Koncertberichten


Sergej Birjukov

Russische klankpoëzie
met Oleksey Yudin en Philip Meersman

Dinsdag 6 november 2012, 20u

Misschien klinkt zijn naam voor onze Westeuropese oren niet zo vertrouwd, toch is zijn reputatie aan de andere zijde van het voormalige Ijzeren Gordijn onbetwistbaar. En na deze bijzondere voorstelling misschien ook definitief bij ons. We krijgen namelijk de veteraan Sergej Birjukov in ons midden, waar hij de grenzen tussen taal, klank en muziek doeltreffend zal slopen. Vizuele en klankpoëzie door een overtuigend redenaar.

De experimentele klankdichter Sergej Biryukov (USSR, 1950) studeerde filologie en joernalistiek aan de Pädagogischen Hochschule in Tambov. In de vroege jaren 70 werkt hij fulltime als joernalist voor een jeugdtijdschrift, maar van meet af aan gaat zijn interesse uit naar experimentele poezie. Zelf Rus zijnde, kan hij daarbij niet om de figuur van de grote Velimir Chlebnikhov heen, die een rode draad in zijn oeuvre zal blijven vormen.

Biryukov maakt in 1970 zijn debuut als dichter en literatuurkritikus en bouwt gaandeweg een toonaangevende reputatie op als organisator van poeziefestivals rond Russische en buitenlandse avant-garde. Hij performt, geeft tal van lezingen in Europa en produceert zelf niet minder dan tien bundels. Die bevatten niet alleen maar de gangbare poëzie, maar ook VisPo of vizuele poëzie. Zijn werk is vertaald in onder meer Pools, Duits, Frans, Nederlands en zelfs Japans. Biryukov werd meermaals geprezen voor zijn diepgaande research. Zo werd hij voor zijn teoretische verhandelingen gelauwerd met het Diploma Number One van het Geschiedkundig Instituut van de Russische Avant-Garde. Vandaag de dag geeft hij les aan de Martin Luther - Universiteit in Halle, Duitsland.

Een avond lang experimentele - en klankpoëzie wordt dit, van iemand die dit bijna tot zijn moedertaal heeft gemaakt. Biryukov wordt daarin bijgestaan door kollega-dichters Oleksey Yudin en Philip Meersman.

Philip Meersman (1971) schrijft meertalige poëzievormen (Engels, Nederlands, Duits, Frans, Spaans). Daarbij kreëert hij improvisatie, sound- en poetry-installaties en performances n.a.v. nieuws-, socio-politieke- en milieufeiten in binnen- en buitenland. Hij is tevens ko-oprichter van DAstrugistenDA, het artiestenkollektief JA!, BruSlam & TnXR-productions. Zijn eerste bundel, Manifest voor de Poëzie, is net uit bij De Contrabas.

<M&M> Unexplained

Robotorkest olv. Godfried-Willem Raes

Donderdag 15 november 2012, 20u

Welkom op een intrigerende koncertavond met onze unieke Logos-robots. Indien u deze 50 robots nooit aan het werk zag, dan mag u deze kans niet laten voorbijgaan. Fascinerend hoe machines kunnen samenwerken en in interaktie treden met onze musici. Indien u al vertrouwd bent met de robots, dan kunnen we u deze voorstelling ook ten stelligste aanraden, want onverklaarbaarheid en raadsel staan deze keer centraal. Geen paranormale toestanden, wel kompositorische experimenten, Namuda dans en performance waarvan verklaring niet voor de hand ligt. Wat dat wordt, kunt u het best zelf komen meebeleven. Ook de nieuwste mogelijkheden van <Klar> en <Fa>, de recente muziekrobots gebouwd door Godfried-Willem Raes, zullen uitgebreid aan bod komen. <Klar> is de automatische klarinet van het orkest en <Fa> de fagot. Zorg dat je erbij kunt zijn! Van harte welkom op dit onvergetelijk muzikaal avontuur!

Met: Dominica Eyckmans, Moniek Darge, Kristof Lauwers, Sebastian Bradt, Helen White en Xavier Verhelst olv. Godfried-Willem Raes.

KinderKunstenDag in Logos

Zondag 18 november 2012, 15-16u

Op de eerste KinderKunstendag kunnen families met kinderen tot 12 jaar in heel Vlaanderen en Brussel kennismaken met kunst. Dat ook Logos de Kleine Mens iets te bieden heeft, mag blijken uit het feit dat we onze tetraederdeuren wijd open zetten voor kinderen vanaf 6 jaar. Interaktief dansend kunnen ze kennismaken met het <M&M> Robotorkest en de verschillende soorten instrumenten die daarin vertegenwoordigd zijn. De kornetrobot <Korn>, de speelgoedpiano <Toypi> en vele anderen nemen hen mee op een muzikale reis, die ze met hun eigen bewegingen kunnen maken. Ook de muziekdozen van Moniek Darge en de daarbijhorende verhaaltjes zullen eveneens uitgebreid aan bod komen.




Cage-Koncert

door Guy Vandromme (piano) & Eliot Lawson (viool)

Dinsdag 20 november 2012, 20u

Programma:
Selektie van Harmonies uit Apartment House 1776, Six Melodies, Nocturne, Two6, One, Selektie uit Etudes Australes (piano solo) en Freeman Etudes (viool)

Pianist Guy Vandromme en violist Eliot Lawson vieren het Cage-jaar 2012 op hun eigen, toepasselijke manier: een koncerttoernee waarin ze enkele kamermuziek-werken van deze Amerikaanse vernieuwer, muziekfilosoof en experimentator onder de loep nemen. De idee is om de persoon Cage in al zijn facetten te belichten. En dat die facetten talrijk zijn, moge blijken uit het kontrast tussen de verstilde Nocturne uit 1947 of de latere Number Pieces, en de verregaande kompleksiteit van de Freeman Etudes. Ook Apartment House 1776 staat op het menu; daarin laat Cage een reeks autentieke volksliederen in een -niet zelden chaotische- dialoog gaan met marsritmes en kongregatiemuziek ten tijde van de Onafhankelijkheidsverklaring, dat alles gemixt door de toevalsmangel van I Ching.

We hebben anno 2012 naast Louis Paul Boon, Conlon Nancarrow, Johan Daisne en Pierrot Lunaire, nóg een eeuweling te vieren, en niet een van de minste. Een der invloedrijkste goeroes van de avant-gardemuziek werd 100 jaar geleden geboren, te weten John Cage, de man die van stilte klank kon maken. De organisatie BiancoNero plant samen met een aantal musici, regisseurs, schrijvers (en zelfs een paar moniken) een heel jaar door aktiviteiten rond het werk van deze niet te kategoriseren vernieuwer, muziekfilosoof en experimentator.

In dat kader worden onder meer Cage's Number Pieces opgenomen, wordt er in samenwerking met het MIM in Brussel een Gamelan-aktiviteit op poten gezet, volgt er een ASLSP-dag en wordt er afgezakt naar het Stiltegebied in Galmaarden. De idee is om de persoon Cage in al zijn facetten te belichten, los van het vertrouwde koncertidioom. Of toch niet helemaal: ook pianist Guy Vandromme en violist Eliot Lawson leveren via BiancoNero hun bijdrage aan het Cage-jaar met een koncerttoernee doorheen Europa. Na enkele podia in Duitsland is de Logos Tetraeder de eerstvolgende halte die ze aandoen, en daar brengen ze ons volgend repertoire:

Apartment House 1776 werd in 1976 gekomponeerd als opdrachtswerk voor de Bicentennial-viering van de USA. Het werd gekoncipieerd volgens Cage's Musicircus-principe ('a multiplicity of centers'), en uitgeschreven voor 4 solo-vokalisten die elk een religieuze traditie ten tijde van de Onafhankelijkheidsverklaring symboliseren: Protestants, Sefardisch, Native American en Afro-Amerikaans. De zangers moeten hierbij een reeks autentieke volksliederen (anthems) van hun respektievelijke geloofstradities selekteren en die onafhankelijk van elkaar zingen. Om al deze vokale 'events' te verbinden, maakt Cage gebruik van kongregationele muziek van komponisten die ten tijde van de Amerikaanse Revolutie 20 jaar oud waren (William Billings, James Lyon, Jacob French, Andrew Law en Supply Belcher, voor wie op obskure namen kickt). De muziek werd noot voor noot geherkomponeerd door de befaamde toevalsoperaties van I Ching. Daarbovenop voorziet Cage in vier marsen voor solo trommen en 14 patriottistische 'tunes', gebaseerd op militair of dansrepertoire uit die periode. De Amerikaanse Revolutie in een muzikale notendop, dus.

Six Melodies voor viool en piano werd in 1950 gekomponeerd met dezelfde technieken en vormverhoudingen die Cage toepaste in zijn String Quartet in Four Parts. De overall structure ervan (3 1/2, 3 1/2, 4, 4, 3, 4) is de basisvorm voor alle tijdssekties in Six Melodies, zowel op mikro- als op makronivo. Een aantal vaststaande muzikale cellen, waarvan de parameters onderling inwisselbaar zijn, resulteren in melodieën die helemaal los staan van de ons vertrouwde funktionele harmonieën. Het is een bijzonder ingetogen werk waarin de violist senza vibrato en met een minimum aan boogdruk speelt.

Eenzelfde ingetogenheid krijgen we met de sfeervolle Nocturne uit 1947. In dit vier minuten durende miniatuurtje poogt Cage alle klankverschillen tussen het gestrekene van een viool en het getokkelde van een piano op te heffen. Eveneens een zeer kontemplatief nachtstukje dus, waarin de uitdeinende pianoresonanties reeds een vroege Zen-achtige tijdloosheid suggereren.

Two, oorspronkelijk voor fluit en piano, is het eerste van Cage's befaamde Number Pieces (hij schreef ettelijke komposities die louter met een getal -het aantal uitvoerders- werden betiteld). Beide spelers beschikken over 10 muzikale cellen die tussen 'time-brackets' zijn weergegeven. De noten binnen de 'brackets' mogen slechts eenmaal sekwentieel gespeeld worden. Alleen de achtste cel (7'15"-7'45") is gefixeerd in de tijd, de overige zijn vrijelijk te interpreteren kwa tijdsduur en artikulatie.

Etudes Australes ontstond door kaarten van het sterrenfirmament te gebruiken als grafische basis voor zijn partituur, iets waarmee Cage reeds in Atlas Eclipticalis (1961) volop experimenteerde. Hij schreef dit stuk in 1974-1975 voor piano solo, met de uitdrukkelijke vermelding dat de 32 Etudes bedoeld waren als 'duetten voor twee handen'. Cage verbond twee muzikale ideeën met elkaar: ten eerste een kataloog van alle mogelijke drie-, vier- en vijfklanken die een enkele pianistenhand technisch kan spelen (bleek dat hij op die manier aan een slordige 500 akkoorden kwam).

Ten tweede legde hij een transparante strook papier van enkele centimeters over de kaart van de Atlas Australis (Zuiderhemel) en beperkte zo het aantal sterren dat daarin voorkwam tot de 12 noten van de kromatische toonladder. Tenslotte wees hij, mbv. de toevalsoperaties die I Ching hem bood, de akkoordkataloog toe aan het aantal sterren dat hij per strook optekende en voilá: Etudes Australes was een feit. Het is een technisch buitengewoon veeleisend stuk dat voor tal van toppianisten in de Nieuwe Muziek-wereld wordt beschouwd als je reinste uitdaging.

De 32 Freeman Etudes zijn een tegenhanger van de Etudes Australes, maar ditmaal voor -hoe raadt u het- viool solo. De opdracht hiervoor kwam in 1977 van violiste Betty Freeman, assistente van Paul Zukofsky, de man die indertijd meewerkte aan de viooltranskriptie van Cheap Imitation. Zukofsky was immers hoopvol om te zien dat een interessante komponist als Cage omstreeks die tijd was teruggekeerd naar de konventionele notatie, en verzocht hem aldus in de Freeman Etudes zo 'specifiek' mogelijk te zijn. Cage nam dat verzoek nogal letterlijk, en maakte komplekse, extreem gedetailleerde muziek die het resultaat was van sterrenkaarten enerzijds en I Ching anderzijds.

De Etudes werden van meet af aan door velen -Zukofsky en Freeman inkluis- geklasseerd als simply unplayable. Nu, uitgerekend daar was het Cage om te doen; de 'practicality of the impossible' was voor hem de perfekte muzikale metafoor voor onoplosbare socio-politieke problemen; een komplekse samenleving weerspiegelt zich nu eenmaal in komplekse muziek. Na het onvermijdelijke gediskussieer gaf Cage het schrijfwerk aan de onvoltooide bundel Etudes in 1980 op. Book I en II waren inmiddels uitgegeven en uitvoerd door ambitieuzer violisten zoals János Négyesy (Turijn, 1984) en Irvine Arditti (Londen, 1988). Arditti beet er zich in vast en speelde ze zelfs aan een hoger tempo dan was voorgeschreven in de partituur, waarmee hij definitief de onspeelbaarheidsmyte van de Freeman Etudes uit de wereld hielp. Hierdoor moreel gesterkt, voltooide Cage de bundel alsnog in 1990. Irvine Arditti speelde de eerste integrale reeks in Zürich, Juni 1991.

Guy Vandromme studeerde bij Levente Kende en Heidi Hendrickx en volgde masterclasses eigentijdse muziek bij Leo Verheyen en Alain Franco. Zijn professionele karričre als muzikus/pianist begon hij bij de operastudio van De Munt in Brussel. In die periode lanceerde hij tevens Q-O2 Ensemble, dat vooral samenwerkt met levende komponisten. Hij trad op als coach en adviseur voor festivals als Klankfabriek, Brugge 2002 - kultuurhoofdstad van Europa en deSingel in Antwerpen. Als artistiek direkteur van One-Off richt hij zich vooral op aktiviteiten die de grenzen van het eigenlijke muziekteater overschrijden, op samenwerking met tijdgenoten en op het opnemen van vergeten muziek uit de 20e eeuw. Guy werkte samen met komponisten als Peter Ablinger, Peter Eötvös, Salvatore Sciarrino en Henri Pousseur. Als uitvoerend muikus gaat zijn belangstelling uit naar het werk van Conlon Nancarrow, Charles Ives, Morton Feldman, Luigi Nono, Christian Wolff, George Antheil, Arnold Schönberg, Igor Stravinsky en uiteraard John Cage.

Violist Eliot Lawson, geboren in Brussel in 1978, is van Portugees-Amerikaanse afkomst. De vioolpraksis begon voor hem in 1985, en nauwelijks vier jaar later ging hij op uitnodiging van Yehudi Menuhin verder studeren in Londen. Het kontinent bleef hem echter aantrekken, en hij behaalde met grootste onderscheiding diploma's aan de konservatoria van Brussel en Rotterdam, evenals een 'Artist Diploma' aan de Indiana University in Bloomington. In kamermuziekverband is hij lid van Hermes Ensemble, One-Off, Enigma en is hij koncertmeester bij Rotterdam Young Philharmonic en Prima la Musica. Sedert september 2006 is hij vioolprofessor aan het konservatorium van Amsterdam.

Opus Clavicembalisticum

Lecture Recital Lukas Huisman

Dinsdag 27 november 2012, 20u

Programma:
Introito & Preludio, Corale, Adagio, Cadenza en Coda-Stretta uit Opus Clavicembalisticum (Kaikhosru Shapurji Sorabji)

Opus Clavicembalisticum is een uniek werk voor piano solo dat Kaikhosru Shapurji Sorabji (UK, 1892-1988) voltooide in 1930. De komponist was hevig geďnspireerd door een live uitvoering van Ferrucio Busoni's Fantasia Contrappuntistica, en wou er met Opus Clavicembalisticum een hommage in de overtreffende trap aan wijden. Daarin slaagde hij met glans. Het stuk is berucht omwille van de ongebruikelijke totaalduur (4 uur, afhankelijk van het tempo van de uitvoerder) en zijn verregaande speeltechnische moeilijkheid. Het was, op het moment van uitgave, waarschijnlijk het langste en meest komplekse pianowerk ooit. Het bestaat uit 12 delen van uiteenlopende lengte: een korte, 3 minuten durende Cadenza, een massieve Interlude, een Toccata, Adagio en zelfs een Passacaglia met 81 variaties. In de dedicatio schrijft Sorabji: 'To the everlasting glory of those few men blessed and sanctified in the curses and execrations of those many whose praise is eternal damnation'. Alstublieft.

Omwille van de overweldigende stortvloed aan noten, zijn er van Opus Clavicembalisticum dan ook maar een handvol uitvoeringen gegeven. De eerste werd door Sorabji zelf verzorgd op 1 december 1930 in Glasgow, onder de auspiciën van The Active Society for the Propagation of Contemporary Music. Toen pianist John Tobin zich in 1936 waagde aan een uitvoering van louter Pars Prima (en daar dubbel zoveel tijd voor nam als de partituur eigenlijk voorschrijft) leidde dit tot algehele verontwaardiging bij pers en publiek. Sorabji kreeg een openlijke blaam, alsook het verbod opgelegd om het werk nog langer op publieke plaatsen te spelen. Dit verbod bleef van toepassing tot in 1976.

In 1982 hernam de Australiër Geoffrey Douglas Madge een nieuwe poging om het werk integraal te brengen. Deze uitvoering werd opgenomen en verdeeld over 4 elpees, die nu uit roelatie zijn gehaald. Madge's uitvoering stak echter vol slordigheden en vaak regelrechte fouten. Bovendien schrok hij er niet voor terug om maten om te wisselen of hele passages weg te laten. Nee, dan liever onze eigen Daan Vandewalle, die op zijn beurt het volledige Opus aan een verifieerbare drager toevertrouwde. Of Lukas Huisman, die u er meer over zal vertellen en u aansluitend met verstomming zal slaan, als u op dinsdag 27 november naar Logos komt.

Logos on the Road

<M&M> in Eindhoven

Robotorkest en de Lighttown Big Band

Zondag 4 november 13u30 - 18u

Programma:
Blue Rondo a la Turk (Dave Brubeck)
Moten Swing (Benny Moten)
Sweet Georgia Brown (Ben Bernie en Maceo Pinkard)
Libertango (Astor Piazzolla)
En enkele Raymond Scott-transkripties/arrangementen

Dit najaar gaan we met onze <M&M> robots nog eens op bezoek bij onze noorderburen. Meerbepaald: Eindhoven City, waar we al ettelijke keren van ons laten horen hebben. Een lokale Big Band aldaar bestaat 75 jaar en organisator Jan Lohstroh wou dit vieren met een uniek koncert waarvan het tema de kreatieve fusie tussen muziek en technologie behelst. Mens & Machine, iemand?

De arrangeurs Xavier Verhelst en Sebastian Bradt stoomden voor deze gelegenheid een paar jazzy nummers en een tango nuevo klaar. En twaalf muziekrobots zullen die zelfstandig of in kombinatie met de Big Band spelen. Voor wie toevallig in de buurt is: u vindt ons in de Auditoriumzaal van de Technische Universiteit, Eindhoven. Het optreden begint om 14u met een korte toespraak, vervolgens speelt de Big Band afwisselend met de robots. Het einde is voorzien rond 18u.