Logos Duo in Japan
(deel 8)
Na het Japanse ontbijt vult de tijd in de Otogikan te Kawamoto zich met alle muziekgebeurens, waar wij voor verantwoordelijk zijn.
Traag maar zeker begint de struktuur van het festival tot me door te dringen. Dat een en ander samenhangt met een Japanse kijk op samenwerking, had ik me vanzelfsprekend wel reeds gerealiseerd. Maar nu pas doorzie ik helder hoe men hier dergelijke kollektieve gebeurtenissen meesterlijk orchestreert. Soundplay 2000 blijkt een pareltje van sociale interactie, waar geen enkel aspekt van de groepsdynamika aan het toeval wordt overgelaten. Mijn hart jubelt. Bij vorige festivals was het me nooit echt duidelijk geworden. Maar derde keer, goeie keer. Deze koncertreis brengt me de langverwachte ervaring van een eerste inzicht in een cruciaal aspekt van de Japanse kultuur. Een klein stapje dichter bij een beter begrip. De dag kan niet meer stuk. Dat we te maken hadden met meesterlijke organisatoren, was van meet af aan geen geheim. Doch dat het geheel zo vernuftig in elkaar zat, drong nu pas tot me door.
De eerste dag wordt alle tijd en ruimte besteed aan kennismaking. Geen oppervlakkige begroeting, maar een intens ontmoeten van alle deelnemers met elkaar en met ons, die tegelijk als gasten, Europeanen, workshop-verantwoordelijken en koncerterende musici, ook in de groepsgeest dienen te worden geïïntegreerd. Een hiërarchie wordt hier ogenschijnlijk niet gemaakt. Er gaat minstens evenveel aandacht naar de onderlinge kennismaking, als naar de kennismaking met ons. De taal speelt natuurlijk een niet te onderschatten verhullende rol bij dit gebeuren. Hoewel iedereen weet dat wij geen Japans verstaan en er genoeg potentiële tolken in het gezelschap zijn, verlopen grote delen van de gesprekken toch telkens uitsluitend in hun moedertaal. Men schrikt zich dan ook een ongeluk, wanneer men vermoedt dat wij misschien meer begrijpen, dan gedacht. Enkele woordjes Japans uit onze mond zijn voldoende om tegelijk een stroom van loftuitingen en een trits van achterdochtige blikken uit te lokken.
Een Japanse theatermaker, die blijkbaar speciaal voor het sociale luik van dit groepsgebeuren was uitgenodigd, had gisteren spelenderwijs dit proces in goede banen geleid. Alles, maar dan ook werkelijk alles, bleek georganiseerd. Op heel korte tijd waren wij allen 'spontaan' met elkaar in kontakt en wisten wij een hele reeks vrij persoonlijke zaken van elkaar. Zo waren onze preferenties voor tal van dingen, zoals kleuren, landen, reizen, kunstvormen en stijlen, maar ook voor partners en intieme omgangsvormen binnen een paar uur geen geheim meer voor elkaar. Dat gaf natuurlijk snel een gevoel van warmte en samenhorigheid. Soms had zijn spelmethode me onbewust aan de jeugdbeweging doen denken, doch de Japanners waren dolenthousiast al spelend in het gebeuren opgegaan.
's Avonds kregen we dan, na een eerste gezamenlijk etentje, de zo typisch Japanse, obligate party. Zoals steeds wordt daar veel gedronken en 'gesnaperd'. De anders zo strikte beleefdheidsregels blijven op slag achterwege en losjes gaat iedereen vrolijk op in een ontspannen verbroederingssfeer. Pas laat in de nacht denkt men aan slapen.
Vroeg uit de veren en een onderwaterkoncert bracht een verfrissend festijn voor ogen en oren en pas dan volgde het prima ontbijt.
De theatermaker biedt de deelnemers deze ochtend het tweede luik van zijn workshop aan, waar wij van worden ontslagen, want op het namiddagprogramma staat onze kollektieve soundscape-uitstap, die we nu gaan voorbereiden.
"In this way the participants can experience how Europeans hear the sounds of the Japanese environment", had Yu ons stiekem in het oor gefluisterd.
Straks, gedurende onze klankenzoektocht, zullen de festivaldeelnemers niet alleen de omgeving van de Otogikan, het muziekcentrum, exploreren, maar kunnen ze meteen ook de kleine dorpsgemeenschap van Kawamoto verkennen en de sprong naar de ontdekking van 'het westerse oor' wagen.
Zo worden stap voor stap de grenzen van het groepsgebeuren verlegd. De aktieradius breidt uit. Feilloos leidt ieder evenement naar de uiteindelijke klimax van het festival: niet alleen ons duo koncert, maar een -Cagiaans- geïnspireerd groepsoptreden. Cagiaans?... chance operation?... nu, ja... oosterse kontradikties lijken me nog steeds heel vreemd.
Ondanks de druilerige regen en een hachelijke klim over een glibberig pad naar het bamboebos, waar ons een schitterende soundscape-sessie wacht, voel ik me maar wat in mijn sas. Een hoekje van het sociaal systeem, niet alleen met mijn hersenen doorgronden, maar ook aan den lijve ervaren, vervult me steeds weer met een ongekende blijdschap. Het geeft me het verrukkelijk gevoel van verbondenheid. Geestdriftig neem ik Godfried op sleeptouw, naar beide schrijnen, links en rechts van het dorp. Uiteindelijk herbergt onze soundscape- verzameling de meest uiteenlopende geluiden: kakelende kippen van het dorpsschoolhoenderhok, wapperende touwen van bamboe vlaggenmasten, schuifelend geruis van een natte afvoerbuis...
Een door de wolken brekende zon, vergezelt 's namiddags de enthousiaste festivalgangers op hun zoektocht. Waar verbergen zich die mysterieuze klanken in dit toch zo kleine dorp?
(deel 9)
M.D.
|