Koncertberichten
>M&M< - START!
donderdag 15 januari 2009 om 20u
Het eerste <M&M> - koncert van 2009 draait volledig om wel zeer toepasselijk tema: de openingsformule, de ouverture of het (nieuw) begin. Kristof Lauwers en Yvan Vander Sanden geven bovendien de aftrap voor hun nieuwe samenwerking als 'Logos ATTR - X'.
Start! Men kan voor het eerste koncert van het nieuwe jaar altijd minder toepasselijke tema's verzinnen natuurlijk, dus we besluiten de 41ste jaargang van Logos te openen met een <M&M> - koncert waarin alles draait rond 'beginnen', 'openen', uit de startblokken schieten, kortom. Dat betekent uiteraard nieuw werk en interaktieve stukken van onze medewerkers, maar ook een speelse medley van allerlei gekende ouvertures behoort tot de mogelijkheden.
Voor dit jaar staan ook minstens twee nieuwe cd - projekten op stapel, te weten Lonely Robots en Ancient Musics, respektievelijk de 18de en 19de exploten in de Logos Public Domain - reeks. In Lonely Robots worden de spots gericht op de automaat als solo - instrument. De medewerkers kozen enkele van de nieuwste automaten uit om er een korte, illustratieve monoloog voor te komponeren: een samenvatting van hun muziekmechanische mogelijkheden, inklusief alle technische features die er de afgelopen tijd aan toegevoegd zijn.
Lonely Robots wordt geen reproduktie van Automaton of More Automats, maar bevat splinternieuw materiaal. Om al een deel van de setlist vrij te geven: Godfried - Willem Raes neemt <Hurdy> onder de loep met zijn ontluisterende stukken Religionszwang en Scientia Vincere Tenebras en Kristof Lauwers maakte studies voor <Krum> en <Psch>. Van Moniek Darge krijgen we Hommage aan Ake, een werk voor onze automatische akkordeon. Het speelse Ting Ting Yahe voor <Llor< en <Xy> is dan weer de bijdrage van Xavier Verhelst. Ook Sebastian Bradt, nooit vies van een drumsektie meer of minder, houdt zich bezig met <Simba>, <Casta>, <Vacca> en <Korn>. En wie weet laat ook <Snar> nog van zich horen, onder de vorm van een repetitief Bolero - ostinaat aprčs la lettre.
Sedert twee jaar duiken we in de augustusmaand in de wereld van de oude muziek. In 2007 was de voorstelling voornamelijk renaissancistisch van aard, 2008 stond voor Ba-Rock in de letterlijke zin van het woord en dit jaar komen de Middeleeuwen aan de beurt. De samenwerking tussen musici Marcel Ketels, Dirk Moelants, Stefaan Smagghe en Ludwig van Gijsegem enerzijds en orkestrators Xavier Verhelst en Sebastian Bradt anderzijds, is telkens weer een boeiende symbiose tussen eeuwenoude muziek en futuristische muziekrobots. Stilaan komen we op het punt om de rezultaten op schijf te zetten en te verspreiden. Dienaangaande zijn we op dit moment volop bezig met de opnamesessies van <M&M> Ancient Musics. Wordt vervolgd...
Maar dat is vooralsnog toekomstmuziek, letterlijk dan. Nu is er eerst en vooral <M&M> - Start!, en we hopen u allen dan ook in grote getale te mogen verwelkomen op dit eerste koncert van 2009. En wij, dat zijn nog steeds dezelfde trouwe medewerkers die ook dit jaar twaalf maanden op rij het onderste uit de kan zullen halen: Godfried - Willem Raes, Barbara Buchowiec, Sebastian Bradt, Kristof Lauwers, Moniek Darge, Yvan Vander Sanden, Marian Deschryver en Xavier Verhelst.
Op het vorige <M&M> koncert ging het nieuwste stuk van Godfried - Willem Raes in premičre. Het staat volledig in Just Intonation - stemming en is dan ook toepasselijk getiteld Just Calls for Brass Quartet. Hoewel het stuk eigenlijk in een zeer natuurlijke en evidente stemming staat geschreven, lokt het werk kwa intonatie soms onverwachte reakties uit bij mensen die niet met Just Intonation vertrouwd zijn. Godfried - Willem verduidelijkt:
"This piece was composed as a demonstration for the possibilities of the four automated brass instruments I had more or less finished by the end of 2008: <Korn>, a cornet, <Bono>, the valve trombone, <Heli>, the helicon and <So>, the sousaphone. These robots are capable of playing in just about any imaginable tone system. To demonstrate this, the quartet was written using the platonic and quite unreal just intonation - system.
All harmonies at any instant in the piece are based on integer multiples of a fundamental pitch. This fundamental pitch however - in contrast with usual applications of just intonation - shifts throughout the composition in just fifths, something quite unimaginable to obtain with normal instruments and players as it would require them to retune the fundamental pitch of their instruments all the time. As a matter of fact, the piece could have an infinite duration, - without ever repeating - since the circle of fifths never closes as it really rather forms a spiral. However we imposed a governing and stochastically defined formal principle in the underlying algorithms of the piece, such that it comes to a solution and a musical end once the tonal center has shifted a bit more than a quartertone.
A second musical layer in the piece makes use of the wide collection of musical robots capable of producing pitched sounds, often not conforming to the standard A = 440Hz tuning in equal temperament. These include <Vacca> and <Vitello>, two cowbell playing robots; <Belly>, a carillon; <Harma>, a reed organ tuned to A = 435Hz and hence 20 cents low; <Vibi>, a vibraphone tuned to A = 442Hz and hence 8 cents high; <Tubi>, <Xy>, <Puff> three quartertone instruments in 24 - tone equal temperament (A = 452Hz for the quartertones, or 50 cents high). This piece is compiled in m_robots.exe. After selecting the required ports (midi or UDP), select the <Korn> robot in the GMT menu. The piece is started by checking the 'BrasCall' task in the cockpit. It runs completely automatic and no user intervention is required. The duration is circa 6 minutes, but may vary from run to run. The composition is entirely embedded in software written within the framework of my <GMT> programming language and its extensive harmony libraries. It cannot be performed by human players. The duration can vary between 4 and 8 minutes. Some aspects of the piece can be controlled in real time: the tempo as well as the balance between the four brass instruments.
Just Calls for Brass was premiered in a first public try - out on December 18th, 2008 by the author and his robot orchestra, as a tribute to La Monte Young, one of the founding fathers of the Fluxus movement."
Coincidence 4
donderdag 22 januari 2009
programma:
- György Ligeti : Sonate voor altviool solo
- Christian Wolff : For 1, 2 or 3 People
- Tamas Ungvary : Sinus Coďtus
- Richard Orton : Cycle
Tussen 1991 en 1994 werkte György Ligeti (1923 - 2006) aan zijn Sonate voor altviool solo, een veelzijdig zesluik met tal van stilistische knipogen. Zo is Hora Lunga, het eerste deel, een melancholische, rijk geornamenteerde allusie op de roemeense volksmuziek die Ligeti tijdens zijn kinderjaren in Siebenbürgen sterk beinvloed heeft. Dit deel wordt in zijn geheel op de c - snaar gespeeld met gebruikmaking van de harmonisch natuurlijke intervallen (reine grote terts, reine kleine septiem en de 11de boventoon). In het tweede deel - Loop - worden uitsluitend dubbelgrepen met een losse snaar gekombineerd. Hierdoor wordt de speler gedwongen tot een riskant positiespel wat in het snelle gedeelte van Loop een enorme virtuositeit vereist. De speelaanduidingen zijn echter: 'jazzy', 'elegant' en 'relaxed'. Het derde deel - Fascar - (de titel is een hongaars werkwoord en betekent 'worstelen', 'verdraaien') is eveneens een dubbelgreepstuk, een soort pseudotonale dans met verschoven en verdraaide modulaties. Deel vier - Presto con sordino - begint dan weer als een gelijkmatige, perpetuum mobile - achtige beweging (te vergelijken met Continuum voor klavecimbel). Door middel van polyritmische aksentuering en het gebruik van de kontrasterende karakters van de verschillende snaren duiken langzamerhand verborgen, illusoire melodiefragmenten op, een trompe l'oreille dat refereert aan het werk van M.C. Escher. Het vijfde deel - Lamento - kenmerkt zich door een strikte tweestemmigheid, voornamelijk bestaande uit sekunde - en septiemparallelen en vertoont een indirekte invloed van verschillende etnische kulturen. Het zesde en laatste deel tenslotte - Chaconne Chromatique - is geen zinspeling op de beroemde chaconnes van Bach, dan wel een wilde, uitgelaten dans in een sterk geaksentueerde driekwartsmaat met een ostinate baslijn.
Richard Orton (1940, UK) studeerde aan de Birmingham School of Music en Cambridge University. Na aanvankelijk te zijn gestart als hedendaags klassiek komponist raakte hij later geinteresseerd in elektroakoestiek en komputermuziek. Diens Cycle is een stuk met een vrije bezetting dat kan uitgevoerd worden door een of twee duo's. De partituur (opgesteld in deels klassiek notenschrift, deels grafische of verbale notatie) bestaat uit drie ronde platte schijven van verschillende grootte die op elkaar gelegd en verdraaid kunnen worden. Elk van de twee grootste schijven is onderverdeeld in stukken (zoals een taart). Men draait de schijven op één lijn gelijk, en vanaf die lijn begint men in wijzerzin te spelen. Iedere speler kiest een van de twee grootste schijven, terwijl de middelste, kleinste schijf als een bron fungeert, waarnaar men steeds terug mag grijpen na het spelen van een stuk uit de onderverdeling.
Christian Wolff werd in 1934 in Nice (Frankrijk) geboren uit duitse ouders. De familie emigreerde naar de Verenigde Staten en Wolff ging op zestienjarige leeftijd in leer bij John Cage. In de jaren '60 en '70 raakte hij nauw betrokken bij de New York Scene, waar hij samen met de komponisten Cage, Morton Feldman, Earle Brown, pianist David Tudor en danser - koreograaf Merce Cunningham aan de weg van de nieuwe muziek timmerde. Zijn werk kenmerkt zich enerzijds door een groot belang dat aan stilte en isolatie van klank wordt gehecht en anderzijds door de hoge mate van vrijheid die Wolff aan zijn spelers overlaat. Bewuste improvisatie heet het, waarvoor hij vaak een geheel eigen notatie uitdacht (zie Exercises en Changing the System - beiden uit 1973). Later werd ook politieke ideologie (in de vorm van proteststukken) een toonaangevende faktor in zijn oeuvre. Dit engagement werd nog versterkt door zijn nauwe banden met Cornelius Cardew en Frederic Rzewski. Wolff's muziek is als een resultaat van samenwerking in de letterlijke zin van het woord, waarin de grens tussen komponist, uitvoerder, dirigent en publiek volkomen wordt opgeheven.
Tamas Ungvary (1936, Hongarije) begon zijn muzikale karriere als dirigent van gerenommeerde klassieke orkesten als het Hungarian State Symphony Orchestra, Mozarteum van Salzburg, Hungarian Youth Orchestra e.v.a. In 1972 wordt de kreatieve drang te groot en begint hij zelf te komponeren. Deze wel heel opmerkelijke u - turn kent een snelle ontwikkeling: na inmiddels naar Zweden te zijn geëmigreerd, wordt Ungvary lid van de Stiftelsen Electro - Acoustic Music in Sweden, kortweg de EMS in Stockholm. Van 1975 tot 1992 is hij daar werkzaam als composer in residence, studio assistant en software developer. Sindsdien maakt hij bijna uitsluitend komputermuziek, vaak gegenereerd door (interaktieve) software die hij zelf ontwikkelde. Inmiddels is een groot deel van zijn repertoire in de prijzen gevallen op onder meer Boston NEWCOMP Competition for Computer Music (1987), International Competition of Electro - Acoustic Music in Bourges (1989) en Ars Electronica (Linz, 1994). Ungvary publiceert geregeld artikels omtrent zijn vakgebied in het tijdschrift Leonardo.
Vier ambitieuze musici uit Vlaanderen en Nederland staan in voor dit koncert: Annegret Mayer - Lindenberg, altviool - Jarno Van Es, piano - Bart Van Dongen, piano / synthesizer en Leo Verheyen, trombone. Ze spelen voor deze gelegenheid onder de groepsnaam COINCIDENCE 4.
Na de middelbare school volgde Annegret Mayer - Lindenberg eerst een opleiding vioolbouw (een beroep dat ze nog steeds uitoefent) en studeerde nadien altviool bij Gisella Bergman aan de Fontys Hogeschool in Tilburg. Sinds september 2007 krijgt zij regelmatig les van Garth Knox. Annegret heeft in meerdere jeugdorkesten meegespeeld zoals het Hamburger Jugendorchester en het Ricciotti Ensemble Amsterdam, alsook in verschillende kamermuziekensembles. Zij nam deel aan masterclasses bij Jan Willem de Vriend, Nobuko Imai, Ervin Schiffer, Lars Anders Tomter, Barbara Maurer en Francien Schatborn.
Jarno van Es studeerde piano aan het konservatorium van Tilburg. Hij legde zich toe op jazz, vrije improvisatie en grafische muziek. Hij is aktief als toetsenist, docent en komponist, zowel kommercieel als autonoom. Momenteel speelt hij in verschillende bezettingen en realiseert hij Vers, een muziekteaterprojekt voor Muzieklab Brabant.
Bart van Dongen is komponist en konceptueel kunstenaar. Een konstante in zijn werk is de drie - eenheid kompositie, improvisatie en koncept. De handeling ter plekke (als hij een installatie uitbouwt) is een belangrijk onderdeel van zijn werk.
Leo Verheyen is ruim veertig jaar betrokken bij allerhande muziekformaties die zich toeleggen op het uitvoeren van hedendaagse muziek. Als solist kreëerde hij tal van solostukken voor trombone van nationale en internationale komponisten. Naast het geven van masterclasses en workshops (in België, Canada en Portugal) koncerteerde hij reeds in de USA, Mexico, Canada en de voormalige Oostbloklanden en maakte tal van lp - en cd - opnames (zie ook The Thrilling Trombone of Flanders (1996) met werk van eigentijdse vlaamse komponisten). Verheyen is tevens interpretator van oude muziek en beheerst zowel de baroktrombone (of saqueboute), tenorzink, serpent, alttrombone als de bastrompet. Momenteel doceert hij aan de Fontys Hogeschool in Tilburg.
|
|
Annegret Mayer-Lindenberg
Jarno van Es
Bart van Dongen
Leo Verheyen
|
Eva Zöllner - Akkordeon & electronics
donderdag 29 januari 2009
programma:
- Juan José Bárcenas (1982, Mexico) : On the sense of the fantastic…(2007)
- Carole Chargueron (1966, Frankrijk) : Endémico (2007)
- Joao Pedro Oliveira (1959, Portugal) : l´Accordeon du Diable (2006)
- Antti Sakari Saario (1974, Finland / Uk) : Nomadische Luftspiegelung für Eva (2008)
- Gordon Kampe (1976, Duitsland) : Das Barcklay - Syndrom oder der rote Kreis (2006)
Het kan verkeren... uitgerekend een instrument dat tot volle ontwikkeling kwam in bistros, thé dansants en kafés en al te vaak geassocieerd wordt met allesbehalve ernstige muziek, wordt in de twintigste eeuw plots een hip medium voor vertolkers van hedendaags klassiek werk. Misschien net omdat de akkordeon zo'n jong instrument is en er dus geen overschot aan repertoire voor bestaat (waar violen en piano's als dusdanig kunnen op beroepen), lag deze wending des te sterker voor de hand. Guy Klucevsek, Nils Lofgren, Pauline Oliveiros en Teodoro Anzellotti zijn maar enkelen die de akkordeon een plaats hebben gegeven in de ernstige muziek.
Deze maand krijgen we Eva Zöllner over de vloer. Deze grande dame van de hedendaagse akkordeonmuziek werd geboren in Duitsland in 1978. Ze kreeg een klassieke opleiding aan de muziekakademie van Keulen en trok nadien naar Kopenhagen om zich aan het Koninklijk Deens Konservatorium te vervolmaken bij Geir Draugsvoll. Reeds in een vroeg stadium besloot ze zich volledig aan hedendaagse muziek te wijden, akoestisch of in kombinatie met elektronika. Tot op heden heeft ze een indrukwekkend palmares bijeengekoncerteerd, met optredens in Europa, Canada, USA, Japan en Mexico. Zöllner is een veelgevraagd gastartieste en verleende reeds haar medewerking aan ensembles als MusikFabrik, Athelas Sinfonietta Copenhagen, Ensemble Modern, Birmingham Contemporary Music Group en orkesten zoals het Beethoven Orkest van Bonn en The Royal Opera House in London. Komponisten van over de hele wereld hebben stukken voor haar geschreven, en niet minder dan 70 nieuwe werken werden door haar in premiere gebracht. Ze hecht daarbij sterk aan een nauwe samenwerking met de komponist in kwestie. Zo passeerden eerder al Thomas Adčs, Earle Brown, Sidney Corbett, Moritz Eggert en Mauricio Kagel de revue. Voor 2009 staat haar debuut - cd gepland met nieuwe komposities van Mexicaanse komponisten.
(www.eva-zoellner.de)
|