Raes studeerde zelf filosofie en musicologie) om ideeën die grotendeels ook als fundament voor LOGOS zelve kunnen gelden. Het hele Book of Moves-projekt nodigt de luisteraar daarenboven uit het komplex aan relaties tussen muzikant/performer, muziekinstrument en publiek helemaal te overdenken. AIs iemand in een tetraeder staat te swingen en dat geluid blijkt te reproduceren, en als dat geluid bovendien aan die strukturele eisen voldoet die het toelaten als een muziekstuk te herkennen - waar blijf je dan met dat vooroordeel dat muziek uit een muziekinstrument wordt verondersteld te komen? In de traditionele opvatting komt het instrument vaak als prominent producent van geluiden naar voren, en lijkt de muzikant een aktor op de achtergrond - een instrument instrumentaliseert. Bovendien reduceert een klassiek instrument het musiceren noodzakelijkerwijs tot een opdracht die niet meer vereist dan een verfijnde motorische beheersing, dan techniciteit, dan tien uur daags oefenen. Die ondemokratische omweg wordt mooi vermeden met the Book of Moves. Alhoewel: dit betekent niet dat iedereen zomaar aan het komponeren kan slaan. Het betreft hier immers een techniek die zo verfijnd kan worden, dat we hier rechtgeaard van het moeilijkst te beheersen instrument op aarde kunnen spreken. De beheersing van the Book of Moves vergt immers even goed een perfekte kennis van up-to-date computerontwikkelingen. Een ander dada van LOGOS trouwens: in Raes’ optiek leunt de musicus nauwer aan bij de ingenieur dan bij de romantische mythe van de met inspiratie bezwangerde toondichter - bravo.
Ingenieur
Raes doceert aan het konservatorium immers het schier ondenkbare vak 'algoritmisch komponeren’! Hij herinnert er ons bij deze dan ook aan dat ingenieurs een vrij recente aanwinst onder de universitaire fauna vormen: hij weerhoudt er zich tijdens ons gesprek niet van de negentiendeeeuwse idealistische atmosfeer die z.i. aan de fakulteit letteren en wijsbegeerte nog steeds de lakens uitdeelt, geregeld een veeg uit de pan te geven. Een pragmatische houding: voor Raes is muziek in eerste instantie een praktijk, en niet zozeer een akademisch gegeven waarrond aleatoir getheoretiseerd moet wordon. "Ik vind het persoonlijk eigenlijk zeer vreemd dat ik doctor ben aan de faculteit der letteren... Weet je dat ze er een ingenieur moesten bijhalen om mijn doctoraat helemaal te begrijpen?" verklaart hij met enige trots. De totale interdisciplinariteit. Uiteraard voelt hij zich allerminst thuis onder musicologen die honderden bladzijden aan een stuk uitputtend wezen over Beethovens late pianosonates zonder die ooit gespeeld te hebben. De technofiele attitude die uit Book of Moves spreekt rekent graag af met een aantal oeroude mystificaties die ons denken over muziek nog steeds in de ban houden. "Wat is dat toch voor leuterpraat over dat Ego van de komponist als heldhaftige, demiurg?" We leven inderdaad in de mening dat een muziekstuk een afgelijnd, onaantastbaar en absoluut produkt dat kant-en-klaar afgeleverd wordt door het intuïtief scheppende genie van de komponist, dat muziek zich laat begrijpen als één of andere schim uit Plato’s ideënwereld of een Kantiaanse kategorie - "muziek an sich bestaat toch gewoon niet!" Net alsof een muziekstuk gewoon niet meer is dan een partituur met wat konvontionele tekentjes op, zoals Adorno zich de ideale muziek voorstelde. Zo’n houding blijft blind voor de invloed van zogeheten extramuzikale faktoren: de interaktie tussen performer en publiek, de kontekst waarin het geheel plaatsgrijpt, de technische stand van zaken, het feit dat kompositie/notatie hoe dan ook altijd neerkomt op rekenregeltjes... Raes erkent graag het mathematische karakter van muziek: hij ziet er dan ook wel geen graten in dat emoties, empathie en andere romantische mispunten afgevoerd worden, waarna wij, exemplarisch in onze bevooroordeeldheid, steigeren.
Broeder Jakob
"Mensen komen mij nu en dan eens vragen: ‘en kunde gij daar ook Bach en Beethoven en Broeder Jakob op spelen?" Dat is inderdaad perfekt mogelijk: ik programmeer mijn software op die en die manier en dan ga ik maar breakdancen. Maar ik wil dat helemaal niet spelen!" Raes kijkt de toekomst in de ogen en het verleden laat hij graag aan anderen over. Het mag derhalve niet verwonderen dat de kersverse doktor zich in de gangen van het konservatorium onder zijn kollega’s allesbehalve populair maakt met standpunten als "Opera? Sluiten die geldverslindende tent! Wat doet zoiets in de twintigste eeuw meneer!" of "Jazz? Dood. En dan maar Jazz doceren aan de konservatoria? Toe maar!" De eenentwintigste eeuw vraagt om een ander instrumentarium, om andere media, een andere houding ten opzichte van muziek. En dat staat allemaal hoog in het vaandel van LOGOS geschreven! Hoe levensvatbaar is een projekt als <A Book of Moves>? Welke toepassingsmogelijkheden zijn er? Daar wordt driftig aan gewerkt: de techniek die wij ter demonstratie te zien krijgen staat al mijlen ver verwijderd van het embryonale projekt van jaren geleden. Hoe the Book of Moves er binnen een aantal jaren zal uitzien is een fascinerend raadsel. Over dynamische muziek gesproken! Raes pareert onze kritische opmerking over de respons van het westerse publiek op zijn baanbrekend werk met een trits ervaringen uit alle hoeken van de wereld: "Zo waren we ooit voor een koncert in Rwanda. Nu mag experimentele hedendaagse muziek hier nog in een intellektualistisch verdomhoekje geveegd worden, daar denken ze er alvast helemaal anders over. Na vijf minuten ging de hele zaal uit haar dak jazeker! En dat terwijl hetzelfde publiek na vijf minuten één of ander Beethoven-strijkkwartetten al zalig Iigt te ronken. We zijn hiermee naar Latijns-Amerika geweest, naar China, Japan... Een publiek reageert natuurlijk anders in Afrika dan in Azië. Maar er word vaak enthousiaster gereageerd dan hier in Europa. Dat spreekt toch ergens voor een zekere graad van universaliteit, of voor de verstarring binnen onze eigen muzikale kultuur?"
auteurs: Lord/Willy/Knut (Zappateken)
verschenen in 'Schamper',1994
Back to Logos Homepage | Back to Godfried's website | Back to Logos Duo | Back to biography page | Back to Logos Projects |
Last updated: 2002-08-15 by Godfried-Willem Raes