Dr.Godfried-Willem RAES

Kursus Experimentele Muziek: Boekdeel 6

Hogeschool Gent : Departement Muziek & Drama


<Terug naar inhoudstafel kursus>

   

6500:

Klank & Lichtspel

Het klank- en lichtspel is een genre dat men wellicht nog het best zou kunnen omschrijven als een geregiseerd toneelstuk zonder akteurs en evenmin zonder bewegende objekten. Stemmingen en gemoedsveranderingen worden in het genre aangebracht via belichtingen van een 'dekor' of omgeving (natuur, dekors of architektuur) gedragen door een partituur. Meestal wordt hierbij van een bestaand stuk muziek uitgegaan, vaak eveneens van een verhalende tekst. Het Gentse klank- en licht spel 'Keizer Karel en zijn Tijd' dat doorgaat als een toeristische attraktie is hiervan een hedendaags en kleinschalig voorbeeld. In de jaren '50 organiseerde de Stad Gent, naar het voorbeeld van vele Franse steden uit het zuiden, jaarlijks klank- en lichtspelen in de ruïnes van de voormalige Sint-Baafsabdij. Dit waren geromantiseerde historische evokaties.

Het klank- en lichtspel is echter een genre dat o.m. werd voorgestaan door de Futuristen aan het begin van deze eeuw evenals door vele latere modernistische stromingen, o.a. ook door het Bauhaus.(cfr.1)

Wellicht een van de oudste produkties op dit gebied werd gebracht door de futuristische danseres Valentine de Saint-Point ('Poem of Atmosphere' ) in 1913. Zij schreef ook het futuristische manifest over de lust. In haar performance gebruikte ze een dekor dat alleen bestond uit witte lakens waarop kleurlicht werd geprojekteerd. (De muziek die ze gebruikte was van Satie en Debussy). Balla, in 1917 gebruikte Stravinsky's vuurvogel, als uitgangspunt voor een heus klank- en lichtspel, zonder levende akteurs. Slechts objekten en belichtingen werden gebruikt. Balla noemde het een licht-ballet en vertolkte het zelf via een groot schakelbord.

Ook in het kader van het Bauhaus werd heel wat experimenteel werk verricht dat wel verbonden zal blijven met de namen van Kurt SCHWERDTFEGER en Ludwig HIRSCHFELD-MACK (1922), hoewel de invloed van het werk van Oskar SCHLEMMER ('Das Triadische Ballett') daarin niet te weg te denken valt. Beide kunstenaars vormden performance ensembles rond lichtspelen. Meer dan alleen maar kleuren, gebruikten zij uitgesneden geometrische vormen in fel gekleurde materialen die op abstrakte wijze door spots werden belicht en waarbij met de schaduwen ervan op een scherm werd gespeeld. De geprojekteerde sekwensen van vizuele gebeurtenissen werden in een heuse partituur vastgelegd. Hirschfeld-Mack gebruikte ook zelfgemaakte piano muziek in zijn performances (1924). Wat deze kunstenaars vooral aantrok in deze expressievorm was het immateriele van de bereikte beelden. Hierdoor was een zeer ver doorgedreven vorm van abstraktie mogelijk, waarin de idealen van het konstruktivisme en 'Die Blaue Reiter' konden worden gerealiseerd.

De performances kregen het karakter van een abstrakte kleurfilm. In de jaren 1965 en 1967 werden historische rekonstrukties van deze performances op film vastgelegd. Een re-make van een live opvoering was enkele jaren geleden nog te zien op het Ars Electronca Festival in Linz (Oostenrijk).

 

Zowel Scriabin als Arnold Schoenberg -die zoals men weet ook een niet helemaal onbelangrijk schilder was- in respektievelijk 'Prometheus' en 'Die glückliche Hand' voorzagen sommige van hun originele partituren van een 'stem' voor een kleurenspel. Dit kleurenspel diende geprojekteerd te worden bij middel van kleurspots of projektoren gekontroleerd door een lichtorgel.

 

In de late jaren '60 verkreeg de light-show een psychedelische dimensie. Het klank- en lichtspel werd een ruimte waarin men door het licht- en kleurenspel geheel omgeven werd, doorgaans gepaard gaande met behoorde harde doorlopende drone-muziek. De beleving ervan was die van een hallucinatie waarbij vaak ook sensuele en erotische elementen werden geintegreerd. Vooral vloeistofprojektoren als technische middelen, waren toen erg in zwang. (2)

vb. Valerios Caloutsis (1969) - kinetische projektoren

Richard I. Land (1966) - maakte een kinetische projektor die als een voorloper kan gelden voor wat later de disko-lichtorgels werden, waarbij dus de optische effekten gestuurd worden door de muziek, die daartoe in verschillende frekwentiebanden wordt opgedeeld. Enkele jaren later ging hij komputers inzetten (PDP-1 type) om voor real-time omzettingen van klank naar visuele effekten te zorgen. Daarbij werden dan videoschermen (CRT's) gebruikt als output-middel.,

D.R. Wier (1968) - gebruikte doorzichtige vloeistoffen in allerhande projektoren. Door de temperatuurvariatie veroorzaakt door het sterke licht, zijn de vloeistoffen tussen de projektieraampjes doorlopend in beweging. Verdere bewegingen worden veroorzaakt door chemische reakties die ontstaan wanneer bepaalde stoffen met elkaar worden vermengd en gaan reageren.

Ben F. Laposky (1960) maakte voor zijn klank & beeld spelen gebruik van oscilloskopen, analoge elektronika dus, waarmee uitgaand van het X-Y lissajou gegeven, fantastische grafische vormen kunnen worden geschapen.

S.R. Wagler beschreef in 1970 een systeem waarbij laser-licht geprojekteerd op een spiegel aangebracht op de konus van een met muziek gestuurde luidspreker wordt gebruikt. Het toestel, dat later ook de weg naar de disko zou vinden, kwam op de markt als 'Sonovision'.


Voetnoten:

(1)WINGLER, Hans M. "The Bauhaus"

ed.:M.I.T.-press, Cambridge, Massachussets, 1969 (origineel in het duits., 'Das Bauhaus' , 1962), p.370 - reflected light compositions

(2)MALINA, Frank J. (editor) "Kinetic Art:Theory and Practice" ed.:Dover publications, NY, 1974 (ISBN 0-486-21284-X)

(3) B. Beck "Light Show Manual" ed.:Pericles Press, Los Angeles 1966


Filedate: 900928

Terug naar inhoudstafel kursus: <Index Kursus>

Naar homepage dr.Godfried-Willem RAES