Dr.Godfried-Willem RAES

Kursus Experimentele Muziek: Boekdeel 6

Hogeschool Gent : Departement Muziek & Drama


<Terug naar inhoudstafel kursus>

   

6540:

Studentenopdracht: kompositie van een mini-opera

 

HET LOKET

 

Het Loket is een nieuwe kompositie van Zachar Laskewicz en Moniek Darge die gemaakt werd binnen het kader van de kursussen "Projekt Hedendaagse Muziek" en "Experimentele Muziek" aan het Koninklijk Konservatorium van Gent. Opvoering ervan zal o.a. plaatsvinden tijdens de Week van de Nieuwe Muziek. Het is een anti-opera geworden voor een mannen- en vrouwenstem, twee acteurs, viool, hoorn, percussie en dubbele bas. De komponisten willen verder gaan dan een provokatief anti-esteticisme. Niet alleen worden de klassieke opera-ingrediënten en hun strakke structurering overhoop gegooid, er worden ook - voor het opera-genre - 'nieuwe' theater- en muziekvormen aangebracht. Deze werden ontleend aan het Oosters theater in het algemeen en aan de Peking-opera in het bijzonder.

Voor deze kompositie werden twee konkrete uitgangspunten gekozen. Vooreerst was opgelegd uit te gaan van een kamertoneelstuk naar keuze van de Franse auteur Tardieu. Moniek Darge en Zachar Laskewicz kozen voor het korte werk "Le Préposé", "Het Loket". In dit stuk probeert een klant informatie te krijgen over de volgende trein bij een spoorwegbeambte achter een loket. De wankommunikatie tussen beiden is het hoofdthema. Het loket is daarbij het duidelijkste symbool van de - kommunikatieve - grens tussen klant en beambte. Ten einde raad, zo wordt op het einde van het stuk gesuggereerd, wordt de klant, of laat de klant zich, door een auto omverrijden.

Vervolgens was er ook een in Shanghai door Moniek Darge gemaakte bandopname van een Peking-opera repetitie. Een oude man leert aan een jong Chinees meisje een zangmelodie van de Peking-opera. Dit doet hij door het bewuste fragment eerst op een bijzonder ritmisch en melodisch ingewikkelde manier voor te zingen. Naarmate hij de melodie op een meer eenvoudige manier herneemt, slaagt het meisje erin de melodie zelf te zingen. De poging van Moniek om het geluid van deze Chinese taal te imiteren, bracht hen op de idee om de muzikaliteit van een 'nonsens'-taal te gebruiken in de voorstelling. Omdat men zag dat er gelijkenissen waren tussen de absurde tekst van het Tardieu-toneelstuk en de klanknabootsingen en spraakverwarringen op de bandopname, werden beide situaties in de voorstelling te zamen gebracht. Twee akteurs spelen tegelijkertijd zowel beambte als klant, als leraar en student. De absurde theatertekst werd dichter bij de muzikale taal van het Chinese theater gebracht door alleen de klinkers van de theatertekst van Tardieu over te houden. Dit exploreren van het muzikale aspekt van taal, i.p.v. haar ondergeschiktheid aan de semantische betekenis van de woorden, is ook een van de karakteristieken van het Aziatisch theater. Naast deze muzikaliteit van de taal wordt in deze kameropera ook sterk de nadruk gelegd op de kommunikatieve mogelijkheden van een ander karakteristiek aspekt van het Aziatisch theater : het gebarenspel en de pantomime. Tenslotte wordt ook ingegaan tegen de realistische imperatieven van de Westerse opera-vorm. In "Het Loket" worden rollen ontdubbeld, worden delen van verschillende rollen uitgewisseld, nemen acteurs probleemloos rollen van elkaar over (zoals in het Japanse Noh-theater een ander masker wordt opgezet). De rollen kunnen ook worden doorgegeven aan (of overgenomen door) de muzikanten of de twee zangers.

Ook het in opera obligate dekor moet het ontgelden. De uiterst eenvoudige design van "Het Loket" is ingegeven door een bewuste weigering van de extravagantie eigen aan veel opera-dekors.

 

Het Loket is opgedeeld in vier onderdelen : een Ouverture, een Introductie, een Expositie en een Konklusie.

Reeds in de Ouverture wordt gebroken met de klassieke opera-traditie. De musici laten helemaal niet horen (en zien) wat ze zouden moeten. Alles en iedereen wordt voortdurend op het verkeerde spoor gezet. Pas op het einde van de ouverture wordt stilaan een werkelijke opera-ouverture - die uit het ijle lijkt te komen - hoorbaar. Het is dan dat de grotesk geklede opera-zangers ten tonele verschijnen. De bandopname scheidt hen duidelijk van de hen opgelegde rol en zet deze laatste alzo nog eens extra in de verf.

Zodra de ouverture uitgestorven is worden de zangers, zoals het hoort bij sterren, bejubeld door de musici. Dan worden de verschillende instrumenten voorgesteld aan het publiek door de zangeres, terwijl de zanger op het voorplan een kort recitatief (met name een louter uit klinkers bestaande tekst uit "Het Loket") in typische opera-stijl zingt. De zangeres vereenzelvigt zich met de verschillende muziekinstrumenten op een karikaturale manier. Door het maken van absurde geluiden en bewegingen tracht ze de instrumenten na te bootsen. Eenmaal bij de violist aangekomen, krijgt ze echter het deksel op haar neus, als deze de imaginaire roos, die hij eerder aan de zangeres gaf, op een arrogante manier terug afpakt. Net zo goed kan men hierin een bewust aangebrachte verandering in het plot zien, als een karikaturale invraagstelling van de superioriteitspositie van opera-zangers. Uiteindelijk wordt de perkussionist door de zangeres als laatste aangepakt. Ook de zanger, die ondertussen - filosofisch peinzend - een ander recitatief was begonnen, maakt nu een gebaar naar de slagwerker. In een korte interaktionele improvisatie blijkt even interactie mogelijk tussen muzikant en zangers. Maar de slagwerker raakt door het dolle heen, eens hij de Peking-opera gong ontdekt. Zowel zangers als musici bevriezen op slag. Op dat moment komen de acteurs ten tonele en kan de Expositie beginnen.

De akteur die zowel de loketbediende als de Chinese oude leraar voorstelt komt eerst op met in zijn ene hand een bijzonder vreemd uitziend instrument en in z'n andere hand een denkbeeldig pak papieren. De andere acteur, het jonge meisje dat informatie komt vragen aan het loket en tevens de leerlinge, komt enkele seconden later, bedeesd het podium op. Tijdens een korte, geluidsloze voorstelling van het loket/opera-(dubbel)narratief, blijven alle andere performers even bevroren. De zanger imiteert op een parodiërende manier de Peking-opera-stijl (daarbij opnieuw gebruik makend van de tekst bestaande uit alleen maar klinkers) en de zangeres probeert daarbij op een symbolische manier de nonsens-tekst te beschrijven. Een opnieuw weerklinken van de Chinese gong zet de akteurs er toe aan het zanger-student narratief, met hun ongelofelijke muziekinstrumenten, te hernemen. De zangers kijken nu toe. De eigenlijke muziek wordt nu gespeeld door de omringende musici.

Na een nieuwe gong-slag wisselen de realiteiten zich nogmaals. Dit voortdurend omswitchen eindigt pas wanneer de student de melodie kent en het geheel, even, een muzikaal resolutie-punt lijkt te bereiken. Deze schijnbare harmonie wordt evenwel al vlug verstoord en overstemd door toenemend geluid van auto's op band.

In de Konklusie verlaten de musici een na een de performance-ruimte, vanwege de kakafonie van het verkeerslawaai. De zangers blijven verder zingen. Ook de studente verlaat wanhopig het loket. Wat is zij uiteindelijk aan de weet kunnen komen ? Welk lot staat haar te wachten ? Het geluid van een vreselijk verkeersongeval doet het ergste vrezen. In typische bel canto stijl doet de zangeres dan nog eens over wat opera-zangers zo graag doen in opera : sterven. Ook de zanger gaat haar achterna. De loketbediende negeert iedere realiteit. Hij ordent zijn papieren en verlaat - zich van geen onheil bewust - als laatste het podium. In zijn wereld is niets gebeurd en niets veranderd.


Filedate: 930928

Terug naar inhoudstafel kursus: <Index Kursus>

Naar homepage dr.Godfried-Willem RAES