Bourdonola 2002
Collectie Stichting Logos
Titel Bourdonola
Productie Gebouwd te Gent door Godfried-Willem Raes, Marc Maes (windlade en pijpwerk), Dierik Potvlieghe (stemming en intonatie in 2008), Johannes Taelman (PIC coding in 2005) en Kristof Lauwers (GMT coding).
Datering 2002
Afmetingen H x B x L: 280 cm x 60 cm x 160 cm Gewicht: ca 30 kg
Classificatie 514
Inventarisnummer LOGOS2002.02
Beschrijving van het instrument
Bourdonola is gebouwd op een grijs geverfd stalen chassis met twee kleine zwenkwielen en twee grote vaste wielen. Op het chassis is de houten windlade gemonteerd waarop de twee rijen pijpen staan. Deze staan los waardoor ze makkelijk kunnen worden verwijderd voor transport. Achter elke rij pijpen loopt een stalen lat. Met behulp van vijsjes die in de gleufjes van deze stalen lat schuiven, worden de pijpen vast gehouden. Voor de 27 open vierkante houten pijpen werd uitgegaan van een het register “Montre 8’ ” van een 19de eeuws orgel dat vermoedelijk door Oscar Van Petegem werd gebouwd voor de protestantse kerk op de Brabantdam te Gent. Deze werden grondig gerestaureerd en er werden harmonische kammen over de kernspleten aangebracht. Er dienden ook enkele nieuwe pijpen worden gemaakt. Hiervoor werd het hout van de niet gebruikte grootste pijpen aangewend. De ventielen van de firma Laukhuff (elektronische tractuur) bevinden zich in de windlade. De blazer of windmachine die zich achter de vaste achterwielen bevindt, is onmiddellijk aan de windlade gekoppeld. Er wordt dus geen gebruik gemaakt van een winddrukstabilisator. Dit bevordert de expressieve mogelijkheden van het orgel. De printplaten met midihub en het besturingssysteem van Bourdonola bevinden zich op de verticale stalen plaat boven de zwenkwielen. Ze zijn afgeschermd met een doorzichtige plaat uit polycarbonaat. Ook de voeding met onderaan de voedingsconnector en de motorcontroller (Hitachi) bevinden zich daar. Voor zowel de motorbesturing (winddruk) als het schakelen van de ventielen wordt gebruik gemaakt van een PIC microcontroller. Tussen de twee rijen pijpen en voor de kortste pijp plaatste Raes twee lichtjes. Ook deze kunnen met midi bestuurd worden. Alle elektrische schema’s en firmware vind je in het bouwdagboek van Bourdonola.
Speelwijze, repertoire en inzet in producties
Bourdonola maakte oorspronkelijk deel uit van het Barrelogan-project en het daarop volgende m&m-orkest, het huidige Logos Robotorkest. De robot wordt gebruikt in talrijke orkestraties en stukken die geschreven zijn voor het orkest.
Bourdonola wordt vaak samen met Piperola gebruikt. Op gebied van tessituur sluiten ze namelijk op elkaar aan.
Composities voor Bourdonola zijn:
- “After Morning Phill”, Moniek Darge (2003)
- “GeroPiBo”, Godfried-Willem Raes (2002)
Opbouw van het instrument/installatie
De midi-ingang bevind zich onderaan de verticaal gehangen midihub. Deze moet met een midikabel met het midi-interface worden verbonden. Het midi-interface is op een computer aangesloten. De stroomkabel moet in de daarvoor voorziene fiche (onder de voeding boven de zwenkwielen) worden gestoken. Bourdonola heeft geen schakelaar. Manual: zie bouwdagboek en de gids voor componisten.
Inscripties
Bourdonola Midi in
Staat van het instrument
In werkende staat
Historiek van het instrument
In 1998 werd gestart met de restauratie van het pijpwerk en in 2002 was de eerste versie van Bourdonola klaar. Er werd gebruik gemaakt van een kit van de firma Pavo voor de midibesturing. De stuurschakeling met individuele velocity maakte gebruik van logische poorten die mosfets aanstuurden. De machine werkte op driefasen stroom. In 2005 kreeg Bourdonola een nieuwe wielbasis en werd het besturingssysteem herzien. Er werd een nieuwe midihub gemaakt en zowel de motorcontroller van de windmachine als de ventielen werden met een PIC microcontroller gestuurd. Bourdonola werkt voortaan op 230 volt. In 2007 en 2008 werd het pijpwerk nagezien en opnieuw geïntoneerd.
Problematieken
/
Media
Afbeeldingen
Audio
After Morning Phill, Moniek Darge