Etnische Culturen
M.Darge

 

AUSTRALIE: A B O R I G I N E S
_________________________________________

ALGEMEEN:


De oorspronkelijke bewoners van Australie, worden aborigines (ab origines = vanaf de oorsprong) genoemd. Slechts een 100.000-tal overleefden de blanke invasie. Zij vormden een zeer vredelievende samenleving, die erop rekende dat hun "Droomwezens" hun rechten zouden verdedigen. Daardoor vochten zij i.t.t. de Maori van Nieuw-Zeeland niet of nauwelijks terug tegen de Engelsen. De aborigines waren oorspronkelijk jagende en vruchtenplukkende etnieen, die een grotendeels nomadisch bestaan leden. Zodra er niet genoeg voedsel was, of een clanlid stierf, werden de tijdelijke nederzettingen verlaten. Zij kenden evenwel geen woningbouw. In rotsachtige streken vonden zij beschutting in grotten. Elders zochten zij dekking tegen de woestijnwind achter eenvoudige houten schotten.
Zij gebruikten stenen en benen werktuigen, kenden geen metaalbewerking en ook geen schrift. Wel bestonden er ca. 300 verschillende talen met elk hun dialektvormen (ca. 600 in totaal). Deze zijn nu op een paar uitzonderingen na, verdwenen.

DE BEELDENDE KUNST VAN DE ABORIGINES

-De Aborigines kennen geen specifiek woord voor "kunst" -"Kunst om de Kunst" is onbekend
-Funkties: meestal sacraal, gebonden aan rituelen ook sociale en ekonomische funktie
-Techniek is belangrijk, doch de inhoud domineert
-Splitsing tussen media grotendeels onbestaand
De kunst is hoofdzakelijk tweedimensioneel. Door het ontbreken van vaste woonplaatsen vinden we omzeggens geen monumentaal traditioneel werk.

Rotsgravures, -tekeningen en -schilderingen: stellen mythologische wezens (zgn. "Droomwezens") en dieren voor.
Sommige schilderingen zoals de zgn. WONDJINA'S worden geacht de sporen te zijn van wezens die vroeger de aarde bewoonden en in de rotsen verdwenen zijn. De wondjina's worden regelmatig door de aborigines overschilderd, opdat ze de mensen niet zouden verlaten. Ze hebben meestal geen mond. Vraagt men een aborigines naar de reden hiervoor, dan antwoordt hij dat het anders nooit zou ophouden te regenen.
De WERELDSLANG of gemeenschappelijke voorouder of totem van alle aborigines, wordt nu eens vrij realistisch, dan weer door geometrische cirkels voorgesteld.
Bij dierfiguren vinden we dikwijls het rontgenstralenrelief: de organen van de voorgestelde dieren zijn zichtbaar. Men veronderstelt dat dit van nut was voor jagers.
Het PURIPURI-ritueel bestond erin dat iemand zich stiekem van de groep afzonderde en zijn verlangens in het geheim op een verborgen rotswand tekende, opdat ze zo in vervulling zouden gaan.

Schilderingen op boomschors: Deze schilderingen zijn hoofdzakelijk lineair. Als basiskleuren vinden we groen- en bruintinten en wit, zwart. Veel schilderingen zijn sacraal en beelden "Droomtijd"-verhalen en totems (=voorouderdieren) uit. Andere schilderingen stellen jachtscenes voor.
Ook hier vinden we de rontgenstijl.
Vlakken worden opgevuld met streepjes- en puntjesmotief.

Gelijkaardige beschilderingen vinden we op sporadische driedimensionele beeldjes, die nog sterk de vorm van de boomtak verraden, en op de DIDJERIDOO, een symbolisch blaasinstrument (boomtak uitgehold door termieten), waarvan het geluid de stem van de wereldslang wordt geacht te zijn.

Kleine objecten en gebruiksvoorwerpen: ook deze worden met lijntekeningen versierd. Bv. de boomerang (o.a. jachtwapen), de gevlochten manden, struisvogeleieren en noten. Soms ook de schedels van de gestorven clanleden.

De tjuringa: is een houten of stenen voorwerp van ovale vorm. De totem (het voorouderdier) wordt geacht hierin te wonen. De totemtekens (meestal geometrisch) zijn erop aangebracht. Een houten tjuringa wordt soms aan een koord rondgeslingerd in de lucht. Het suisende geluid, dat zo wordt geproduceerd, is voor de aborigines de totemstem.

Dodenpalen: Zeer uitzonderlijk zijn de etnieen die voor hun doden grote sculpturen oprichten. Deze beeldhouwwerken zijn cilindrisch en tonen duidelijk de vorm van de boomstammen waaruit ze zijn gehouwen. Ze worden met geometrische motieven beschilderd en na het dodenritueel achtergelaten.

ULURU, de Ayers-rock: is een monoliete rots (d.w.z. uit een enkel gesteente), gelegen in de centrale woestijn van Australie. Uluru, wat betekent "hij die schaduw brengt", doet voor de aborigines dienst als sacraal oord. De wereldslang, de gemeenschappelijke totem van alle aborigines, wordt geacht hier te wonen in een natuurlijke waterput. Verschillende heilige voorwerpen worden hier bewaard. De rots is versierd met talrijke beschilderingen. Vandaag de dag overleeft de beeldende kunst van de aborigines hoofdzakelijk als artefact voor het toerisme, of recenter ook als kunstwerk voor de westerse kunstmarkt. Dit is het lot dat menig etnisch (kunst-)voorwerp, ontdaan van zijn religieuze betekenis door het contact met de westerse cultuur, willens nillens ondergaat.


MUZIEK:

Orale traditie overweegt: vnl.liederen (met instrumentale begeleiding)
Grote variatie per streek bv.:
-pathogenetisch : Arnhemland
-geharmoniseerd : Cape York (tussen pathogenetisch en logogenetisch)

-dominerende tempoveranderingen: Bathurst Island ...

Zeer veel soorten liederen: o.a.

-sacrale: totemliederen liederen geassocieerd met de dood met ziekte -magische (bv. liefdesmagie)
-droomliederen over de voorouders (droomwezens)
-jachtliederen -verhalende liederen
-strijdliederen -sociale liederen (bv. publieke opinie)
-clanliedren ...
omzeggens (iedere al dan niet dagdagelijkse) gebeurtenis gaat gepaard met zang

 

Zang begeleid door instrumenten:

-didjeridoo (typisch voor het Arnhemland)
-snorrebot (bullroarers) of Tjuringa's (totemsteen)
-slagstokken, soms in totemvorm, soms boomerangs
-stampstokken, soms samengebonden boomschors -ratels (peulvruchten, schelpen met steentjes)
-arm en enkelratels (gedroogde bladeren of vissen)
-raspen
-kleine membraantrommels

 

Uitvoering:

-Aboriginesliederen zijn meestal kort, doch worden veelvuldig herhaald en dikwijls geordend en uitgevoerd per cyclus (soms tot 300 delen!)
-Bij veelvuldige herhalingen past men de tekst langzaam aan aan het ritme
-Soms bestaat de tekst uit een aaneenschakeling van symbolische woorden, beelden en associaties zonder zinsbouw. Dit is vooral het geval bij magische liederen. De betekenis hangt dan ook af van de graad van inwijding van de toehoorder.
-Hoewel solozang voorkomt, zingt men meestal in groep

-Afhankelijk van de streek wordt gerekend op spontane participatie van de toehoorders

 

Didactisch materiaal: (CS784-1) LP Aboriginal Theatre Foundation Inc., Music of Aboriginal Australia, Hibiscus records, HLS-48

1. MOTHER BROLGA AND HER CHICK (from North-central Arnhem Land), Didjediroo, slagstokken, kreten; drie tempi : 1. didjeridoo (circulaire ademhaling), bepaald door longinhoud van uitvoerder 2. slagstokken, vast aangehouden tempo 3. kreten (onomatopeeen: imitatie van de Brolgageluiden) aanvankelijk staan de drie tempi volledig onafhankelijk t.o.v. elkaar. Naar het eind toe komen ze geleidelijk tot een eenheid. Wanneer ze volledig samenvallen, stopt de muziek. -pathogenethische klankkleurmelodie (pathogenetisch= ontstaan uit pathos, emotie cfr. Jan Broeckx, Grondslagen van de muziekgeschiedenis, p.16: ontstaan uit kreten en uitroepen, hoofdaccent op eerste toon, snel wegstervende melodieen, schakeringen van de klanksterkte en de kwaliteit van het klankvolume zijn zeer belangrijk)

2. A SEQUENCE OF WANAM DANCES (from Western Cape York Peninsula= groot schiereiland ten oosten van Arnhemland), zang (2 lagen), slagstokken, handgeklap, zaadratels, (soms membraantrom) -geharmoniseerde zang (akkoordopbouw) (Bibl.:Aboriginal Music Flyer) -tussen pathogenetisch en logogenetisch (logogenetisch cfr. J.Broeckx, ibid., p.16: ontstaan uit deklamerend spreken; gekenmerkt door tonale fixering, regelmatig ritme, duidelijke intervallen; melodische snit en ritme zijn belangrijker dan klanksterkte en klankvolume) -obsederend karakter door herhalingen

3. Zes delen: A. IRONWOOD SLAB (ijzerhouten plank) B. BOOMERANG C. SHARK (haai) D. FRILLED-NECK LIZARD E. SPEARING THE WABBALY AFTER A FIGHT F. SPIRIT DANCE 3. THE SHADOW OF THE DEAD (van Zuid-Centraal Arnhemland), didjeridoo, zang, slagstokken Cfr.1, doch geen eenheid op het einde en iets meer tempi- wisselingen

4. BLACK COCKATOO (Daag -from North-west Northern Territory) zang, slagstokken typevoorbeeld van woestijnlied: zelfde reeks woorden wordt steeds herhaald (i.t.t. Arnhemlandliederen waar er meer tekst is)(Bibl.:Aboriginal Music flyer)

5. BUTTERFLY (from North-central Arnhem Land) didjeridoo, slagstokken, stem (sissen)

6. SPIRIT OF THE UNBORN (Biluwa- from Bathurst Island) (Bathurst Island: ten noordwesten van Arnhemland, ten westen van Melville Island) handgeklap, voetgestamp, kreten tempoveranderingen domineren

7. WOOMERA (Kunalum Thuli- from Western Cape York) zang (geharmoniseerd), slagstokken, voetgestamp herhalend, obsederend

8. DANCE OF THE HORNETS (from West Northern Territory) (hornet=horzel, wesp) zang, slagstokken, stok op de grond

9. DANCE OF THE OWL (from Southern Arnhem Land) Didjeridoo, slagstokken, zang

10. KANGAROO DANCE (from Eastern Arnhem Land) Didjeridoo, slagstokken, stem (shhh-geluiden), spring- geluiden

11. FEATHER DANCE (from Cape York) geharmoniseerde zang, kreten en boomerang-slagstokken

12. FISHERMENS DANCE (unspecified) didjeridoo, zang, slagstokken, kreten

(13. Opname van de geluiden van de Brolgavogel)

 

CS 371: SONGS OF THE BAMIYILI ( W.Arnhemland)

-didjeridoo meer als "drone" gebruikt
-geen kreten of onomatopeeen (klanknabootsende woorden)
-W.Arnhemland: meer toonhoogtevariatie dan O. Arnhemland (evenwel laatste 50 jaar steeds in evolutie)

 

Bibliografie:

R.M.& C.H.Berndt, The World of the First Australians, Lansdowne Press, NSW, Australia 1964-1982

p.127: MUZIEK ALS EKONOMISCH GOED
- muziek, dans, ritueel en ceremonie in ruil voor bv. gastvrijheid
- voor het verkrijgen van uitvoeringsrechten worden geschenken gegeven
p.367-387: KUNST & ESTHETISCHE EXPRESSIE:
p.367-370 Algemene bedenkingen: scheiding tussen media, het woord "kunst" enz.
p.370-371 Instrumenten p.371-381 Soorten liederen en voorbeelden
p.381-387 Corroborees, dans, performance
p.387 e.v. Orale traditie
p.447-452 MUZIEK

nadruk op het belang van de samenhang muziek en religie

Poignant Roslyn,"Oceanic Mythology", Hamlyn Publ.'67, p.110-136 (vulgariserend)

Peter Sutton (ed.), "Dreamings:The Art of Aboriginal Australia", The Asia Society Galleries, NY & George Braziler Publishers, 1988-1990

Australian National Commission for Unesco, "Australian Aboriginal Culture", 1973

Papunya Tula Artists Pty Ltd, Alice Springs, "Mr. Sandman Bring me a Dream", 1981

Douglas Baglin and Barbara Mullins, "Aboriginal Art of Australia", Mulavon Pty Ltd, 1972-1979

***

 

 

edited by Moniek Darge, 2002.08.27