Koncertberichten
AGARTHA
Donderdag 9 juni 2005 om 20u
An Raskin - knopakkordeon (bajan) & Bram Bossier - altviool
Programma:
- Isang Yun (1917-1995) Intermezzo (1988) altviool, bajan
- Kee-Yong Chong (1971) The Thousand ripples of a lonely bell (2000) altviool solo
- Toshio Hosokawa (1955) In die tiefe der Zeit (1994/1996) altviool, bajan
- Sergei Berinski (1945-1998) Also sprach Zarathustra (1990) bajan solo
- György Kurtag (1926) Jelek ,opus 5 (1961) altviool solo
- Sofia Gubaidulina (1931) In Croce (1979/1992) altviool, bajan
'Intermezzo' - Isang Yun (1917-1995)
Intermezzo werd op vraag van de akkordeonist Hugo Noth door de Koreaanse komponist I.Yun gekomponeerd in 1988. I.Yuns oorsponkelijke plan was een intermezzo schrijven voor kwartet (fl, vi, vc en pi).
'The Thousand ripples of a lonely bell' - Kee-Yong Chong (1971)
In dit werk gebruikt Kee-Yong Chong een citaat uit "die Kunst der Fuge" van J.S.Bach. "Het thema weergalmt doorheen het stuk als de resonanties van een klok," aldus deze jonge komponist uit Maleisië die in Brussel kompositie studeerde.
'In die Tiefe der Zeit' - Toshio Hosokawa (1955)
'In die Tiefe der Zeit' is origineel geschreven voor cello, akkordeon en strijkers. De komponist zegt : "Aandachtig luisteren naar een klank… zoals intens kijken naar een wolk aan de hemel die traag voorbijschuift. De altviool symboliseert het mannelijke principe; de akkordeon het vrouwelijke. Het is een mytisch muzieklandschap waarin twee instrumenten verweven zitten." In 1996 heeft de komponist een transkriptie gemaakt voor altviool en akkordeon.
'Also sprach Zarathustra' - Sergei Berinski (1945-1998)
Deze partita in vier delen is gebaseerd op een citaat van de welbekende filosoof Friedrich Nietzsche. Episodes uit het eerste deel tonen een enorme emotionele kracht die overgaat naar een agressief, wild danskarakter (deel 2). Het 3de deel stelt het vertrek naar een transcendente wereld voor. De muziek beweegt niet, ze is bijna etherisch en ongrijpbaar. Het 4de deel is een meditatie over het leven, de menselijke natuur en de dood, over het kind dat alle facetten van het leven nog het hoofd moet bieden…
'Jelek', opus 5 - György Kurtag (1926)
'Jelek' is een verzameling van 6 kleine miniaturen, opgedragen aan Janos Szekacs. Het zijn stukken waarbij de stiltes even zwaar doorwegen als de erg spaarzaam gebruikte klanken. 'Jelek' is één van de laatste werken van Kurtag waarin zijn muzikale taal wordt gereduceerd tot haar kern.
'In Croce' - Sofia Gubaidulina (1931)
'In Croce' was oorspronkelijk opgevat voor cello en orgel. Fundamenteel voor het totale koncept van het werk is de dramatische interaktie tussen beide instrumenten en het geometrische patroon van het kruis dat ze vertegenwoordigen.
Als de twee melodische lijnen elkaar kruisen vormt dat een stormachtige klimax, een explosie van energie, waarna de twee instrumenten weer tot rust komen in de coda.
De godsdienstige konnotaties die door de titel worden gesuggereerd, laten toe om beide instrumenten de kontrasterende rol van licht en duisternis toe te kennen.
AN RASKIN bespeelt de 'bajan', een variant van de knopakkordeon, een instrument dat zich vanuit de Russische volkskultuur ontwikkelde tot een volwaardig koncertinstrument.
Aanvankelijk studeerde ze akkordeon aan de Nederlandse konservatoria van Tilburg en Groningen. Aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag behaalde ze het diploma voor kamermuziek. Nadien ging ze zich in Moskou vervolmaken aan 'de Staatsakademie voor muziek', als assistent van de beroemde bajanist en pedagoog Friedrich Lips.
Zowel solistisch als in kamermuziekverband koncerteerde ze in de meeste Europese landen, de V.S. (New York) en Japan (Osaka). Ze musiceerde met o.a. het ASKO Ensemble, het Schönberg Ensemble, het TELESTO-trio, het Nederlands Blazersensemble,…
In oktober 2004 bracht ze in het Concertgebouw Amsterdam, met het Schönberg Ensemble onder leiding van Reinbert de Leeuw, de Nederlandse première van het werk 'Inquieta limina', een werk voor bajansolo en ensemble van de Italiaanse komponist Luca Francesconi. Samen met de cellist Pieter Wispelwey maakte ze een CD-opname van 'In Croce' voor cello en bajan van Sofia Gubaidulina. Deze CD werd bekroond werd met een 'Diapason d'or'. In februari 2003 werd ze door de Russische komponiste Sofia Gubaidulina uitgenodigd voor een werksessie rond haar eigen komposities.
BRAM BOSSIER (°1976) is als freelance muzikus aktief bij het 'Spectra-ensemble', de 'Beethoven-academie', 'I Fiamminghi', het 'Collegium Instrumentale Brugense', en het 'Nationaal Orkest van België'. Hij begon zijn studies als violist aan het konservatorium van Brussel bij Thanos Adamopoulos.
In die periode speelde hij ondermeer in het 'European Youth Orchestra' o.l.v. Yakov Kreisberg en was hij jaren lid van het 'Nationaal Jeugdorkest van
Nederland', waar hij werkte met dirigenten als Reinbert de Leeuw, Victor Lieberman en Jansung Kakhidze. Nadien ontdekte hij dat de warme, sonore klank van de altviool hem nauwer aan het hart lag en zette hij zijn hogere studies voort aan het konservatorium van Maastricht bij Michael Kugel als altviolist.
Daarna studeerde hij ook nog bij Vladimir Mendelssohn en Ron Ephrat in het konservatorium van Rotterdam.
<M&M> ENSEMBLE
Donderdag 16 juni 2005 om 20u
Nog maar pas werd de <Sire> robot aan het M&M orkest toegevoegd, of <Vacca> komt er al aan. Of hij speelklaar zal zijn voor dit konzert staat niet vast, wel is hij al volop en monumentaal zichtbaar.
De bewegingssensoren waarmee het orkest is uitgerust zijn in aantal en mogelijkheden enorm toegenomen. Wanneer we die op de naakte lichamen loslaten, staan ze borg voor een spetterend en interaktief spektakel.
Musici en performers voor dit koncert zijn Kristof Lauwers, Barbara Buchowiec, Nicoletta Branchini, Moniek Darge, Sebastian Bradt e.a. Het geheel staat onder leiding van Godfried-Willem Raes.
Nicoletta & Moniek - foto Benn Deceuninck
Van Sebastian Bradt; deze bijdrage voor dit M&M koncert:
" Le Sommeil Des Flammes "
Vlammenwake
The Sleep Of Flames
Feuerschlaf
Il Sogno del Fuoco
(Uit: .KO. , Phase 2)
Le Sommeil Des Flammes valt ruwweg samen te vatten als een licht teatrale maar volkomen ondeiktische, pseudo - symbolische akt voor 2 mensen, omringd door een aanzienlijk aantal robots. Een ongelijke strijd dus, (an unfair match), niet in het minst aan geproduceerde deciBells. Le Sommeil is een onderdeel van .KO. , Fase2, een multilinguïstisch lexical chunk - traktaat waaraan sedert 2000 met de regelmaat van de klok wordt doorgewerkt. De premisse van dit alles is vierledig, naar analogie met de beproefde .KO. - aanpak: slapeloosheid, droom, pseudo - symboliek, nieuwe klankwerelden.
1, 2, 3, 4, GO.
1. Slapeloosheid (een uiterst vruchtbare kwaal); in de slapeloze uren gaan hersencentra werken die het daglicht zelden toelaat te werken. Soms resulteert de chemische bevruchting van oververmoeide hersencircuits in absurde, vreemde dromen, vaak gaan zij vooraf aan dat éne, sublieme moment, waarin de essentie van het te presenteren werk bij de kraag wordt gegrepen en aan een werkbare drager wordt toevertrouwd. Waarmee we bij de tweede premisse zijn aanbeland.
2. De droom; een soortgelijke droom vond ooit plaats en dit wordt nu zo droomgetrouw mogelijk nagebootst. Een soort taxidermie van de droom welteverstaan. En weerom werd, met het oog op de .KO. - aanpak, zo min mogelijk aan de droomtekst gewijzigd.
3. Pseudo - symboliek; de poging iets uitgesproken symbolistisch neer te zetten dat uiteindelijk geen enkele konkrete betekenis heeft, vandaar: ondeiktisch. De zonnebril, de bolhoed, de naaldhakken, etc. waren al lang en wel vastgelegd in de droom, evenals The Elephant Man, de Masai - krijger, etc, waarvoor vele dank. Een goede raad; tracht nergens tussen de regels te lezen, want daar is slechts blanko spatie.
4. Le Sommeil is tevens een automatenstuk waar enige aktie bijhoort; de muziek is gekomponeerd volgens een vooraf, in de droom vastgelegd, stappenplan. In die zin kan men het beschouwen als een 20 minuten durend, bruïtistisch ballet waarvan de allereerste ideeën en schetsen dateren van de zomer van 2003, eindexamentijd aan het Konservatorium. Dat Godfried's fantastische robots toen reeds een attraktieve charme uitstraalden en mogelijkheden te over hadden in het produceren van vreemde, niet tuis te brengen klanken, was een graag opgemerkt voordeel. Dat de liefde twee jaar later allerminst bekoeld zou zijn dan wel aangewakkerd was, kon toen allerminst vermoed worden. Of wel?
Verwekt in 2003, werd Le Sommeil op 12/05/2005 eindelijk geboren.
Anders gezegd:
Don't you see?
"We're from the same school !"
(Don't try to understand this)
" Electroida - cidactical Mindfuckers CARRIED THE DEAD OUT OF THE TOWER…
Considered to be KINGS, they rose their clenched fists and pointed their sick twisted fingers,
tiptoeing sarabands on quicksand with frictionalised intensities
WHERE THE TONGUE TIPS THE EYELID
And what did they have for dinner?
Rubber Glass Eye Balls Tunnel View Moving Locks Foot Steps
Their airborne sweethearts turned so fragile on a driftwood in a desert of words like;
fingerprintsz, poisoned weepingsz, tiptoe - tangoing titteasersz & firechordz
One; ART IS THE OPPOSITE OF PROVINCIALITY,
Two; WE LIKE "CENTRES", NOT "EDGES",
Three; WE ARE KEEN ON FLASHLIGHTS,
Four; WE NEED NEW TRANQUILLIZERS
by the first sounds, they rapidly zoomed out "
Voor Thomas Vinterberg,
die me onnoemelijk ver op weg zette, zonder het zelf te weten.
Sebastian Bradt;
Geboren in Gent, 1979. Studeerde kompositie aan het Gentse Konservatorium bij Luc Brewaeys en Dr. Godfried - Willem Raes. Masterclasses bij Louis Andriessen in Amsterdam. Schreef stukken in tal van stijlen en genres, zo ook verscheidene orkestwerken, waaronder MORPH, de 2de symfonie, die in 2002 door de Koninklijke Filharmonie van Vlaanderen olv. Lukas Vis werd gekreëerd. Specialisatie in het schrijven en orkestreren voor muzikale robots. Voorts auteur van het multilinguistische lexical chunck traktaat .KO.
SOPHIE AGNEL & PETER JACQUEMYN
Dinsdag 21 juni 2005 om 20u
De pianiste en improvisatrice Sophie Agnel studeerde aanvankelijke klassieke piano aan het Parijse konservatorium maar volgde daarna jazz- en improvisatiekursussen bij Manuel et Patricio Villarroel. Daarna studeerde ze ook nog 2 jaar muzikologie.
Agnel speelde samen met muzikanten als Phil Minton, erik M en Axel Dörner; ze vormt een duo met de Berlijnse improvisatrice Andréa Neumann en een trio de Franse geluidskunstenaars Jérôme Noetinger et Lionel Marchetti. Ze is in verschillende formaties te horen op een tiental CDs bij labels als In Situ, Potlach en Vandoeuvre.
Bij de organisatie Mercoledi zet Agnel ook geregeld multi-media produkties op met dans en teater. In 2002 maakte ze "le mouton cachalot", een produktie voor kinderen met tekst, beelden en klank. Op verschillende plaatsen in Frankrijk en Zwitserland (o.a. bij Instants Chavirés) gaf ze ook lessen, ateliers en workshops piano en improvisatie voor kinderen en volwassenen.
De bijzonder gedreven improvisaties van Peter Jacquemyn (kontrabas - B) zijn al vaak te horen geweest in Logos. Hij was hier in het verleden te zien met uiteenlopende kunstenaars als Maria Clara Villa Lobos (Brazilië - dans), Jo Truman (Australië - stem), Slavek Kwi (Tsjechie - klankobjekten), Gunda Gottschalk (viool/altviool), Ute Volker (akkordeon), Jan Pillaert (tuba) en Sigrid Tanghe (visueel kunstenares).
Een solo CD van hem verscheen op het Logos label 'Public Domain'.
Peter Jacquemyn - op muzikaal gebied een autodidakt - is een gekend figuur in de Europese improvisatie-wereld. Hij werkte samen met Peter Kowald (kontrabas), Fred Van Hove (piano), Joëlle Leandre (kontrabas), Geurt Grosfeld (fluit/elektronika), Phil Minton (stem), Takashi Yamane (klarinet) e.a. Als improvisator begon hij zijn karriere bij WIM (Werkgroep Improviserende Musici). Zijn stijl is zeer energiek en spektakulair, misschien zitten zijn kwaliteiten als judoka daar voor iets tussen? Hij ontwikkelde een eigen speelwijze waarbij blikjes, nagels en 2 tot 3 strijkstokken
tegelijkertijd gebruikt worden.
|