koncertberichten
STEFAAN SMAGGHE & DIRK MOELANTS
Een poel bij valavond
Stefaan Smagghe
Je waant je in een poel bij valavond. Kikkers plonzen in het water, libellen fladderen tussen het riet, de altviool tokkelt op de pulsen van de natuurgeluiden.
De schemering valt, sommige poelbewoners zoeken gauw een rustige slaapplaats, anderen komen juist nu te voorschijn. De nachtelijke bezoekers maken de meest vreemde geluiden, krekels sjirpen, lichtgevende insekten en libellen vullen de waterplas. Ze kruipen eerst aarzelend naar boven tot helemaal in de top van de rietstengels, daarna dwarrelen ze ineens naar beneden.
Plots valt er een stilte. De eerste zonnestralen komen van achter de heuveltop te voorschijn. Weldra breekt de ochtend aan en begint alles opnieuw.
Voorstelling van de installaties
Cymbalendripping: een installatie waar bovenaan een reservoir wordt gevuld, die op verschillende cymbalen drupt. Deze zijn van klein naar groot bevestigd aan een stang, die versterkt is, zodat de druppels van plaat tot plaat vallen en telkens opnieuw een klank voortbrengen. Deze pulsen vormen een kadans met aleatorisch karakter, die kan worden opgedreven door het reservoir nog meer te vullen.
Kringdripping: de kringen op de diaprojektie worden bekomen door de dia te projekteren op een met water gevulde versterkte aluminium bak, zodanig dat de dia weerkaatst op de waterspiegel. Een baxter drupt om de 4 a 5 sekonden in de bak. Door het kringenspel op het water is de afbeelding even onherkenbaar.
Drippinggaas: uit een reservoir gevuld met rode bister vertrekt een leiding. Dwars daarop steken kleinere buisjes die inktstrepen maken op een muggengaas. Elke 'dripping' komt uiteindelijk terecht op een messingplaatje. Verschillende plaatjes worden versterkt. Hun verschillende diktes en afmetingen geven verschillende klanken en resulteren in een aleatorische kadans.
Grote drippinggaas: deze muggengaas meet 4m bij 3m en werkt eveneens met rode bister die over de gehele breedte strepen trekt. Onderaan zijn er 5 aluminium bakken zodanig gemonteerd dat de vloeistof trapsgewijs van de ene in de ander vloeit. Elke bak is voorzien van 5 messingplaatjes die ook weer de druppels versterkt weergeven. Via een pomp wordt de vloeistof opnieuw naar het bovenste reservoir geleid.
Stefaan Smagghe (Gent °1969) studeerde aan het Gentse Muziek Conservatorium, waar hij in 1995 het Hoger Diploma viool behaalde. Hij volgde er ook enkele jaren de kursus vrije improvisatie en avant-garde kamermuziek bij Godfried-Willem Raes. Naast zijn aktiviteiten als uitvoerend musicus (met een voorkeur voor hedendaagse en experimentele muziek, eigen werk en improvisatie) legt hij zich ook toe op de beeldende kunsten (tekenen en schilderen). De laatste jaren is hij vooral begaan met het ontwerpen en bouwen van klankinstallaties. Hiermee wil hij het gebied tussen akoestische en visuele kunsten exploreren. Een klank veroorzaakt een beeld of een beeld brengt een klank voort. Samen krijgen ze een andere betekenis in een nieuwe dimensie.
Dirk Moelants (Antwerpen °1971) studeerde musicologie aan de Gentse Universiteit; hij rondde die studies in 1993 af met een proefschrift over hedendaagse Hongaarse muziek. Nadien ging hij werken aan het IPEM (Instituut voor Psychoacustica en Elektronische Muziek van de Universiteit Gent), eerst als medewerker in een onderzoek naar toonhoogte- en timbreperceptie, daarna werkte hij, met een doktoraatsbeurs rond ritmeperceptie. Hij studeerde ook viola da gamba bij Wieland Kuyken, eerst aan het Conservatorium van Brussel, nadien aan het Conservatorium van Den Haag. Als muzikant is hij op vele terreinen aktief: van renaissance-, en barokmuziek tot avant-garde en wereldmuziek.
ELECTRO-ACOUSTIC SUMMER I
programma
Treni d'onda a modulazione d'intensità (1963) van Vittorio Gelmetti
Three Fictions (2000) van Natasha Barrett
Chat Noir (1998/99) van Elizabeth Anderson
Hiss (1992) van Kenneth Gaburo
(dis)integration (1998) van Frank Ekeberg
Pastorale (1960) van Richard Maxfield
Voicewind (1998) van Robert Mackay
Er bestaat niet zoveel literatuur over de vroege elektronische muziek en Vittorio Gelmetti komt er maar zelden in voor. Deze Milanees (°1926) begon tapemuziek te komponeren in 1958; het was een doe-het-zelf onderneming met de bedoeling aan het formalisme van de seriële muziek te ontkomen. Treni d'onda a modulazione d'intensità werd gerealiseerd aan het Laboratorio di Elettroacustica van het Istituto Superiore delle Poste e delle Comunicazioni in Rome.
Natasha Barrett komponeert elektronische muziek en muziek voor instrumenten en live electronics. Zij realiseert ook klank- en multimedia installaties. Haar werk behaalde prijzen in tal van internationale wedstrijden, o.a. Bourges, Noroit, Ars Electronica, en Luigi Russolo. Zij studeerde kompositie en analyse by Jonty Harrison en doktoreerde nadien bij Denis Smalley. Na een periode gastkomponiste aan het NoTAM in Oslo te zijn geweest kreeg zij de leiding over de studio voor elektro-akoestische muziek van het Conservatorium van Tromsø, Noorwegen. Momenteel is zij werkzaam als freelance komponiste en is voorzitster van NICEM, de Noorse afdeling van het ICEM.
Voor iemand die vandaag haast helemaal vergeten is, heeft Richard Maxfield een enorme invloed gehad - vooral door zijn lessen aan The New School in New York, die een grote aantrekkingskracht uitoefende op radikale avant-garde musici zoals Joseph Byrd, Dick Higgins en zelfs John Cage. Maxfield (Seattle, °1927) studeerde bij Krenek, Babbitt, Sessions en Dallapiccola, maar liet deze eurocentrische achtergrond achter en koos voor de weg van het Cageiaanse experimentalisme. Later werd hij met Night Music één van de voorlopers van het minimalisme.
In de studio van de Universiteit van Iowa was er een mengpaneel dat een nogal luide, attraktieve en kneedbare ruis voortbracht. Een doorsnee studioleider zou zo'n mengpaneel bij het oud ijzer gooien, maar Kenneth Gaburo, die de studio leidde, maakte er een punt van het kreatieve potentieel ervan te demonstreren.
Robert Mackay (°1973) studeerde geologie en muziek aan de universiteit van Keele en doktoreert momenteel in kompositie aan de universiteit van Wales, in Bangor.
Elizabeth Anderson (°Orange, New Jersey, 1960) studeerde kompositie aan het Peabody Conservatory of Music en aan het Conservatorium van Brussel (bij Jacqueline Fontyn). Zij was de eerste persoon die het einddiploma elektronische muziek kompositie behaalde aan het Conservatorium van Antwerpen (bij Joris De Laet), in 1998 behaalde zij het hoger diploma elektro-akoestische kompositie aan het Conervatorium van Mons (bij Annette Vande Gorne) en momenteel doktoreert zij in elektro-akoestische kompositie aan de City University in Londen (bij Dennis Smalley). Zelf doceert zij elektro-akoestische muziek aan de muziekakademie van Zinnik.
Frank Ekeberg (°1970) was een tijdlang freelance klanktechnikus voor diverse Noorse rockgroepen vooraleer voltijds muziek te gaan studeren aan de Noorse universiteit voor Wetenschap en Technologie en nadien aan het Mills College in Oakland, Californië (bij Pauline Oliveros en Alvin Curran). Hij ontwikkelde grote belangstelling voor het ruimtelijke aspekt van de akoesmatische kompositie en uitvoering. Hij doktoreert momenteel aan de City University in Londen (bij Dennis Smalley).