een grafische partituur voor een fluitspeler opgesloten in een speciaal hiervoor gekoncipieerde houten kast van architekt Bruno Poelaert
Richtlijnen:
Algemeen: meer en meer vervreemden van de gewone fluitklank
Het geheel mag rustig uitgevoerd, zodat de extended techniques eilandjes vormen
- de vijf houten vlakken van de kast (links, boven, voor, tablet, rechts) vormen de vijf bladzijden van de partituur. Deze vijf bladzijden mogen in eender welke volgorde gespeeld worden
- bij het begin, op het einde, alsook tussen iedere partituurbladzijde klinkt een schril politiefluitje, dat telkens een maal aangeblazen wordt
- iedere bladzijde wordt van linksboven gelezen in leesrichting en aan leestempo en dit in banden van ca. 3 cm
- golvende houtlijnen resulteren in golvende melodische lijnen (doch eerder meditatief en met zo klein mogelijke intervallen)
- knopen in het hout worden geinterpreteerd als klankkleureffekten, bekomen met diverse extended techniques
- voor iedere bladzijde van de partituur wordt een andere fluit, of een ander onderdeel van de fluit gebruikt
- de vijf bladzijden vertonen op die manier (door de steeds andere instrumenten of instrumentonderdelen) op de eerste plaats heel duidelijke onderlinge verschillen wat de algemene klankkleur betreft
moniek darge, augustus 2000